09

Dit artikel hoort bij: de Vliegende Hollander 06 | 2016

Veteranendag 2016: Dutchbat III

Thema markeert ook bijzondere KLu-inzet

Dutchbat III: niet alleen het thema van Veteranendag 2016, maar met operatie Deny Flight ook een historische inzet voor de luchtmacht. Een missie vol eersten. De eerste gevechtsinzet na de Tweede Wereldoorlog bijvoorbeeld, en de eerste operationele vrouwelijke F-16 vlieger die ook nog eens als eerste NAVO-bewaker de no-flyzone binnenvloog. De Vliegende Hollander blikt terug op de gebeurtenissen van begin en midden jaren ‘90.

Beelden van Villafranca, waar Nederlandse (voor) en Belgische F-16's de flightline delen en waar personeel rond de klok werkte. Foto’s: uit collectie Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH)

Sinds de oprichting in 1945 brokkelt de federatieve volksrepubliek Joegoslavië, bestaande uit Slovenië, Kroatië, Bosnië-Herzegovina, Servië, Montenegro en Macedonië al langzaam af. De Servische president Slobodan Milosevic die begin 1991 een Groot-Servië bepleit, is dan de definitieve schop tegen het zere been van Slovenië en Kroatië. Die landen streven juist naar onafhankelijkheid en scheiden zich op 25 juni 1991 af.

De grootste spanningen ontstaan echter in Bosnië. Daar richten regio’s met vooral Servische bewoners een eigen republiek op, terwijl Bosnië-Herzegovina zich onafhankelijk van Joegoslavië (inmiddels zijn dan alleen Servië en Montenegro nog over) verklaart. Op 2 april vallen daarop Servische milities de Moslimbevolking in Noord-Bosnië aan. Het is het begin van een lange oorlog in Servië en Bosnië.

Villafranca nabij Verona, was de eerste uitzendbasis voor Nederlandse F-16's. In 1999 verhuisde de zogenoemde Depoyable Air Task Force naar Amendola in Zuid-Italië. Foto’s: uit collectie NIMH

Deny Flight

Om de Servisch-Bosnische oorlog in te dammen, stelt de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties begin 1993 een vliegverbod in boven Bosnië. Vrij snel daarna bepaalt de internationale gemeenschap dat het verbod desnoods met geweld mag worden afgedwongen. NAVO-operatie Deny Flight moet hiervoor zorgen. De KLu levert vrijwel vanaf het begin liefst 18 F-16’s; een compleet squadron.

Tussen ‘93 en ‘95 voeren de Nederlanders 10% van alle missies uit, waaronder een aantal zeer memorabele. Klik op de kruisjes in de kaart hieronder om meer te weten te komen.

Thuisbasis

Het gemengd civiel-militaire vliegveld Villafranca dient als uitvalsbasis voor de Nederlandse operaties in het luchtruim van het voormalig Joegoslavië. Door de beperkte militaire infrastructuur op het vliegveld, met shelters en taxibanen vlak bij de openbare weg, is permanente bewaking geboden. Ook moeten er uit Nederland veegwagens overkomen om de afgebrokkelde betonbaan schoon te vegen. In 1999 – inmiddels met operatie Deliberate Guard – verhuizen de vliegtuigen naar het zuidelijke Amendola.

12 april 1993

Nederlandse gevechtsvliegtuigen zijn de eerste geallieerde bewakers die het Bosnische luchtruim binnenvliegen. Leider van de missie? Eerste luitenant Manja Blok, wereldwijd de tweede vrouwelijke jachtvlieger (de eerste is overigens ook Nederlandse) en nu tevens de eerste operationele. De jaren die hierop volgen, keert Blok nog regelmatig terug naar Villafranca.

21 november 1994

Bosnische Kroaten voeren eind ’94 met enige regelmaat bombardementen uit op Bihac, een safe haven in Bosnië. Herkomst van de vliegtuigen? Het vliegveld van Udbina in Kroatië. Om hieraan een definitief einde te maken, geeft de VN-Veiligheidsraad de NAVO toestemming bombardementen in Kroatië uit te voeren. Met 39 jacht- en 16 ondersteunende vliegtuigen is de aanval die volgt de tot dan toe grootste NAVO-operatie ooit. De leiding van de missie is in handen van een Nederlandse vlieger. De aanval focust zich op startbanen, taxibanen en luchtafweer. De doelen worden flink onder vuur genomen en wat dat betreft is de aanval een succes. De verdere gevolgen voor het conflict zijn echter niet groot. De NAVO-bevelhebber in Zuid-Europa, admiraal Smith, verwoordt het als volgt: “It depends on what kind of effort they want to put into going out and filling the holes”.

Kapitein Manja Blok in 'haar' F-16 (l.). Zij dropte samen met haar collega nabij Srebrenica in totaal 4 ongeleide Mk.82 bommen (midden). Die waren ook al gebruikt bij het bombarden van de vliegbasis Udbina (r.). Foto’s: uit collectie NIMH

11 juli 1995

Eerste luitenant Manja Blok hangt met haar F-16 boven het wachtgebied, in de buurt van Srebrenica. Waarom, weet ze dan nog niet. Bij het bericht ‘window-open’ vliegt ze, nog altijd in het ongewisse, op haar doel af. “Pas toen ik een ingegraven Nederlandse Forward Air Controller hoorde schreeuwen ‘cleared hot, cleared hot’, wist ik dat we daadwerkelijk luchtsteun gingen leveren”, vertelt de vlieger later.

Over de radio wordt Blok naar haar doel geleid, overigens heel ongebruikelijk: in het Nederlands. “This is windmill-zero-two, pak de tweede haarspeldbocht. Daar staat een tank. Die vuurt op onze positie. Pakken die zooi!” De luitenant maakt een duikvlucht en dropt de eerste bom op een Bosnisch-Servische tank. Als Blok en haar wingman hun 4 explosieven hebben afgeworpen, keren ze terug naar Villafranca. Van de grond klinkt nog een “hou je haaks en bedankt”.

Nederlands personeel was niet alleen aanwezig op Villafranca, maar ook op het Combined Air Operations Center in Vicenza en aan boord van de NAVO E-3A Sentry's. Foto’s: uit collectie NIMH

Het moge duidelijk zijn. Manja Blok, de eerste operationele vrouwelijke F-16 gevechtsvlieger, is aanwezig bij een groot deel van deze bijzondere gebeurtenissen. Voor het Nationaal Militair Museum vertelde ze haar verhaal van kop tot staart. Bekijk hier het uitgebreide interview met haar. Wil je meer weten over inzet van haar en de KLu, bezoek dan het NMM.

Eer en geweten

Ondanks de hoge aanwezigheid van de luchtmacht, kunnen de vliegers de val van de enclave in Srebrenica op 11 juli 1995 en de massamoord die erop volgt, niet tegenhouden. Niet omdat men niet wilde, maar omdat ingrijpen niet mocht. “Wij hadden de luchtkracht en als we hadden gemogen, hadden we veel meer kunnen doen”, zegt Blok later tegen de VPRO.

Toch sprak Minister Jeanine Hennis-Plasschaert van Defensie op de Veteranendag haar waardering voor alle Dutchbat-veteranen uit: “Zij hebben, naar eer en geweten, en onder werkelijk onmogelijke omstandigheden hun taken zo goed mogelijk proberen uit te voeren.” De oproep van de minister om een groot applaus, werd dan ook uitbundig beantwoord.

Nog één keer nagenieten? Bekijk hieronder de mooiste foto’s van de Veteranendag.

Met 95.000 bezoekers was de Veteranendag ook dit jaar een doorslaand succes. Het thema dit jaar: Dutchbat III. Foto: Herman Zonderland

Eén bezoeker stond echter in het middelpunt van de belangstelling. De 15-jarige Aisha uit Hilversum mocht de brief die zij aan majoor Marco Kroon schreef, overhandigen aan de koning. In de brief spreekt ze haar dank uit voor militairen die hun leven “als cadeau geven om andere mensen veilig te laten zijn”. Foto: Herman Zonderland

Op het binnenhof onthulde Koning Willem-Alexander het monument voor alle militairen die sneuvelden na de WO II. Ook de twee Apache-vliegers die omkwamen in Mali zijn hierin opgenomen. Foto: Herman Zonderland

Inspecteur-Generaal der Krijgsmacht luitenant-generaal Bart Hoitink reikt op het Binnenhof herinneringsmedailles uit aan veteranen. Foto: Herman Zonderland

Ook de hondengeleiders waren, natuurlijk samen met hun viervoeters, van de partij. Foto: Herman Zonderland

Voor het defilé verzorgde het CLSK de traditionele fly-by. Dit jaar waren 4 F-16’s, 1 KDC-10 en een serie historische toestellen van de partij. Foto: Herman Zonderland

Detachement van de Vliegbasis Eindhoven in DT. Foto: Herman Zonderland

Leuk hoor, al die veteranen. Maar hoe is het nou om in een helikopter te zitten? Misschien zijn dit wel de veteranen van de toekomst die hier hun eerste minuten aan de stuurknuppel doorbrengen. Foto: Louis Meulstee

Niet alleen de F-16's stonden op Villafranca, in het begin waren daar ook de RF-16 fotoverkenners van het 306 Squadron bij. Zoals te zien is, hadden ook deze een luchtverdedigingstaak, getuige de AIM-9 Sidewinders aan de vleugel. Foto: uit collectie NIMH

Tekst: Patrick Regan