Dit artikel hoort bij: Materieelgezien 05

Realistische oefening op munitiecomplex Veenhuizen

Tekst Evert Brouwer
Foto Jarno Kraaijvanger | Video: adjudant-onderofficier Richard Frigge

Met een knal weer opgefrist

De brand vorige week op de voormalige militaire oefenterreinen in de Noord-Duitse deelstaat Mecklenburg-Voor-Pommeren moet bij het personeel van het Defensie munitiebedrijf een belletje hebben doen rinkelen. Nog geen twee weken daarvoor had er in Veenhuizen een oefening plaats compleet met een (gesimuleerde) bosbrand, ontploffing en gewonden.

Ingeborg Goutbeek, veiligheidsdeskundige bij het munitiebedrijf (DMunB) – onderdeel van COMMIT - had de (kleinschalige) oefening bedacht. “Dit is zoals het kàn zijn. Met een overtuigend script en levensechte gewonden ”, schetst zij.

Op het enorme terrein, met zo’n tweehonderd bunkers het grootste munitiecomplex van West-Europa, wordt dagelijks gewerkt explosieven. “Van klein kaliber tot de anti-luchtdoelraket Patriot, we beheren en werken hier met ongeveer vijfhonderd verschillende munitiesoorten”, weet het hoofd Fysieke Distributie Emiel Mulder. “Dat gebeurt vanzelfsprekend onder de strengste veiligheidseisen, maar je wilt wel voorbereid zijn mocht zich een incident voordoen.”

Theorie in de praktijk. (foto: Ingeborg Goutbeek)

Ideaal

Een opfriscursus ‘eerste hulp’ is dan een goed begin, bedacht Goutbeek. Vandaar dat steun is aangevraagd van deskundigen, in dit geval kapitein-arts Joep en soldaat-1 Inge, geneeskundigen bij 12 Infanteriebataljon Luchtmobiel. Er is heel wat veranderd sinds Munitietechnicus (Muntech) adjudant Jan het legergroen voor het eerst aantrok. Met hoofdstuk 10 uit het handboek Soldaat uit 1976 en de oorspronkelijke zelfhulp/kameradenhulp, beter bekend als ZHKH, kom je er niet meer. “Er zijn door ervaringen sterke verbeteringen doorgevoerd”, zegt de arts. “Mijn ideaal is trouwens dat alle militairen als CLS’er (combat life saver) zijn opgeleid. Dat geeft vertrouwen in elkaar.”

Bekijk hoe zo'n realistische oefening zich afspeelt

De cursisten in de klas. Kapitein-arts Joep en soldaat-1 Inge geven les. (foto: Ingeborg Goutbeek)

HOLK

‘Muntecher’ en veteraan adjudant Manuel vindt dat laatste heel belangrijk. “We zijn meestal met z’n tweeën aan het werk op de Defensieterreinen, dus we zijn afhankelijk van elkaar.” Nieuwe protocollen als MARCH (Massive bleeding, Airway, Respiration, Circulation en Hypothermia) en HOLK (hoofd, oksels, lies en knie) noemt Manuel ‘een goede ontwikkeling’ binnen Defensie. “Maar wat als we hulp krijgen van civiele ambulances? Kennen die het protocol? Weten ze wel hoe je een bommenpak uittrekt?”

Daarop is niet direct een antwoord, behalve dat dokter Joep heeft gemerkt dat het ambulancepersoneel steeds meer bekend is met militaire protocollen. Het is dan een bonus dat burgermedewerkers van het munitiebedrijf meedoen aan de trainingen, zodat ook zij MARCH onder de knie hebben. Die vijftien deelnemers mogen het geleerde direct in praktijk brengen. Kapitein Joep wijst op het belang van oefeningen als deze: “Het maakt duidelijk waar mogelijk hiaten zitten. Iets simpels als eerst 112 bellen voor je begint met het verzorgen van de gewonden bijvoorbeeld.”

De laatste keer dat de hulpdiensten elkaar tegenkwamen, was een ernstinzet in oktober 2021. Destijds kantelde een vrachtwagen met munitie langs de Kolonievaart.

Geen ontruiming

En die slachtoffers – van 2-rescue uit Eindhoven - zijn akelig echt. Sterker nog, twee van de acteurs missen daadwerkelijk ledematen. De militairen schrikken daar minder van dan de brandweerlieden uit Veenhuizen in de avond. Zij worden geconfronteerd met de explosie van een granaat, met als gevolg een aantal gewonden en brand in het bos. Aan de ontruiming van het dorp, zoals in Duitsland vorige week, komt het dan weer niet.

Wel doet de plaatselijke brandweer mee om de samenwerking met de bedrijfsbrandweer van het DMunB en de communicatie weer eens te testen. Het is ook wel weer eens tijd, vindt brandweercommandant Roelof. “Door de pandemie hebben we lang niet kunnen oefenen. Normaal gesproken doen we dat minimaal één keer per jaar met de omliggende vrijwilligerskorpsen.”

Virus

Nu is er toch al kruisbestuiving tussen de korpsen in de omgeving van het munitiecomplex. Bevelvoerder Herman (Veenhuizen) en brandweerman Kimm (Vries) zijn behalve werkzaam voor Defensie, ook vrijwilliger in hun woonplaats. “Het is net griep. We zijn allemaal besmet met het brandweervirus”, zegt Kimm. Dat geldt ook voor een van de nieuwe collega’s, Marco. “Ik heb net mijn opleiding tot bevelvoerder afgerond. Net een half jaar werkzaam bij het munitiebedrijf. Ik was elf jaar vrijwilliger bij de brandweer in de gemeente Eelde, dus de ervaring is er wel.”

Marco kan vol aan de bak tijdens de oefening, net als alle andere vijftien brandweermensen van Defensie en de vrijwillige brandweer. “We kunnen nog wel wat nieuwe collega’s gebruiken”, schetst Herman. “Er zijn net drie ervaren krachten met pensioen gegaan en dat gat moeten we wel opvangen. En zeg eerlijk: wie wil zo’n mooie baan nou niet”?