Tekst kapitein Arthur van Beveren
Foto Kick Smeets
“Dit komt één keer in de 30 jaar voor”
Naar verwachting gaat de offerte-aanvraag voor vier nieuwe onderzeeboten medio november naar drie Europese scheepsbouwers. Een bijzondere mijlpaal in het Programma Vervanging Onderzeeboten. Het team achter de aanvraag werkte met man en macht om de deadline, met succes, te halen.
Hun leven staat geheel in het teken van de nieuw te bouwen onderzeeboten. Bram als manager systeemintegratie, met zijn team verantwoordelijk voor alle techniek rond de boot en als voorlopig resultaat het ruim 1000 pagina’s tellende programma van eisen, en René, leider van de werkstroom inkoop en samen met zijn team onder meer belast met het inkoopproces en het centrale aanspreekpunt voor de kandidaat-werven.
Mentaliteit
“Ik eet, slaap en drink dit programma. Ook thuis merk ik dat ik constant bezig ben met wat er morgen moet gebeuren. Het is intens op een manier die ik in de afgelopen 25 jaar niet heb meegemaakt”, vertelt René, die begon in het landdomein, en via de MQ-9 Reaper en het nieuwe Combat Support Ship als strategisch contractmanager bij het vervangingsprogramma van de onderzeeboten terecht kwam.
Die gedrevenheid herkent Bram uit de tijd dat hij zelf als technisch officier bij de onderzeedienst diende. “Je was of op zee met het luik dicht bezig met je opdracht, of je lag in Den Helder aan wal, bezig met het voorbereiden van de volgende missie. En ik denk dat ik en mijn collega’s die mentaliteit ook doortrekken naar dit programma. Je bent altijd met die boot bezig.”
Complex systeem
In de bouw van een dieselelektrische onderzeeboot zitten vele malen meer manuren dan bij bijvoorbeeld een gevechtstank. Zelfs een fregat, over het algemeen een groter vaartuig, bevat ruim de helft minder systemen en onderdelen en heeft bijna drie keer minder leveranciers. De complexiteit van een onderzeeboot en daarmee het vervangingsprogramma is vergeleken met andere rij-, vlieg- en vaartuigen dus enorm en daarmee een heel belangrijk programma binnen de context van de krijgsmacht, en ook financieel zeer omvangrijk aldus René: “Ik bedoel, een programma van deze omvang komt één keer in de 30 jaar voor.”
Stevig getoetst
Het werk vraagt van iedereen veel flexibiliteit en doorzettingsvermogen. De offerte-aanvraag en het conceptcontract die nu door het programmateam worden geproduceerd moeten uiteraard kloppen. “We gaan het contract aan voor de komende 40 jaar”, legt René uit. “De risico’s aan de kant van de Staat moeten zijn afgedekt maar ook de werf heeft belangen waar je rekening mee moet houden. We worden dus stevig getoetst op onze plannen door verschillende commissies binnen Defensie. Die kijken met een frisse blik naar onze documenten en spreken ons aan op zaken die anders moeten. Daar moet je als team wel voor openstaan, en ik denk dat we dat ook doen.”
‘We worden stevig getoetst’
Niche-capaciteit
Net als de voorgaande Walrusklasse moet ook de nieuwe boot onderscheidend zijn als niche-capaciteit binnen de NAVO. “Ik denk dat de bestaande boten de perfecte aanvulling zijn op de grotere nucleaire onderzeeboten en de kleinere dieselbootjes die landen hebben”, zegt Bram. “Nederland speelt daar een belangrijke rol in. Expeditionair en tegelijkertijd dieselelektrisch. Dat is de unieke combinatie die je niet veel ziet en dat is een van de redenen waarom de Nederlandse onderzeedienst wereldwijd hoog staat aangeschreven. De opdracht die we hebben gekregen voor de nieuwe boot is zeker gebaseerd op de performance van de Walrusklasse.”
Gebruiker betrokken
De kennis van ervaringsdeskundigen als Bram, die na zijn marinetijd jarenlang in de maritieme sector werkte, helpt uiteraard maar de uiteindelijke gebruiker heeft een grote invloed. In aanloop naar het programma van eisen is de afgelopen 2,5 jaar uitvoerig gesproken met officieren en onderofficieren uit de huidige onderzeedienst en met mensen die veel ervaring hebben maar nu elders werken. “Om ons een spiegel voor te houden”, legt Bram uit. “Wij vroegen hen: kijk eens vanuit jouw gebruikersrol naar de eisenset die wij hebben opgesteld en denk met ons mee. Wij denken dat die goed is, maar voldoet die ook voor jullie?” De samenwerking werd steeds intensiever naarmate de lijst definitief werd. “Ik heb het als heel prettig ervaren wetende dat we veel tijd vroegen; zij doen dit naast hun normale werk. Toch proefde je de bereidheid en het enthousiasme om er iets moois van te maken”.
‘Van die spirit kan ik wel genieten’
Champagne
Het programma vergt dus veel van iedereen, maar het geeft ook veel terug. Als burgermedewerker voelt ook René naar eigen zeggen het familiegevoel van de onderzeedienst in dit project. “Daar zit een bepaalde mentaliteit achter. Van die spirit kan ik wel genieten.” In zijn werkende leven gaat hij de introductie van de nieuwe boot niet meer meemaken maar het eindresultaat zal er zijn. Bram kijkt er naar uit, alhoewel het nog zeker tien jaar kan duren voordat een nieuwe Nederlandse onderzeeboot te water gaat. “Ik ben teruggekomen naar Defensie voor dit project en denk er wel eens aan hoe het is om straks op de kant te staan, als er een fles champagne tegen de boeg met de Nederlandse vlag aangaat.”
Dit zei staatssecretaris van Defensie Christophe van der Maat eerder over de offerte-aanvraag.
* In verband met persoonlijke veiligheid noemt Materieelgezien alleen voornamen van betrokkenen bij het Programma Vervanging Onderzeeboten.