F-16’s voor extra bewaking Baltische Staten
Nederland stelt vanaf september 4 F-16’s beschikbaar voor het leveren
van extra luchtruimbewaking boven de Baltische Staten. De jachtvliegtuigen gaan
vanuit Noordoost-Polen patrouilleren boven de oostelijke helft van het
NAVO-gebied. De ministerraad besloot hiertoe op 23 mei.
Nederland doet de NAVO dit aanbod in aanvulling op de eerdere bijdragen. Op dit
moment leveren KDC-10 tankvliegtuigen van het 334 Squadron air-to-air
refueling-capaciteit voor AWACS-radarvliegtuigen. De marine levert een
mijnenjager die tot eind juni meedoet aan patrouilles en inspecties in de
Baltische Zee. De NAVO zet door de crisis in Oekraïne meer militaire middelen in
om oostelijke bondgenoten die zich bedreigd voelen, gerust te stellen. Als
loyale bondgenoot onderstreept Nederland met de bijdrage de onderlinge
verbondenheid.
Estland, Letland en Litouwen beschikken niet over eigen jachtvliegtuigen. Andere NAVO-lidstaten nemen daarom de bewaking van het luchtruim van de Baltische staten voor hun rekening. Voor deze zogeheten Baltic Air Policing leveren de NAVO-partners om beurten jachtvliegtuigen. Deze toestellen opereren niet langer alleen vanuit Siauliai in Litouwen – zoals in 2005 ook Nederlandse F-16’s, zie archieffoto’s – maar ook vanaf Amari in Estland en Malbork in Polen. De toestellen dienen niet alleen als ondersteuning van de oostelijke bondgenoten. Ze kunnen ter plekke ook goed oefenen met de Poolse luchtmacht en de AWACS-radarvliegtuigen. Foto’s: sergeant Ingrid van der Henne
F-35 internship programma viert jubileum
De Technische Universiteit Delft, Fokker en Lockheed Martin vierden op 22 mei het tienjarig bestaan het F-35 stageprogamma en technische partnerschap. Sinds de oprichting van het samenwerkingsverband in 2003 werkten 72 Delftse studenten mee aan de ontwikkeling van de F-35. Hiervoor werkten de Nederlandse studenten bij Lockheed Martin Aeronautics in Fort Worth.
In 2001 gaf Lockheed Martin in Amerika groen licht voor de ontwikkeling van de F-35. Lockheed ging daarop van start met het ontwikkelingsprogramma. Een jaar later besloot Nederland hieraan deel te nemen en investeerde 800 miljoen dollar. Het samenwerkingsverband tussen de TU Delft en de Amerikaanse vliegtuigfabrikant ging in 2003 van start.
Medici klaarstomen voor geneeskundige uitdagingen in het uitzendgebied
Om luchtmachtartsen en -verpleegkundigen tot het uiterste voor te bereiden op hun operationele taken zoals in Mali, volgden ze onlangs de cursus Operationele en Spoedeisende Geneeskunde Koninklijke Luchtmacht. In elke van OSEG KLu-cursussen doen 2 Belgische artsen of verpleegkundigen mee vanwege de geïntensiveerde Nederlands-Belgische samenwerking.
De cursisten krijgen met name veel praktijkscenario’s die ze in teamverband
moet doorlopen. Zo worden ze vertrouwd gemaakt met situaties die ze in het
uitzendgebied kunnen tegen komen zoals de behandeling onder moeilijke
omstandigheden. Een voorbeeld is de behandeling van hitteletsel, een zichtbeeld
dat je in Nederland nooit ziet, maar in Mali een dodelijke bedreiging vormt. De
nadruk ligt daarbij op specialistische geneeskundige luchtmachttaken zoals
Aeromedical Evacuation.
De OSEG KLu is gemaakt als antwoord op operationeel-geneeskundige uitdagingen
van de luchtmacht in Afghanistan. Luitenant-kolonels Ralph Vermeltfoort en Johan
Oele hebben de cursus onlangs grondig herzien en aangepast aan de laatste stand
van zaken. Hij is bestemd voor volledig opgeleid medisch luchtmachtpersoneel. De
oefeningen zijn dan ook een toevoeging voor bijzondere operationele situaties.
Foto’s: Tilly Heesters
Tankers aan de praat
Eind april en begin mei vond op de Amerikaanse vliegbasis RAF Mildenhall in Groot-Brittannië het tweede European Tanker Symposium (ETS) plaats. Deelnemers waren – uiteraard – het organiserende 100 Air Refueling Wing van de USAF en verder de Britse, Franse, Italiaanse en Nederlandse luchtmacht, civiele autoriteiten en vliegende eenheden uit de USA.
Het doel van ETS is de communicatie tussen tanker-eenheden bevorderen,
uitwisselen van ervaringen, ideeën en capaciteiten van onder andere in Europa
vliegende tankers. Het eerste ETS vond in 2012 eveneens op Mildenhall plaats.
Aanleiding was destijds de (in-)efficiency van air refueling tijdens Operation
Unified Protector in 2011.
De afvaardiging van het 334 Squadron bestond voor het symposium uit Flight
Engineer kapitein Eric van Osch, Boom Operator adjudant Dieter Thomassen en
majoor gezagvoerder Bernard Pijper. Onderwerpen waren achtereenvolgens de
European Air Refueling Training in combinatie met Frisian Flag, de capaciteiten
van de KDC-10 en het proces van een nieuw aan te schaffen Europees
tankvliegtuig. Een andere crew vloog een KDC-10 naar de static show waar ook een
Amerikaanse KC-135, Britse Voyager en Italiaanse KC-767A en KC-130J stonden. De
Armee de l’Air stuurde alleen een afgevaardigde. De Amerikanen belichtten onder
andere hun inzet in Mali.
European Air Group stuurgroep beslist over locatie Recovery Centre
European Air Group stuurgroep beslist over locatie Recovery
Centre
De European Air Group Steering Group (EAG SG) heeft besloten dat het
European Personnel Recovery Centre (EPRC) in Poggio Renatico (Italië) komt.
Het EPRC richt zich op de ontwikkeling van doctrines,
standaardisatie en opleiding voor Personnel Recovery binnen Europa.
De EAG omvat de luchtmachten van zeven landen: België, Duitsland, Frankrijk, Italië, Nederland, Spanje en het Verenigd Koninkrijk. De EAG Stuurgroep (SG) stuurt de organisatie aan en bestaat uit de commandanten van elk van de zeven luchtmachten en komt jaarlijks bijeen. Op 16 mei 2014 was C-LSK luitenant-generaal Sander Schnitger gastheer van de EAG SG in Breda. De SG ondertekende ook de Interoperabele Load Clearance Technical Arrangement. Daarmee kunnen landen luchtvracht onderling overdragen. De EAG richt zich op het verbeteren van de operationele capaciteit van de zeven luchtmachten door middel van interoperabiliteit. Foto: Louis Meulstee
Expertise Centrum Cyber opgericht
Met de oprichting van het (joint) Defensie Cyber Expertise Centrum (DCEC) is een nieuwe stap gezet in de opbouw van het Defensie Cyber Commando. Dit bundelt alle kennis binnen Defensie om te kunnen opereren in het cyberdomein. Daarnaast wordt hier de kennis verder ontwikkeld, geborgd en verspreid binnen de hele defensieorganisatie. Daarbij werkt het DCEC nauw samen met verschillende partners, nationaal en internationaal.
‘Cyber is het vijfde domein, naast land, lucht, zee en ruimte’, geeft
Commandant DCEC luitenant-kolonel Kees Verdonk aan. ‘Om daarin te kunnen
opereren is de juiste kennis nodig. Kennis met een hoog technisch gehalte, maar
ook kennis over het operationeel optreden, juridische aangelegenheden en de
menselijke factor. Die zaken verenigen wij in het expertise centrum.’
Defensie dient een eigen militair cybervermogen op te bouwen die bestaat uit een
defensieve, offensieve en inlichtingencapaciteit. Hier wordt kennis verder
ontwikkeld, geborgd en verspreid binnen de hele defensieorganisatie.
Buren bezoeken Gilze-Rijen
Vliegbasis Gilze-Rijen opent haar deuren voor de Luchtmachtdagen op 20 en 21 juni. Voor omwonenden van de vliegbasis zal dit evenement niet onopgemerkt voorbij gaan. Commodore Jan Willem Westerbeek, commandant van het Defensie Helikopter Commando, hield daarom voor de buren op donderdag 1 mei een informatiemiddag.
Tijdens de twee Luchtmachtdagen verwacht de vliegbasis in totaal zo’n 250.000 bezoekers. Westerbeek: ‘De voorbereidingen zijn al tijden in volle gang. Naarmate we de 20 en 21 juni naderen, worden onderwerpen zoals bereikbaarheid, parkeren, opbouw van het evenemententerrein en deelnemers aan de vliegshow steeds concreter. In een vroeg stadium willen wij deze informatie delen met onze buren.’ Foto’s: sergeant1 Eva Klijn
Handboek gebruik C-130 voor landmacht
Zoals in dit nummer van de Vliegende Hollander duidelijk te zien is, maken luchtmobiele grondtroepen steeds vaker tactisch gebruik van de C-130 Hercules. Om het toestel onder specifieke omstandigheden op een vastomlijnde manier te kunnen gebruiken, ontstond de behoefte aan een handboek. Dat is er nu en in de vorm van Handboek Tactical Airlanding Operations. Brigadegeneraal Nico Geerts, Commandant 11 Luchtmobiele Brigade, nam het begin mei op de vliegbasis Eindhoven in ontvangst.
De luchtmobiele militairen werken nu volgens dezelfde procedures als het 336 Squadronpersoneel. Voor de overzichtelijkheid is het boek hetzelfde opgebouwd als het handboek voor het gebruik van helikopters. 11 Luchtmobiele Brigade en 336 Squadron stelden het boek gezamenlijk op. Geerts en commandant van de Vliegbasis Eindhoven kolonel Johan van Soest namen de eerste exemplaren in ontvangst van een luchtmacht loadmaster en pathfinder van 11 Luchtmobiele Brigade.
Startbanen in onderhoud
De hoofdbaan van de vliegbasis Volkel en startbaan van de NAVO-vliegbasis Geilenkirchen zijn beide sinds 9 mei buiten gebruik door groot onderhoud. Op Volkel startten die dag de werkzaamheden voor het ruimen van eventuele explosieven. De huidige baan is gebouwd op een fundering uit de Tweede Wereldoorlog. Daaronder zijn eind mei al 6 onontplofte bommen gevonden en onschadelijk gemaakt. Als dit klaar is, vervangt een aannemer de hele constructie van asfalt-, funderings- en antiskidlagen. Dit duurt naar verwachting tot en met 1 november 2014. De F-16’s van het 312 en 313 Squadron gebruiken in deze periode de parallelbaan. Ook de trauma- en KLPD-helikopters blijven vanaf de vliegbasis vliegen.
De renovatiewerkzaamheden op Geilenkirchen staan gepland tot eind september 2014. Het groot onderhoud vindt plaats in blokken van twee weken. Daarbij is de basis elf dagen dicht voor de renovatie en vervolgens drie dagen open voor bijvoorbeeld het wisselen en onderhouden van de AWACS-radarobservatievliegtuigen. Tijdens de renovatie vliegen deze E-3A’s vanaf de drie Forward Operating Bases in Konya (Turkije), Trapani (Italië) en Aktion (Griekenland) en de Forward Operating Location Ørland in Noorwegen. Daarvandaan vinden naast reguliere oefen- en trainingsvluchten ook de operationele missies plaats boven Polen en Roemenië vanwege de crisis in de Oekraïne. Foto: NAVO E-3A Component
Conferentie SAP@CLSK3.0 smaakt naar meer
Vliegbasis Volkel was op 22 mei het decor van een bijzondere conferentie: SAP@CLSK3.0. De aanleiding voor de luchtmachtbijeenkomst is de invoering van SAP. Die gaat hand in hand met een nieuwe bedrijfsvoering in het materieellogistieke en financiële domein. Het succes ervan staat of valt met de manier waarop medewerkers met het systeem omgaan en hoe hun meerderen hen daarin begeleiden. Vanuit het CLSK3.0 perspectief is dit werken vanuit een andere mindset met elkaar gedeeld en beleefd.
Ruim honderd leidinggevenden binnen het CLSK kregen tijdens presentaties en workshops tal van handvatten aangereikt om het beste uit henzelf en hun medewerkers te halen. Minder controleren, meer inspireren en vooral faciliteren, luidde de boodschap. Met als doel het aanpassend vermogen van de medewerker en daarmee de organisatie te verhogen. Snel en adequaat reageren dus op veranderingen en zo de toekomst zelf vormgeven. Aan de ‘jeugd’ en de oude garde klonk de oproep op krachten te bundelen en het beste uit twee werelden te halen. Om grenzen te overschrijden en gezamenlijk te bouwen aan de krijgsmacht van morgen. Aan het einde van de dag bleken de eerste zaadjes gelegd. Deelnemers en organisatie waren eensgezind in hun reacties. Deze dag verdient en krijgt een vervolg, Defensiebreed.
100 jaar militaire luchtvaart op KNVOL-symposium
Iets later dan de festiviteiten in 2013, eindigde de Koninklijke Nederlandse Vereniging Onze Luchtmacht op 28 mei ‘100 jaar militaire luchtvaart’. Dat deden ze in Zeist met het symposium ‘European Airpower: Conflicting Challenges?’ Veel krijgsmachten in de Europese Unie moeten door de steeds kleiner politieke budgetten voor Defensie diep in de kosten snijden. Daardoor wordt de EU voor de verdediging van haar grondgebied (weer) steeds afhankelijker van de Verenigde Staten. En dat terwijl die nu juist hun blik meer op Azië richten. Het luchtwapen krijgt als politiek instrument bij internationale conflicten ondertussen een steeds groter belang. Juist daardoor zou de EU haar leden moeten aanzetten tot modernisering en innovatie. Helaas (b)lijkt de financiële ruimte daarvoor uiterst krap.
Diverse sprekers (zie inzetten) gaven op deze situatie hun visie: luitenant-generaal bd dr. Dirk Starink, prof. Philip Sabin van het King’s College in Londen, luitenant-generaal bd Freek Meulman, prof. dr. Julian Lindley-French van de Nederlandse Defensie Academie, prof. dr. Sven Biscops van het Belgische Egmont Instituut, hoofd van de Nederlandse permanente vertegenwoordiging bij de NAVO mr. Frank Majoor, prof. dr. ir. drs. Hester Bijl van de Technische Universiteit Delft, voorzitter van VNO/NCW mr. Bernard Wientjes en ir. Wim Pasteuning van Fokker Technologies. Ter afsluiting ging C-LSK luitenant-generaal Sander Schnitger in op CLSK 3.0. Tekst en fotocompilatie: Willem Helfferich