Tekst Leo de Rooij
Foto sergeant Cinthia Nijssen
Regelneef bij projecten
De Defensie Materieel Organisatie maakt de verbinding tussen willen en kunnen. DMO vormt de brug tussen de wens van de klant, de operationele commando's (marine, landmacht, luchtmacht en marechaussee), en de mogelijkheden die de budgetten en de markt bieden. In een reeks artikelen geven medewerkers een gezicht aan DMO en vertellen hoe die (ver)binding met en door DMO tot stand komt. Deze keer is dat Niels Samsom (26), projectondersteuner.
Na zijn studie Bedrijfskunde in Groningen koos Niels in eerste instantie voor ‘commercieel’ en ging aan de slag bij een digitaliseringsbedrijf. Het bleek niet echt zijn wereld, wat nog eens werd onderstreept tijdens de tripjes die hij samen met zijn vader maakte. “Mijn vader was zakelijk leider bij het militair orkest van de landmacht, en ik ging regelmatig mee als ze moesten spelen. Het ceremonieel vertoon sprak me wel aan, maar nog meer het samen naar een doel toewerken. Dat miste ik in het bedrijfsleven”, kijkt Niels terug.
‘Handig als je goed kunt plannen’
Overstap naar DMO
Hij verruilde in 2018 zijn stropdas voor het camouflagepak en begon op de KMA. Om er al snel achter te komen dat ‘ie zelf toch niet beschikte over de juiste militaire inborst. “Maar als burger bij Defensie leek me op het lijf geschreven. En zodoende maakte ik dit jaar de overstap naar DMO, als projectondersteuner bij de afdeling Bandbreedteprojecten.”
Bij de directie Projecten van de DMO lopen er momenteel zo’n 260 projecten, waarvan er 120 zijn aangemerkt als ‘bandbreedte’. Dat zijn de materieelprojecten tot €5 miljoen, waarbij de diverse OPCO’s rechtstreeks opdrachtgever zijn. De projecten worden ‘gedraaid’ door 10 projectleiders, die in hun werk kunnen leunen op 1 ondersteuner: Niels Samsom.
Smeerolie in projectproces
Lachend: “Zie me maar als een soort manusje-van-alles. Een regelneef. De smeerolie die nodig is om het hele projectproces glad te laten verlopen. Ik hop daarom ook van het ene naar het andere project, spring bij waar nodig. Zodoende doe ik een schat aan ervaring op met verschillende projecten, leer veel mensen kennen. Dat is ook nodig, want projectondersteuner doe je voor 2 jaar. Daarna bestaat de mogelijkheid door te groeien naar de functie van projectleider.”
Veel afwisseling
Dat ‘project hoppen’ geeft Niels een leuke en afwisselende baan en sterkt hem in de overtuiging de goede keus te hebben gemaakt. “Ga maar na: de ene dag ben ik probleemoplossend bezig met CBRN-pakken voor F-16 vliegers, de volgende dag zijn het navigatiesystemen voor onderzeeboten. Je ondersteunt bij het maken van een filmpje over een vogelradar op een vliegbasis, en vervolgens bij de overdracht op de NIDV-beurs. Dat is een prachtig en gevarieerd takenpakket.”
Het helpt daarbij wel als je een beetje stressbestendig bent. “Als back-up van de projectleiders is het handig als je goed kunt plannen en organiseren. Je moet jezelf niet gek laten maken door een volle agenda, al ligt daar tegelijkertijd ook de valkuil. Zeker als er straks nog 3 projectleiders bij komen, die allemaal leunen op die ene projectondersteuner… Maar je hoort mij niet klagen hoor; resultaatgerichtheid blijft uiteraard erg belangrijk, maar daarnaast staat collegialiteit bij ons op de afdeling hoog in het vaandel. En dat bevalt mij heel goed!”