03

Dit artikel hoort bij: Materieelgezien 04

In 't kort

Tekst Evert Brouwer
Foto Mediacentrum Defensie

Laatste Vector

De laatste ATTV/Vector is 30 april uit de fabriek in Tiel gerold. Er zijn in 3 jaar tijd 75 van deze voertuigen - voluit  All Terrain Tactical Vehicle/Versatile Expeditionary Commando Tactical Off Road geheten - geleverd. 

In een vervolgproject, onder leiding van de afdeling Bandbreedte, wordt een deel van de vloot zo spoedig mogelijk interim-gereed gemaakt. Het gaat onder meer om de inbouw van communicatiemiddelen, stoorzenders (jammers) en de rookbuslanceerinrichting. 

Vanwege de COVID-19 maatregelen zal op een later moment, samen met het Commando Landstrijdkrachten en leverancier Defenture meeraandacht worden besteed aan de succesvolle laatste levering.

Streepje

Groene molen

Voor het eerst is een zogenoemde Green Energy Mill (GEM) gebouwd op een defensieterrein, Complex Ede Driesprong. De GEM-toren voorziet in energie door het gebruik van zonnepanelen en wind.

De toren, mede ontwikkeld door TU Eindhoven, kan groene energie leveren op bijvoorbeeld festivals. Defensie wilde aanvankelijk ook een gedeelte van Kamp Heumensoord bij de Nijmeegse Vierdaagse op die manier van energie voorzien. In verband met de coronamaatregelen is gezocht naar een alternatieve testlocatie. 

Met de toren test Defensie alternatieve duurzame energiesystemen en doet ervaring op met het verbruik. Ook procesverbetering van duurzame maatregelen is een van de leerdoelen. Door dit soort innovaties te onderzoeken, verwezenlijkt Defensie de doelstelling uit de Operationele Energie Strategie. 

Behalve het verlagen van de ecologische ‘voetafdruk’ kunnen deze innovaties hun nut bewijzen in missiegebieden waar duurzame opwekking van energie de afhankelijkheid van brandstof doet verminderen. 
De 25 meter hoge toren blijft een maand staan op het FieldLabSmartBase van het concept development & experimentation (CD&E). Dat is een relatief nieuwe landmachteenheid die zich richt op het ontsluiten van het innovatieve vermogen van het bedrijfsleven en kennisinstituten voor het moderniseren van de krijgsmacht.

Streepje

Extra onderhoud MQ-9

Voor het onderhoud aan de MQ-9 tijdens missies is een raamovereenkomst getekend. Indien het kabinet besluit de MQ-9 in te zetten kan er op afroep een beroep op worden gedaan.

De Medium Altitude Long Endurance Unmanned Aerial Vehicle (MALE UAV) MQ-9 Reaper stroomt in 2021 in bij het 306 Squadron op de Vliegbasis Leeuwarden. Vanaf dat moment vindt voor Nederland de opbouw plaats naar een structurele inlichtingencapaciteit, voor zowel ondersteuning aan civiele autoriteiten in Nederland als voor internationale inzet tijdens bijvoorbeeld crisisbeheersingsoperaties.

Streepje

Nano van NeNo

Nederland en Noorwegen ontwikkelen 2 ‘intelligente’ nanosatellieten die in tandemformatie om de aarde gaan vliegen. Ze doen dit voor een missie om de oorsprong van radarsignalen te onderzoeken. 

Dat gebeurt door een consortium van onderzoeksinstituten: de Koninklijke NLR en TNO, en het Noorse Defensie-onderzoeksinstituut Forsvarets Forskningsinstitutt.

Ze ontwikkelen een demonstratiemissie voor een observatiesysteem vanuit de ruimte, voor het project ‘Military Use of Space’ (MilSpace2). De inzet van satellieten maakt Defensie uiteindelijk minder afhankelijk van externe partijen. Voor de bouw van nanosatellieten met de namen ‘Birkeland’ en ‘Huygens’ is NanoAvionics uit Litouwen geselecteerd. Dat gebeurde na een onafhankelijk evaluatieproces, met aanbieders uit verschillende landen.

Het is voor het eerst dat Nederland en Noorwegen gezamenlijk satellieten ontwikkelen en lanceren. De lancering van de 2 nanosatellieten, die samen de zogenoemde BROS-missie vormen, staat gepland voor medio 2022. 

Nederland en Noorwegen werken al langer samen op strategisch belangrijke onderzoeksterreinen in het Strategic Mutual Assistance in Research and Technology’. Een van de projecten die hieronder vallen is MilSpace2.

Lees ook: https://magazines.defensie.nl/materieelgezien/2017/09/nanosatelliet

Streepje

Nieuwe wagens EOD

De Explosieven Opruimingsdienst Defensie beschikt sinds kort over 2 nieuwe CBRN-vrachtwagens en 3 containers.

De EOD rukt vrijwel dagelijks uit om explosieven onschadelijk te maken. Het gaat daarbij soms ook om projectielen met een chemische, biologische, radiologische of nucleaire (CBRN) lading. De voertuigen staan 24/7 paraat om binnen de landsgrenzen op een dergelijk explosief af te gaan. 

Het kan een geïmproviseerd exemplaar betreffen, waarbij springstof is gecombineerd met een CBRN-lading, maar ook om een conventioneel explosief met een chemische lading. Denk daarbij aan gasgranaten. De voertuigen zijn bovendien in te zetten bij het ruimen van explosieven in een chemisch verontreinigde omgeving of in sterk vervuilde grond.

De vrachtwagens vervangen de oude voertuigen die Defensie ooit overnam van de brandweer. Defensie heeft een speciaal CBRN-peloton in de gelederen. Dit is als enige in Nederland gespecialiseerd in het ruimen van explosieven met een CBRN-lading.

Streepje

Directeur geridderd

De directeur van de Defensie Materieel Organisatie, vice-admiraal Arie Jan de Waard, is vorige maand benoemd tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau, met de zwaarden. Hij ontving de versierselen op het Ministerie van Defensie uit handen van minister Ank Bijleveld. “In een bijzondere week ben ik verrast door deze onderscheiding. Ben zeer geraakt. Dat wat in mijn werk en daarbuiten doe is teamsport. Deze waardering straalt af op velen”, liet hij weten. Behalve directeur DMO is admiraal De Waard ook voorzitter van de Stichting Sail Amsterdam. “De onderscheiding voelt ook een beetje als een pleister op ‘een behoorlijke kras’, nu Sail 2020 niet doorgaat.”

Streepje

Nieuwe schepen

Tussen 2024 en 2034 gaat de marine 10 schepen voor ondersteunende taken vervangen. Althans, dat is wat staatssecretaris Barbara Visser in de brief aan de Tweede Kamer heeft voorgesteld.

De marine beschikt over 10 vaartuigen voor diverse ondersteunende taken. Die bereiken de komende jaren het einde van hun levensduur. Staatssecretaris Barbara Visser heeft de Tweede Kamer geïnformeerd over de behoefte om deze vaartuigen te vervangen.

Het betreft het marine-opleidingsvaartuig, het torpedowerk- en ondersteuningsschip voor onderzeeboten, 5 duikvaartuigen, het transport- en ondersteuningsschip in het Caribische gebied en 2 hydrografische opnemingsvaartuigen. Het project om deze hulpvaartuigen - Zr.Ms. Mercuur (foto), Snellius, Luymes en Pelikaan, Van Kinsbergen, Soemba en de duikvaartuigen Cerberus, Argus, Nautilus en Hydra tijdig te vervangen maakt deel uit van het investeringsprogramma van de Defensienota 2018. 

Taakstelling en het zogenoemde concept of operations wijken vrijwel niet af van de huidige vloot. De hulpvaartuigen worden doorgaans zelfstandig ingezet, maar in voorkomend geval ook in (inter)nationaal verband. Ook dienen zij geregeld ter ondersteuning van civiele autoriteiten. Denk aan het ruimen van explosieven in kust- en binnenwateren. 

Met het project is een investering gemoeid tussen de 250 miljoen en 1 miljard euro.