Blik vooruit

C-LSK Schnitger en Luchtmachtadjudant Bruins in gesprek

Een nieuw jaar met bijzondere momenten, kansen en opdrachten. Commandant Luchtstrijdkrachten luitenant-generaal Sander Schnitger verhaalt over CLSK 3.0, ontbureaucratiseren, missies en de – komst van de – F-35. Luchtmachtadjudant Fred Bruins geeft onder andere uitleg over de OnderofficiersExperience en de Beleidsvisie Onderofficieren. Wat heeft 2016 voor de luchtmacht in petto?

CLSK 3.0, het opnieuw uitvinden van de luchtmacht, is een steeds terugkerend onderwerp. Waarom stelde u het in?

Schnitger: “Wil je de technologische ontwikkelingen bijhouden, en dat is simpelweg noodzaak, moet je als organisatie een innovatieslag maken. Wanneer je daarin succesvol wilt zijn, moeten we ook aan de mensen en de organisatie zelf willen werken.”

“Bij ons zit 1 team 1 taak in de cultuur. We staan open voor elkaars ideeën, zijn best een sociaal bedrijf en helpen elkaar. Daarmee past onze cultuur niet alleen bij ons credo, maar ook bij de veiligheid en kwaliteit in de luchtvaart.”

Werkt CLSK 3.0 zoals u bedoelde?

Schnitger: “Voorspellingen van een paar jaar geleden over technologische ontwikkeling zie je 1 voor 1 uitkomen, dus dat sterkt me in het belang van het programma. Belangrijk in CLSK 3.0 is het innovatiecentrum. Dat blijkt zeer succesvol binnen onze organisatie. Het pakt projecten op zoals big data: alle operationele info binnen de KLu bij elkaar en met elkaar in verband brengen. Het allerbelangrijkst is 3.0 tussen de oren krijgen en het gedrag van organisatie en luchtmachter veranderen. Dat gaat steeds beter, de vrijblijvendheid is er echt wel af.”

Is CLSK 3.0 voor iedereen toegankelijk en bereikbaar?

Schnitger: “We ontplooien veel activiteiten gericht op verspreiden van de boodschap. Zo waren er al 6 vreselijk goed bezochte air cafés. De laatste ging over ontmanagen en ont‘regelen’ van de organisatie, iets wat herkenbaarder is voor de gemiddelde luchtmachter. We noemen dat inmiddels O2, zuurstof voor de organisatie met minder managers en minder regels.”

CLSK 3.0 stuurt aan op meer taken en bevoegdheden van de werkvloer. Beste voorbeelden van dit soort zelfsturende teams zijn de uitzendingen zoals hier in Mali. Schnitger: “We geven ze een stapel spullen, zetten ze neer in de middle of nowhere en nog nooit zijn we in ze teleurgesteld.” Foto: sergeant 1 Eva Klijn

Wat kan het personeel zelf doen?

Schnitger: “Heel belangrijk: ga niet zitten wachten totdat je baas het je komt vertellen, maar pak zelf de handschoen op. Allerlei proeftuinen lopen nu, zoals het ‘ontregelen’ binnen het 130 Squadron op de KMSL. Dat gaat hartstikke goed. Op de School of Air Control loopt ook zo’n verkenningstraject.”

Bruins: “Je merkt binnen het onderofficierenkorps ook behoefte om geïnformeerd worden over termen als CLSK 3.0. ‘Wat betekent dat nou concreet voor mij?’, want de luchtmacht gaat de mensen aan het hart. De roadshow na de OnderofficiersExperience geeft daar inhoud aan.”

Schnitger: “De KLu heeft voldoende te bieden om goed en met plezier te kunnen werken. Mooi materiaal, uitdagend werk en boeiende werkomgeving. Dat zeg ik zonder problemen te negeren, want die zijn er wél. Dat besef ik terdege.”

Dat onderofficierenkorps telt 4700 mannen en vrouwen. Hoe belangrijk is dat voor het CLSK?

Schnitger: “Krijgen we hen niet mee in die CLSK 3.0-beweging, dan hebben we een dijk van een probleem. Daar gebeurt het grootste deel van het werk binnen de luchtmacht. Als zij niet in staat zijn en worden gesteld om werk anders te doen en irritaties weg te werken, trekken we eigenlijk aan een dood paard. Daarom hielden we onlangs ook zo’n grote manifestatie voor álle onderofficieren.”

Dat was de OnderofficiersExperience, een evenement waar een paar 1000 man naartoe kwam. Stond iedere onderofficier daarvoor te trappelen?

Bruins: “Niet direct, want mensen zijn kritisch, misschien wel sceptisch. Herkenbaar, omdat het voortkomt uit betrokkenheid. De laatste jaren zijn veel plannen gemaakt en we hebben net de zoveelste reorganisatie achter de rug. Komt er een generaal die vertelt dat het weer anders moet. Daarom geven wij als C-LSK, Lumara en Luchtmachtadjudant het goede voorbeeld. Dan zie je ook dat ze mee willen bewegen. Het móet anders en het kán ook anders.”

x
“Kameraadschap is wat de KLu zo aantrekkelijk maakt. Die is niet uniek, maar wel anders. We zeggen wel altijd ‘1 team, 1 taak’, maar bij ons is dat ook écht zo. Dat maakt de Beleidsvisie Onderofficieren van de luchtmacht ook anders.”

Hoe belangrijk is het om met zoveel mogelijk onderofficieren bij elkaar te komen?

Bruins: “Héél. Nog nooit hadden we een conferentie waarbij er zoveel waren. Mensen moeten overtuigd raken van hun gemeenschappelijke deler: wij zijn onderofficier. Daarnaast heeft iedereen een specialisatie, de toegevoegde waarde voor de organisatie. Je bent dus militair én specialist. Dat is een nieuwe benadering.”

Ook de Air Task Force Middle East is zo’n zelfsturend team. Dat krijgt er bovendien een taak bij met de mogelijke inzet boven Syrië. Schnitger: “In Irak wordt ISIS al teruggedrongen. Als de Tweede Kamer ermee instemt, gaan we de aanvoerlijnen in Oost-Syrië ook daar bestrijden, samen met onze coalitiepartners.” Foto: sergeant 1 Eva Klijn

Wat kan een Luchtmachtadjudant hen bieden?

Bruins: “Wat we bieden is een doorontwikkeltraject, waardoor onderofficieren verder kunnen komen. Dat is een speerpunt voor het komend jaar en 1 van de kapstokken in beleidsvisie. Onderofficieren hebben namelijk veel meer potentie in zich. Zonde om die niet te gebruiken, dus daarop richten we ons.”

Schnitger: “We willen de onderofficier bijvoorbeeld zelf verantwoordelijk maken voor zijn opleidingen en de kwaliteit ervan, omdat ze daartoe prima in staat zijn. Ons beeld is dat we straks een KMSL hebben waar de hoogste baas een adjudant is. Daar leiden we de onderofficieren op.”

Voor meer informatie over de OnderofficiersExperience, kijk hier: https://magazines.defensie.nl/vliegendehollander/2015/10/onderofficier-experience

De Beleidsvisie Onderofficieren werd al genoemd. Hoe staat het daarmee?

Bruins: “We zijn het enige opco dat nog geen beleidsvisie heeft. We staan nu op het punt die af te ronden. Het laatste stuk dat erin moet, komt uit de verwerking van de roadshows ten behoeve van de Beleidsvisie Onderofficieren. Dan wordt het concept voorgelegd aan het Defensieonderdeels Medezeggenschapscommissie.

De beleidsvisie beschrijft wat de onderofficier nu eigenlijk is. Je moet eerst weten waar je staat en dan bepalen waar je naartoe gaat.”

Schnitger: “De luchtmacht kijkt over haar grenzen. Het CML bijvoorbeeld trekt samen met TNO en het bedrijfsleven, kennis en werk naar Nederland op het gebied van vliegeruitrusting. Het LCW gaat écht op een andere manier met de omgeving en bedrijven om. Dat moet ook wel, want de F-35 verlangt dat.” Foto: Frank Crébas

De luchtmacht zelf gaat naar een nieuw jachtvliegtuig toe, de F-35. Hoe gaat het met de ontwikkeling op Edwards Air Force Base?

Schnitger: “Daar is een Nederlands team druk met het gebruik van de 2 vliegtuigen en dat gaat zéker naar verwachting. Ik zeg met enige trots dat de Nederlanders ten opzichte van de andere partners voorop lopen. We persen er veel meer vlieguren uit met minder mensen. Hoe dat kan? We zijn Nederlanders. We zijn vooral slim bezig en organiseren anders. Het detachement heeft zelf bedacht hoe ze daar de organisatie willen hebben, totaal anders dan in Nederland. Een prachtig voorbeeld van een zelfsturend team.”

En hoe staat het met de voorbereidingen in Nederland?

Schnitger: “Die zijn in volle gang. Een spannend traject onder tijdsdruk, 2 keer knipperen en het is 2019. We maken afspraken in eigen land en het buitenland: Groot-Brittannië, Italië en Noorwegen. Dit voorjaar volgt de certificering van de KDC-10 voor de F-35, precies op tijd om de ‘01’ naar Nederland te halen. Dan wordt het wel heel tastbaar. Als dat allemaal goed gaat, staat daar een apetrotse C-LSK.”

Schnitger: “We worstelen nog steeds met krapte op de begroting. We krijgen er wel geld bij. Dat bouwt in een paar jaar voor de hele krijgsmacht op naar 350 miljoen. Maar de minister heeft duidelijk gemaakt in de Kamer en media dat het nog niet genoeg is. Ook met een miljard bezuiniging is het onvoldoende om alle problemen in 1 keer weg te werken.”

Tekst: Arno Marchand
Foto’s: Phil Nijhuis