Beste lezers van de Materieelgezien,

Voor u ligt alweer de 4e editie van de Materieelgezien in 2021. Dat betekent dat we richting de zomer gaan. Het mooie weer heeft zich daarbij nog niet al te veel laten zien. Ondertussen hebben we nog steeds te maken met beperkingen vanwege COVID-19. De vaccinatiecampagne komt weliswaar op stoom en er zijn maatregelen versoepeld, maar we snakken toch echt naar het moment dat er veel meer kan. En in deze crisis gaat de formatie van een nieuw kabinet helaas moeizaam. Kortom, het is spannend, veel is onzeker en daarmee wegen de laatste loodjes echt het zwaarst.

Dus, volhouden, hoofd koel, voeten warm en we gaan hier vast uitkomen. In het bijzonder geldt dat ook voor het perspectief van Defensie. De nieuwe Commandant der Strijdkrachten heeft een duidelijk appel gedaan op samenleving en politiek om te investeren in Defensie: “de samenleving moet kunnen vertrouwen op een krijgsmacht die ons Koninkrijk kan verdedigen… één die het hart van onze democratie in leven houdt”. Met alle dreigingen om ons heen kiest een nieuw kabinet hopelijk ‘echt’ voor het versterken van de krijgsmacht.

De DMO staat klaar om daar een bijdrage aan te leveren. In een landelijk ochtendblad werd een aantal weken geleden op de voorpagina gekopt ‘Aankoopmisser legervoertuigen’. In het artikel werd de DMO ook fijntjes onder de loep genomen. In de DMO zou de ene hand niet weten wat de andere doet. Ook zouden in de DMO vooral landmachtmilitairen werken en burgers die lang niet allemaal het gevoel hebben voor het militaire bedrijf.

Helaas heeft de journalist niet vooraf ook zijn licht bij ons opgestoken. Dan krijg je een eenzijdig verhaal. Ik zet daar in deze column graag staccato tegenover: (1) de DMO heeft de afgelopen jaren kans gezien de bestedingen voor projecten aanzienlijk op te schroeven tot een kwart van het jaarlijkse Defensiebudget, (2) het merendeel van de meer dan 250 projecten in uitvoering wordt op tijd, met het juiste product en binnen budget afgerond en (3) bij de DMO werkt een mix van militairen van marine, landmacht, luchtmacht en marechaussee.

Natuurlijk hebben we projecten met uitdagingen. De oorzaken zijn echter divers en de uitleg kent vele nuances. Daarbij ligt het zeker niet aan burgermedewerkers die de ‘andere kant op zouden kijken’. Ik ken mijn DMO’ers juist als zeer toegewijde professionals met diepgaande vakkennis en focus op de militair.

Kortom, kritisch zijn naar wat wij als DMO doen is prima. Laten we daar wel in al zijn nuance met elkaar over spreken. Ik praat daar ook graag nog een keer persoonlijk met betreffende journalist over. De uitnodiging aan hem om bij de DMO een kop koffie te komen drinken is dan ook de deur uit. In ieder geval moet de beeldvorming de deur uit dat het onzin zou zijn om 4 miljard euro te investeren voor onze vrede en veiligheid omdat de DMO dat niet zou kunnen omzetten in het best mogelijke materieel en IT: dat is pas echt onzin.

Hou vol, die mooie zomer komt er echt aan,

hartelijke groet,

Vice-admiraal (TD) Arie Jan de Waard
Directeur Defensie Materieel Organisatie