02

Dit artikel hoort bij: de Vliegende Hollander 05 | 2014

Sleutelen in de woestijn

Tekst kapitein Marlous de Ridder
Foto sergeant Sjoerd Hilckmann

Apaches arriveren in Mali

x

Het zweet gutst van de ruggen. De Malinese zon brandt vanochtend al goed – net zoals iedere dag eigenlijk. In de vervallen hangaar aan de rand van het vliegveld van Bamako verdringen monteurs en technici zich rond de 2 Apaches. De toestellen zijn de dag ervoor door een Antonov 124 naar de Malinese hoofdstad vervoerd. Hier zet de technische dienst ze in elkaar zodat ze zelfstandig naar het Nederlandse basiskamp in Gao kunnen vliegen.

De gedemonteerde helikopters zien er zonder rotorbladen en antennes kaal uit. ‘Het is minder erg dan het lijkt hoor’, zegt sergeant-majoor Paul Luyten van het 301 Squadron. ‘Het assembleren is voor ons dagelijkse kost en meestal in één dag gepiept.’ In de hightech hangaar op thuisbasis Gilze-Rijen, ja. Hier in Mali, aan de rand van de vliegstrip, is het improviseren. De speciaal ingevlogen technici werken op de oppervlakte van een postzegel en hebben niet alle middelen voor handen zoals op het Gilzer onderkomen. Haast is echter geboden, want er is amper plaats voor de andere 2 toestellen.

Opluchting

Maanden aan voorbereiding gingen aan het transport vooraf. ‘Even’ 4 Apaches vervoeren naar de woestijn is een fikse logistieke operatie. Nu ze eenmaal ongeschonden in Afrika staan, is de opluchting groot. ‘Vooral omdat de vertrekdatum is een aantal keer doorgeschoven’, geeft
Luyten aan. ‘We konden de heli’s daardoor tussentijds niet voor andere doeleinden inzetten. Ze hebben van tevoren allemaal faseonderhoud gekregen, zodat we in het missiegebied twee jaar met minimaal onderhoud vooruit kunnen.’

x
Ook zonder de ‘luxe’ van de hangar op Gilze-Rijen krijgt de technische Dienst in no-time de Apaches up and running.

Ervaring

Met de stop op Bamako is de eerste horde genomen. Op kamp Castor in Gao werkt het opbouwdetachement hard om de zogeheten clam shelters af te krijgen. Met een buitentemperatuur van rond de 50 graden moeten de onderhoudstenten mens en materieel een koelere plek bieden. Het Helikopter-detachement is straks zo toegerust dat het zelfstandig kan opereren, inclusief Force Protection. De luchtmacht deed hiermee veel ervaring op tijdens eerdere uitzendingen en oefeningen als TAC Blaze.

x
Met opgebouwde rotorbladen passen niet alle vier de Apaches in de beschikbare loods. In tweetallen worden ze daarom vliegklaar gemaakt. De toestellen gaan ‘s avonds om en om in de hangar dus 1 met de neus naar voren, de andere met de staart.

Samenspel crew

Als de rotorbladen zijn afgesteld, de balans gecontroleerd en de inspectie gedaan, is het de beurt aan testvlieger kapitein Dylan. Hij is de enige die na onderhoud de kist operationeel mag verklaren, omdat hij een aanvullende technische opleiding heeft. ‘In een aantal runs meten we alles door. Dat heeft vooral met de balans te maken’, zegt Dylan. ‘We beginnen op de grond met draaiende rotorbladen, daarna hooveren en tot slot vliegen we op verschillende snelheden heen en weer.’ Bij het testvliegen blijkt maar weer hoe belangrijk het samenspel tussen de vlieger en technische crew is. Elke storing wordt voortvarend opgepakt. Na enkele uren is Dylan tevreden. Een andere vlieger zal de kist naar Gao brengen. Deze ferry gebeurt in tweetallen om wederzijdse steun te kunnen garanderen.

x
Op 16 mei komen de eerste 2 Apaches dan eindelijk aan in Gao. De andere 2 een paar dagen later. Ze legden ruim 1000 kilometer af. Commandant van het helikopterdetachement luitenant-kolonel Pier Schipmölder vloog zelf 1 van de toestellen.

Groot aandeel

Intussen kijkt het Nederlandse kamp daar reikhalzend uit naar de komst van de gevechtshelikopters. De toestellen met hun sensoren hebben een groot aandeel in het verzamelen van inlichtingen voor MINUSMA. Daarnaast kunnen ze worden ingezet voor bescherming en ondersteuning van de grondtroepen. Sinds eind mei zijn de Apaches operationeel.

De Antonov An-124 vervoert geregeld de helikopters van DCH. Op 14 mei werden op Gilze-Rijen de eerste 2 Apaches aan boord genomen. Foto: sergeant-majoor Gerben van Es.

Op 8 mei arriveren de eerste 2 Apaches-gevechtshelikopters op de luchthaven van de Bamako. Het vervoer gaat per Antonov 124 transportvliegtuig. Later in de week volgt het andere paar.

Een verlaten hangaar aan de overkant van de vliegstrip dient als tijdelijke stalling voor de Apaches. De operationele omstandigheden voor het personeel zijn zwaar. Vanwege het klimaat neemt de montage meer tijd in beslag, zo’n 3 dagen per helikopter. Ook is niet alle techniek voorhanden.

Vanwege het transport zijn de rotorbladen bovenop en bij het staartstuk verwijderd. Met gewichtjes wordt de balans van de helikopter gemeten en waar nodig bijgesteld.

Het assembleren van de helikopter is een koud kunstje voor de crew. In Nederland moeten de onderdelen er regelmatig af vanwege onderhoud.

Monteurs inspecteren het 30 millimeter kanon. Deze is gekoppeld aan de helm van de vliegers. Waardoor de piloten zien waar ze vuursteun uitbrengen.

Een rustmomentje voor de Force Protection. In Bamako bewaken en beveiligen militairen van 17 Pantserinfanteriebataljon uit Oirschot de klok rond de toestellen. Vanwege een capaciteitsprobleem bij het Object Grondverdediging (OGRV)-peloton ondersteunt de landmacht.

Een testvlieger heeft aanvullende technische opleiding en is de enige die de helikopter na onderhoud mag bedienen.

In Gao wordt reikhalzend uitgekeken naar de komst van de gevechtshelikopters. De ‘ferry’ naar het basiskamp van de Apaches neemt 4,5 uur in beslag. Daarvoor wordt in de stad Mopti een pitstop gemaakt om te tanken.