Tekst Ingmar Kooman
Foto via John Bel
Luchtmachter blikt terug op inzet als waarnemer in Oekraïne
Wachten, wachten, wachten. Waarschijnlijk konden maar weinig mensen zich onlangs zo verplaatsen in de OVSE-waarnemers en marechaussees in de Oekraïne als majoor John Bel. De luchtmachter was als waarnemer nabij de Krim ooggetuige van de sluipende inlijving.
Het lijkt alweer oude geschiedenis: pro-Russische separatisten op de Krim richten checkpoints op en blokkeren de toegang tot havens en kazernes. De Oekraïense regering beschuldigt Rusland van passieve en actieve hulp aan de separatisten. Aan de oostgrens van Oekraïne houden de Russen grootschalige ‘oefeningen’. Maar wat is er echt aan de hand? De pro-westerse regering van Oekraïne nodigt lidstaten van de OVSE uit om de “zorgwekkende militaire activiteiten op de Krim” te komen waarnemen. Zo ook majoor John Bel en luitenant-kolonel Bert van der Molen.
Paklijst
Beide hebben ruime ervaring als wapeninspecteur, maar de trip naar Oekraïne is voor hen toch ook een broodje speciaal. “Ik werk al 19 jaar in de wapenbeheersing, maar ik had nooit verwacht bij zoiets betrokken te worden”, zegt Bel. Op de paklijst: medische spullen, helm, vest en een stapel contant geld. “We wisten niet wat we zouden aantreffen en wanneer we weer zouden terugkomen. Op de ochtend van 5 maart stonden we bij de ingang van Schiphol nog snel onze kogelwerende vesten te passen.”
Bivakmutsen
Het Zuid-Oekraïense Kherson is de uitvalsbasis voor de 47 man tellende internationale waarnemersmissie. “De Krim zelf was al afgesloten op het moment dat we aankwamen en dus bleef niets anders over dan vaststellen wie er aan deze nieuwe ‘grens’ staan en wat er allemaal gebeurt: dat was ons globale plan”, vertelt Bel. Bij het eerste checkpoint van de separatisten aan de ‘grens’ met de Krim treft het OVSE-gezelschap een bont schouwspel aan. Barricades en gewapende kerels met bivakmutsen, skipakken en allerlei verschillende uniformen en uniformdelen. “Best indrukwekkend, maar ik voelde me niet echt bedreigd. De sfeer was toen niet echt grimmig.”
Vaandels
De OVSE’ers arriveerden namelijk niet alleen bij een uitgestorven checkpoint. De separatisten en zij werden omringd door demonstranten met Oekraïense vlaggen, vaandels en allerlei bordjes. “Dat bevorderde het praten met de leiding van de separatisten niet bepaald”, geeft Bel aan. “Kortom, de opstandelingen lieten ons niet door.”
Het is de eerste van verschillende pogingen om poolshoogte te nemen op de Krim. Het team reist van checkpoint naar checkpoint, maar de OVSE’ers krijgen geen toegang. “Veel mensen kennen in ieder geval het onderscheid niet tussen de NAVO en de OVSE”, legt de luchtmachter uit. “Dat was vaak het eerste gespreksonderwerp: nee, we komen niet om oorlog te voeren. We zijn geen partij in het conflict, we zijn hier alleen om te documenteren wat er gebeurt.”
Stemming
Desondanks helpt het de OVSE’ers niet veel verder. De stemming slaat om in de aanloop naar het referendum op 16 maart over de aansluiting van de Krim bij Rusland. Bel: “Zodra we met onze bus komen aanrijden bij een van de grensposten, zie ik gewapende kerels rennen en in dekking gaan. Waarschijnlijke Russen, wist een van mijn collega’s. We besloten alleen onze vertegenwoordigers naar voren te sturen om te praten.”
BAMBAMBAM. Een kort salvo in de lucht maakt ze duidelijk dat ze niet welkom zijn. “Met die 3 schoten gaven ze ons te verstaan dat ze gericht zouden schieten als we zouden aandringen. Echt beangstigend was het niet, maar het was een duidelijke boodschap.”
Garantie
De waarnemers zijn afhankelijk van de welwillendheid van anderen. Ze kunnen geen toegang afdwingen, legt Bel uit. “Als OVSE heb je alleen je ogen, oren en mond als wapen en de vlag van de OVSE als schild. Onze internationale, neutrale taak vormt onze enige veiligheidsgarantie.”
Behalve de checkpoints inspecteert Bells team barakken, kazernes en militaire opslagplaatsen. “De situatie was gespannen, maar in de hand, kregen we steeds te horen van Oekraïense zijde. Dagelijks hielden we de veiligheidssituatie in de gaten. In Luxans was het voor ons niet meer veilig. In Donetsk, en Charkov waren weliswaar demonstraties, maar wij konden daar toen nog gewoon in uniform over straat. We zagen inderdaad militaire activiteiten, maar ook het gewone straatbeeld: moeders met boodschappen, mensen die gewoon niksen.”
Loopt het uit op een burgeroorlog of blijft het rustig? Dat vroegen Bel en zijn collega’s zich af toen ze eind maart in het vliegtuig stapten.