Dit artikel hoort bij: Materieelgezien 06

Munitiebedrijf koploper in aankoop klein kaliber-munitie

Tekst kapitein Charlotte Snel
Foto sergeant Jasper Verolme

‘Hier mag de hele keten trots op zijn’

Door de situatie in Oekraïne zijn alle ogen op de krijgsmacht gericht. Het geld rolt na jaren van bezuiniging weer de goede kant op en dus is het alle hens aan dek voor de inkopers van Defensie. Aan hen de schone taak om ervoor te zorgen dat alle magazijnen opgetopt blijven. Maar wat komt daar precies bij kijken? Vijf vragen aan Hans de Jager, Hoofd Inkoop Defensie Munitiebedrijf.

Hoe zijn de afgelopen maanden voor jullie afdeling geweest?

“Hectisch en uitdagend! Er is 25 jaar lang binnen Defensie ontzettend veel bezuinigd en daardoor liepen ook intern veel dingen moeizaam. De flow was eruit. Door de oorlog in Oekraïne is de urgentie in één keer terug. Defensie wordt weer gezien en er komt een hoop geld bij dat besteed moet én mag worden. De sfeer is totaal omgeslagen. Dat maakt ons werk als inkopers weer een stuk interessanter.”

Hoop geld dat besteed moet en mág worden

Wat is er sinds de Russische invasie van Oekraïne gebeurd? 

“In de week na 24 februari was ik met mijn team op een beurs in Duitsland. We zaten daar met onze klein kaliber-leveranciers om tafel. Zij kregen dat weekend al het verzoek van de Duitse overheid om te inventariseren welke orders er liepen en er rekening mee te houden dat bijvoorbeeld de levering aan de Amerikaanse civiele markt even on hold moest omdat de prioriteiten hoogstwaarschijnlijk elders kwamen te liggen. Aan die tafel kwam het besef; we moeten nú gas geven. De vraag naar munitie zal wereldwijd gaan stijgen en wij willen niet achter in de rij aansluiten.”

Hans de Jager: “Aan die tafel kwam het besef; we moeten nú gas geven.” (foto: Paul Tolenaar)

‘Doordat we allemaal in turbostand stonden, waren we er als eerste bij’

Hoe regel je dat?

“Er wordt door alle collega’s van het Defensie Munitiebedrijf ontzettend hard gewerkt. Omdat het hele bedrijf de noodzaak voelt, kunnen we snel schakelen. Dit resulteerde erin dat we voor klein kaliber-munitie in korte tijd grote contracten afsloten. Van een leverancier hebben we de komende drie jaar tot wel 50 procent productiecapaciteit geclaimd. Dat is uitzonderlijk veel; meer dan het drievoudige van wat we normaal aankopen. Doordat we allemaal in turbostand stonden, waren we er als eerste bij. Mooi toch? We lopen wereldwijd voorop en daar mag de hele keten heel trots op zijn!”

Wat gaan de militairen in het veld van deze deal merken?

“Dat is een beetje de keerzijde van de medaille. Ja, we zitten komende jaren goed, maar ook onze leveranciers hebben te maken met allerlei tekorten aan bijvoorbeeld grondstoffen en personele capaciteit. Als gevolg hiervan zijn de levertijden lang. De spullen zullen er dus niet veel sneller zijn dan in de oude situatie. De hele wereld aast op dezelfde materialen. Aan de andere kant; als we deze contracten niet met deze snelheid hadden gesloten, zouden producenten zeggen: ‘Nederland, kom over drie jaar maar weer terug’. Dan heb je een probleem. Nu staan wij, dankzij de inzet van alle collega’s, vooraan.”

Hoe zorgen we ervoor dat die ‘turbostand’ aan blijft staan?

“We krijgen er de nodige handjes bij, dat zal op termijn zeker schelen. Daarnaast focussen we op een meer klantgerichte aanpak. Normaal gesproken ga je met een programma van eisen de markt op om een bepaald product te kopen. De gebruiker wordt hier niet altijd bij betrokken. Dan kan het zomaar zijn dat collega’s op de werkvloer niet tevreden zijn met een eindproduct of de snelheid waarmee het beschikbaar komt. Daarom nemen wij gebruikers actief mee aan de voorkant van het proces. Samen met hen kijken we waar de behoefte ligt en waar een bepaald product aan moet voldoen. Doordat we aan het begin van een proces meer tijd besteden, voorkomen we dat we later vastlopen of vertragen. We werkten al langer op deze manier, maar dit moet wat mij betreft de norm worden. Zo kunnen we in een aantal gevallen sneller inkopen én sneller innovaties doorvoeren. Op die manier houden we die positieve flow met elkaar vast. Daar ben ik van overtuigd.”

‘Blij met slagvaardigheid’

Ton Huisman, Commandant Defensie Munitiebedrijf

“Samen met alle afdelingen binnen het Defensie Munitiebedrijf, onze inkopers en industrie is het gelukt om in korte tijd deze contracten af te sluiten. Ik ben erg blij met deze slagvaardigheid en ontzettend trots op de collega’s die dit hebben gerealiseerd.

Momenteel lopen er soortgelijke inkooptrajecten voor onder andere 127 mm munitie voor de marine en diverse Foreign Militairy Sales (FMS) dossiers met betrekking tot luchtmunitie (GBU-31 en 39, Hellfires, etc, red.). Ook nemen we waar mogelijk munitie over van NAVO-partners zodat onze voorraad sneller wordt aangevuld.

We kunnen nu alle munitie nog opslaan in de huidige bunkers, maar een vergroting van de munitievoorraden kan uiteindelijk leiden tot een grotere behoefte aan opslagcapaciteit. Het Defensie Munitiebedrijf is samen met het Rijksvastgoedbedrijf al aan het kijken hoe we dit de komende jaren gaan realiseren.

Naast opslagruimte en een infrastructuur hebben we natuurlijk ook meer personeel nodig om de extra munitie in te kopen en op te slaan. Hier buigen we ons samen met de Directie Plannen van de Bestuursstaf over. We staan met zijn allen voor een enorme uitdaging, maar ik heb er alle geloof en vertrouwen in dat wij het gaan waarmaken.”