11

Dit artikel hoort bij: Materieelgezien 09

‘Voorraad en tijdig leveren’

Directeur Wapensystemen & Bedrijven brigadegeneraal Dobbenberg

Hij zit er nog niet eens zo lang. Brigadegeneraal Ernst Dobbenberg nam in juni de taken als directeur Wapensystemen & Bedrijven bij de DMO over van commodore Denny Traas. Hij treft een “omvangrijke en diverse directie” aan, die na jaren van bezuinigingen weer in kleine stapjes mag groeien. Zijn motto: Eenvoud en output. “Een eenvoudige boodschap die 80% van de lading dekt, maar door iedereen begrepen wordt, is voor mij effectiever dan een moeilijke 100%-oplossing voor een paar insiders. Die landt niet. Daarnaast gaat het uiteindelijk om ons product; inzetbare wapensystemen en beschikbare  voorraden.” 

Is het wennen binnen DMO voor iemand die een belangrijk deel van zijn loopbaan bij het Wapen der Genie heeft doorgebracht?

“Als genist ben ik wel gewend om met specialisten te werken. Met professionals die binnen hun eigen expertise enorm bedreven en vakkundig zijn. Dat is de grote overeenkomst met mijn huidige baan. De directie bestaat, naast een databeheer-afdeling, uit 2 verschillende entiteiten; te weten de afdelingen wapensysteem - het ingenieursbureau van Defensie - en de keten-logistieke bedrijven. Die voorzien in kleding en uitrusting, munitie en brand- en bedrijfsstoffen. Om effectief te zijn is eigenaarschap, zoals ik dat noem, een voorwaarde. De 9 kolonels in mijn managementteam hebben een eigen verantwoordelijkheid. Ik geef richting, beschrijf het ‘wat’, en voel mij verantwoordelijk voor het invullen van de randvoorwaarden, zoals voldoende geld en personeel.”

“Met het ‘hoe’ van de uitvoering moet ik me niet teveel bemoeien. Dat is fysiek ook onmogelijk, als je alleen al kijkt naar de geografische locaties. Grofweg de helft van onze 1100 medewerkers huist op de Kromhoutkazerne, de rest werkt overal in het land. Ik geloof erin dat je professionals ruimte moet bieden. Vrijheid van handelen om te kunnen excelleren. Dat kan als de stip op de horizon duidelijk is en de middelen beschikbaar zijn om het werk te doen. Als we weten waar we naar toe willen, kunnen we prioriteiten stellen en gaan we dezelfde kant op. Dat is waar ik als directeur - commandant - mij elke dag druk om maak. Focus aanbrengen en randvoorwaarden najagen.”

'Te lang wachten op kleding en uitrusting is niet uit te leggen'

Brigadegeneraal Dobbenberg: directeur van een “omvangrijke en diverse directie”.

Wat is dan dat doel?

“De wapensysteemafdelingen leveren in het hele proces van behoeftestelling, verwerving, instandhouding en afstoting van materieel de technische kennis. Zij zorgen ervoor dat de landmacht, de luchtmacht, de marine en de marechaussee gedurende de hele levensduur over het modernste en meest effectieve materieel beschikken, binnen het budget dat we beschikbaar hebben.”

“Het KPU-bedrijf, het Defensie Munitiebedrijf, het Brand- en Bedrijfsstoffenbedrijf en onze Pijpleidingorganisatie zorgen ervoor dat we gevulde planken hebben en ook brandstof tijdig uitleveren. Zo simpel is dat. Eenvoud helpt daarbij, zeker in een organisatie waar de complexiteit ons op veel momenten boven het hoofd dreigt te groeien. Dan moet je terug naar de basis, naar de vraag ‘waartoe zijn wij op aarde’. Soms moeten we dan onze opdrachtgevers helpen door te benadrukken dat tijdige en heldere aanvragen nodig zijn, naast een zak met geld om behoeftes te realiseren. Alleen dan liggen voorraden tijdig op de plank. Bij nieuwe investeringen worden wij graag al betrokken in de behoeftestellingsfase, om goed te kunnen definiëren wat nodig is om ook de instandhouding effectief en efficiënt te kunnen doen. Immers, de investeringskosten vormen meestal maar het topje van de ijsberg. Het grote geld is nodig tijdens de instandhouding.”

Er was de afgelopen jaren behoorlijk wat kritiek op de ketenlogistieke bedrijven. Terecht?

“Eerlijk: ik heb als relatieve buitenstaander ook bijna 30 jaar lang iets gevonden van de DMO. Dat was op basis van een onvolledig beeld. De DMO levert de Nederlandse krijgsmacht echt de beste spullen die er beschikbaar zijn voor het beschikbare budget. Natuurlijk is dat nooit naar ieders tevredenheid, dat is onmogelijk, want je kunt nu eenmaal niet voor iedereen een broodje speciaal leveren en je wordt beperkt door je budget. Desondanks is de standaard voor PGU en munitie echt hoog. Gelijktijdig weten we goed dat we er nog niet zijn. Voor sommige dingen zijn geen excuses. Te lang wachten op kleding en uitrusting of geen munitie hebben voor een oefening is niet uit te leggen, zeker nu budgetten wat ruimer zijn geworden. Dat zijn voor militairen primaire levensbehoeften. Gelukkig zien we dat onze leverbetrouwbaarheid in grote stappen beter wordt. Die stijgende lijn van leveren moeten we vooral vasthouden.”

De standaard voor PGU en munitie is echt hoog, vindt generaal Dobbenberg.

Er stroomt weer geld door de organisatie. Dus alle problemen zijn binnenkort opgelost?
 

“Generiek geldt dat we in een ander vaarwater zijn geraakt. Sinds vorig jaar zien we voor het eerst de operationele resultaten van de wat ruimere financiële vangrails voor Defensie. De voorbereiding van projecten is in volle gang, investeringen nemen flink toe en we zien steeds meer nieuwe middelen van de band rollen. De voorraden voor missies zijn inmiddels weer volledig beschikbaar en op een aantal specifieke artikelgroepen na liggen de planken ook voor de gereedstelling weer steeds voller.”

“Nu we weer op gang zijn gekomen moeten we echter op zoek naar de balans. Evenwicht tussen de opdrachten die we accepteren en de budgetten en mensen die nodig zijn om tot resultaten te komen. Het is goed dát er meer geld is, maar prioriteiten zullen altijd nodig zijn. Wapensystemen worden er niet goedkoper op. We willen verder kunnen schieten met onze munitie, maar wel preciezer. We willen beter beschermd zijn met lichtere uitrusting. We stellen hoge eisen aan veiligheid; daar zit een prijskaartje aan. Keuzes blijven ook nu dus onvermijdelijk en soms moeten we ‘nee’ durven verkopen, of onze opdrachtgever vragen om prioriteiten te stellen. Bij voorkeur op basis van ons nadrukkelijke advies, want hier huizen de experts.”