Tekst Andre Twigt
Foto Floriaan Bijleveld, Archief MCD

Liaison bij de Zweedse DMO

CV

  • Ir. Floriaan Bijleveld (32 jaar)
  • Sinds 2018 werkzaam bij de Afdeling Maritieme Systemen, van medewerker Shock Protection tot secretaris van het management van de Northern Naval Shipbuilding Cooperation
  • Vanaf maart dit jaar als liaison werkzaam bij de Forsvarets Materielverk, oftewel de Zweedse DMO in Stockholm

De Defensie Materieel Organisatie vormt de brug tussen de wens van de klant, de operationele commando’s en de mogelijkheden die de budgetten en de markt bieden. In een reeks artikelen geven medewerkers een gezicht aan de DMO en vertellen ze hoe die (ver-)binding met en door de DMO tot stand komt. Ditmaal Floriaan Bijleveld, werkzaam bij de Afdeling Maritieme Systemen en als liaison uitgezonden naar de Försvarets Materielverk, oftewel de Zweedse DMO in Stockholm.

Floriaan werkt nog niet lang bij DMO, maar heeft zich er al zeer verdienstelijk weten te maken. Aan het eind van zijn studie werktuigbouwkunde aan de TU Delft kwam hij tijdens zijn afstudeeronderzoek naar scheepsbotsingen voor het eerst in contact met Defensie. DMO was namelijk betrokken bij dit onderzoek vanwege het varen door ijs bij operaties in de poolgebieden: “IJs kan enorme krachten uitoefenen en de scheepsromp beschadigen, waardoor schepen kunnen vergaan. Kijk maar naar de Titanic.”

Vervolgens kwam hij in dienst als medewerker schokprotectie bij de Afdeling Maritieme Systemen (AMS). Hier heeft hij zich gericht op het analyseren van de effecten van onderwaterexplosies aan boord van marineschepen en de schokbelasting aan boord van hogesnelheidsvaartuigen, zoals de FRISC.

Floriaan poserend voor een stukje Zweeds maritiem erfgoed. “Werken hier betekent kennismaken met een andere organisatie en een andere cultuur.”

Dit is een werkveld dat mij erg interesseert

Onderwater-explosies

Floriaan wist enigszins waaraan hij begon toen hij bij Defensie ging werken. “Tijdens mijn afstudeerstage raakte ik aan de lunchtafel in gesprek met een DMO’er over mijn onderzoek naar scheepsbotsingen. Van het een kwam het ander en hadden we het ook over welke functies er bij de DMO vacant waren. Ik heb toen gesolliciteerd en een week later werd ik aangenomen.” Daarmee ging een beetje wens van Floriaan in vervulling. Voordat hij ging studeren, overwoog hij naar het KIM te gaan, maar besloot toch in Delft te gaan studeren. Maar nog immer bleef de marine trekken. “Dit is een werkveld dat mij erg interesseert.”

De wereld van de marine is Floriaan inmiddels op het lijf geschreven.

Nieuwe episode

Floriaans plaatsing in het Hoge Noorden vormt een nieuwe episode in zijn carrière, maar het begon eigenlijk al eerder: In 2020 werd hij gevraagd om secretaris te worden van het Zweeds-Nederlandse Management Board voor marinematerieel. Het Management Board is een overlegorgaan met Zweden, bestaande uit een afvaardiging van AMS en D-PLAN, en hun Zweedse tegenhangers. In dat overleg gaat het onder meer over samenwerking tussen de afdelingen maritieme systemen van beide landen. Nederland en Zweden willen de samenwerking op maritiem gebied intensiveren, wat onder andere resulteerde in de uitwisseling van personeel waar Floriaan nu aan deelneemt, en de oprichting van de Northern Naval Shipbuilding Cooperation (NNSC). Aan dit laatste werkverband nemen ook Denemarken, Finland, Duitsland en Noorwegen deel.

Een van de projecten die Floriaan kreeg toebedeeld, was het analyseren van de fysieke belasting aan boord van de FRISC.

Composiet

Op het moment van het telefonische interview is Floriaan op zijn kamer in Stockholm bezig zijn spullen uit te pakken. Werkzaam op het Zweedse Ministerie van Defensie bestaat zijn werk uit het bevorderen van de samenwerking. Eerste stap is te weten komen hoe de Zweedse materieel-organisatie in elkaar steekt, wat de verschillen zijn en de overeenkomsten. “Ik weet dan op welke gebieden we elkaar kunnen versterken en bijvallen.” Zweden heeft uitgebreide ervaring met het toepassen van sterke, lichtgewicht composietmaterialen in marineschepen. De Koninklinke Marine is van plan composieten toe te passen op de komende antisubmarine warfare fregatten. Zweden heeft al een korvetklasse die volledig is gebouwd met composiet. “Samen doen we onderzoek naar composieten om toekomstige schepen te verbeteren.” Een al lopend samenwerkingsproject dat binnenkort een vervolg krijgt, houdt verband met scheepsignaturen. Oftewel de vingerafdruk die een schip onderwater achterlaat en die hem tegelijk kwetsbaar maakt voor aanvallen van onderzeeboten. Tevens zijn in het verleden al gezamenlijk sleepvaartuigen aangekocht.

Het Zweeds/Nederlandse management board. Uiterst rechts secretaris Floriaan Bijleveld.

‘Samen doen we onderzoek om toekomstige schepen te verbeteren’

Inschatten

Zweden op zijn beurt heeft interesse in zaken die momenteel in Nederland worden beproefd, zoals de toolbox voor mijnenbestrijding. Een interessante Zweedse vinding die weer de interesse van onze marine heeft, is een modulair systeem met containers om missie-specifieke apparatuur op fregatten te integreren. Een project dat Floriaan vanwege zijn achtergrond persoonlijk aantrekt, is het testen van schepen in Zweden op de effecten van een onderwaterexplosie. Dergelijke tests zijn in Nederland onuitvoerbaar vanwege het gebrek aan testfaciliteiten. “In 2005 is de schokbestendigheid van een van de luchtverdedigings- en commandofregatten in Zweden beproefd. Met de komst van nieuwe schepen en onderzeeboten bij de marine is het zinnig om het hierover in een vroeg stadium met de Zweden te hebben.”

De Zweedse marine heeft interesse getoond in de toolbox die op de, in aanbouw zijnde moederschepen van de Mijnendienst gebruikt gaat worden.

Wat het werk in Zweden aantrekkelijk maakt voor Floriaan, zijn de nieuwe uitdagingen en werken in een andere cultuur. “En dat ik hier de eerste ben; Ik heb niemand voor mij en moet zelf kijken waar samenwerking mogelijk is. Dat maakt het voor mij interessant.”