Dit artikel hoort bij: de Vliegende Hollander 07-08 | 2015
Beeldschermen voor metertjes
Langverwachte superbeurt PC-7 wordt uitbesteed
De Pilatus PC-7 is een formidabel lesvliegtuig. En dat blijft-ie voor de rest van zijn leven, als het aan projectleider bij de Defensie Materieel Organisatie luitenant-kolonel Martin Ponk ligt. Na 25 jaar onafgebroken dienst heeft de vloot nog zo’n 60.000 vlieguren te gaan. Die aanspreken wil de luchtmacht wel. Maar dan moet eerst een ingrijpend modificatieprogramma worden uitgevoerd. Na negen jaar van uitstel en bijna afstel gaat het eindelijk gebeuren.
In de tweede helft van 2018 moeten de toestellen weer topfit op de flightline van 131 Squadron op vliegbasis Woensdrecht staan. Voorzien van een digitale cockpit en de laatste frame modificaties. Het zogenoemde Obsolescence Prevention Program (OPP), is een project dat – letterlijk vertaald – de ouderdom van het toestel tegengaat. Pas daarna kan het nog aanwezige potentieel van maximaal 12.000 vlieguren of 24.000 landingen per toestel worden verbruikt. Zijn die rond 2027 op, dan is de PC-7 écht verleden tijd en heeft de luchtmacht allang bedacht hoe de elementaire vliegeropleiding van de toekomst gestalte krijgt.
Luchtvaartwet
Terug naar het OPP, een project dat de KLu niet zelf gaat uitvoeren. Sterker, er komt nagenoeg geen luchtmachttechneut aan te pas. Het omvangrijke karwei uit de categorie turn key (alles moet het bij aflevering doen, red.) komt volledig voor rekening van de fabrikant. Dat is goedkoper en minimaliseert het risico op problemen bij de certificering conform de luchtvaartwet. Ponk: “Alle werk zelf doen, houdt in dat onze techneuten zich eerst veel kennis en kunde eigen moeten maken. Die vergaren en vervolgens toepassen, pakt sowieso duurder uit en kost meer tijd. Dus uitbesteden. Bovendien hebben we voor opdrachten van deze omvang domweg geen mankracht beschikbaar.”
Onderhanden
Eind mei 2016 vliegt de eerste PC-7 naar de Pilatus-fabrieken in het Zwitserse Stans. De constructeurs gebruiken dit zogenoemde Lead The Fleet toestel om de modificaties verder te ontwerpen en te ontwikkelen, te testen en te certificeren. Dit proces gaat ruim een jaar duren. Daarna worden telkens twee toestellen ingevlogen om de superbeurt te ondergaan. Dat gebeurt om de twaalf weken. Die tijd is benodigd voor het demonteren, het aanbrengen van verbeteringen (onder meer versterken van de vleugels en het gebied rond het landingsgestel, red.), weer in elkaar zetten en testen. Om de vloot PC-7’s helemaal toekomstbestendig te maken, krijgen de machines ook een 200-uurs inspectie. Volgens de projectmanager voorziet het contract in het behandelen van tien exemplaren (aangeschaft in 1989, red.) “Over de revisie van drie later aangeschafte PC-7’s (1997, red) onderhandelen we nog.”
Foto's onder: Cristian Schrik
Instrumentarium
Prominentste karwei is vervanging van het analoge instrumentarium. Metertjes en schakelaars maken plaats voor drie digitale beeldschermen waarop de vitale vliegtuig- en motorfuncties staan. Beide groepen tegelijk digitaliseren, is volgens Ponk een slimme zet. Pilatus gaf recent aan op termijn geen analoge apparatuur meer te kunnen ‘servicen’. Voor de luchtmacht reden meteen vrijwel alle functies te doen. “Dat is kosten-effectiever en voorkomt dat je nog een keer langdurig toestellen bij de vliegopleiding mist. Zeker nu de klassen de komende tijd groter worden. Het Commando Luchtstrijdkrachten moet de komende jaren meer vliegers opleiden. Daarvoor heb je iedere PC-7 hard nodig.”
Foto onder: Johan Havelaar
Tekst: André Twigt
Foto’s: sergeant-majoor Gerben van Es