Dit artikel hoort bij: de Vliegende Hollander 07-08 | 2015
Wisselende contacten
‘Air-to-air refueling moet onze tweede natuur worden’
Zonder eigen tankvliegtuigen toch een paar dagen trainen in air-to-air refueling (AAR). De Poolse luchtmacht zocht een oplossing voor dit probleem en vond het in Nederland. Via het Movement Coordination Centre Europe (MCCE) op de vliegbasis Eindhoven, bleek het 334 Squadron beschikbaar. Een KDC-10 met ondersteuning toog daarom eind juli naar de NAVO-partner voor maar liefst 130 contacten met Poolse F-16’s in 3 dagen.
De Poolse luchtmacht neemt met haar F-16’s in oktober deel aan de grote NAVO-oefening Trident Juncture. “Met voorbereiding daarop zijn we in oktober 2014 al begonnen”, zegt operationeel commandant op F-16 basis Lask, overste Tomasz Jatczak. “Wij zullen dan onder andere nachtvluchten vanuit Italië maken. Met het oog daarop de zochten we naar AAR-trainingsmogelijkheden. Voor ons, Poolse F-16 vliegers, moet tanken in de lucht namelijk nog een tweede natuur worden.”
Flexibel
Het verzoek van Polen kwam binnen bij de AAR-cell van het MCCE, legt tanker planner kapitein Edward uit. “Tankers zijn zeer schaars, maar wij kijken of er een beschikbaar is. KDC-10’s van het 334 Squadron zijn gelukkig heel flexibel inzetbaar.” De aanvraag biedt ook nog een andere mogelijkheid. Edward: “Tankers en receivers zien elkaar normaliter alleen in de lucht. Voor een goede feedback moet er directe interactie zijn tussen tanker- en receiver-bemanning. Doe je dat niet, dat wordt onbekend, onbemind. Dat geldt voor beide kanten. Daarom vliegen we nu tankermissies vanuit transportbasis Powidz in Polen: 3 met daglicht en 3 in het donker.”
Twee kanten
Op F-16 basis Lask houden een vlieger en boomoperator van de KDC-10 een briefing en debriefing. Edward loopt al een jaar met dit idee rond. “Ik probeer de twee werelden bij elkaar te brengen, zoals een makelaar.” Volgens Jatczak, voormalig vlieger op de MiG-21 en -29 en sinds 2010 op de F-16, is dat hét grote voordeel van deze trainingsopzet. “De debriefing laat zien welke fouten we maken. Daarvan leren we.” Hij streeft ernaar iedere beschikbare vlieger een dag en een nacht ‘hook up’ te laten maken. “Voor velen van ons is dit de eerste keer ‘s nachts, voor mijzelf ook. Overdag zijn de meesten van ons inmiddels ‘proficient’.”
Ommezwaai
Majoor Fred, KDC-10 vlieger en bijna 2000 uur F-16 ervaring in ruim 15 jaar, geeft aan dat er bij jachtvliegers vaak een gebrek aan tankerperspectief is. “Voor een vlieger is AAR een noodzakelijke tussenstop én een onderbreking van hun missie. Voor ons is het core business; een aanzienlijk verschil. Voor mij was dat ook een enorme ommezwaai.” “Ik begrijp door de briefing en debriefing veel beter hoe belangrijk het is dat ik precies op de juiste positie onder de tanker hang”, reageert eerste luitenant Michal Gabryel (10 Squadron op Lask). “De eerste keer dat je het doet, is erg vreemd. De boom komt erg dicht langs de canopy en daaraan moet je wennen.”
Open mond
Boomoperator adjudant René merkt het verschil na de briefing heel duidelijk. “Zonder belerend te willen zijn, maakten we ze vooral duidelijk hoe wij als tankerbemanning AAR ervaren. De Polen voerden ’s nachts bijvoorbeeld geregeld volle verlichting – om ons te helpen. We konden ze nu laten zien dat mij dat als boom operator juist alleen maar hindert. Ook vlogen ze vaak te lang door onder de KDC-10, in plaats van blijven stilhangen en de boom operator zijn werk te laten doen. De hele zaal zat met open mond te kijken. Ze hadden dit nog nooit gezien vanuit onze positie.”
Bijblijven
Collega boom operator sergeant-majoor Jurgen merkt de verbetering ook. “Bij voorbeeld in het ‘op-joinen’, hoe de vliegtuigen naar de tanker komen toevliegen. Ook het formatievliegen voor en na het tanken is echt een verbetering. Want behalve het tanken, ben ik ook constant bezig onze cockpit situational awareness te geven over wat er rondom de KDC-10 gebeurt. Ik had op een gegeven moment 7 F-16’s aan het vliegtuig hangen. Dan moet je er goed bijblijven.”
Verrekening
Naast de wederzijdse ervaring, speelt ook de financiële afhandeling Nederland in de kaart. ‘Vliegtijd wordt verrekend in zogenoemde Atares-uren waarmee het MCCE luchttransportmissies van alle Europese vliegtuigtypes op papier verrekend”, legt Edward uit. “Nederland gebruikt veel transportdiensten van andere luchtmachten en staat daardoor bij het MCCE Atares-uren in de min. Doordat we vanuit Powidz opereren, kost het Polen voor 6 missies inclusief 1 heen- en terugvlucht in totaal slechts 55 Atares-uren. Het is de eerste keer dat we op deze manier deployen naar een ander land voor een AAR-training. Het scheelt de Polen Atares-uren en Nederland werkt zijn negatief saldo bij.”
A330 MRTT
Polen heeft zelf dus nog geen tankers, maar dat gaat over een paar jaar veranderen door de gezamenlijke aanschaf met België, Luxemburg, Nederland en Noorwegen van – primair – 4 A330 MRTT’s. “Dat gaat onze samenwerking nóg meer versterkten,” zegt Jatczak, “en ons veel meer flexibiliteit geven. Iedere 80 dagen moeten we een keer tanken voor onze currency. Met eigen tankers kan dat veel vaker zodat het voor ons echt die 2de natuur wordt. Dit was in ieder geval een succesvolle ‘First KDC-10 AAR Campain’, een oefening nog zonder naam. Daarvoor zorgen we de volgende keer”, besluit hij met een glimlach.
Foto onder: Nog niet eerder was een tankvliegtuig in zijn land geplaatst. “Super!”, vindt F-16 vlieger Gabryel. “We leren van de briefing en debriefing, maar het is ook leuk om te doen. Het geeft ons meer mogelijkheden voor de uitvoering van missies.”
Tekst: Arno Marchand
Foto’s: sergeant 1 Eva Klijn