Tekst Evert Brouwer
Foto Herman Zonderland/Chiel Boon
Directeur Inkoop Hans Dussel
“Het kwam zomaar in me op”, zegt Hans Dussel, directeur Inkoop bij de DMO, bijna verontschuldigend. Vertel je buurman of -vrouw gewoon eens waarop je trots bent in je werk (zie foto boven). Het gebeurde tijdens de recente ‘Flow tot he Future’-bijeenkomst, waarin medewerkers van de Defensie Materieel Organisatie met elkaar een soepele overgang naar toekomstige nieuwe uitdagingen bespreken. “We mogen bij DMO best eens wat vaker met onze successen naar buiten treden.”
Helemaal nieuw is het idee van Dussel niet helemaal. April dit jaar zag ‘Trots op Inkoop’ het levenslicht. Het 40 pagina’s tellende boekje is bloemlezing van 180 reacties die de directeur ontving na een spontane oproep van zijn kant.
Waarom dit boekje?
“Toen ik in 2017 aantrad bij DMO, kreeg ik signalen dat er een negatief beeld over Inkoop bestond. Dat is niet het gevoel dat ik overhield bij mijn kennismaking met onze medewerkers. Het kon toch niet zo zijn dat we in een heel jaar niks hebben gepresteerd waarop we trots mogen zijn? Dus vroeg ik aan mijn mensen: 'waar zijn jullie trots op?' Mijn vraag leverde aanvankelijk wat ongemak op. ‘Trots, trots? We doen gewoon ons werk’ kreeg ik als eerste reactie. Ik wilde laten zien dat de medewerkers van Inkoop, anders dan de beeldvorming soms is, erop gebrand zijn om resultaten te behalen.”
Wat is of was die beeldvorming dan?
“Dat de CDS beslist dat de militairen iets nodig hebben, DMO bestelt het en uiteindelijk krijgen de krijgsmachtdelen veel te laat iets waarom ze niet hebben gevraagd. Dat we meer bezig zijn met het handhaven van regeltjes in plaats van de klant tevreden te stellen. Dat we niet proactief bezig zijn. Ja, er zijn hindernissen waarmee we als Verwerving te maken hebben. Ja, 25 jaar bezuinigen hebben hun sporen nagelaten. We hebben een sikkeneurige tijd achter de rug. Minder personeel, minder materieel en er was begin dit jaar nog steeds geen arbeidsovereenkomst. De medewerkers hadden niet het gevoel dat het personeel op 1 stond. Dat dreunt door in de organisatie. Het beeld van Inkoop dat onder die omstandigheden gaandeweg is ontstaan, is onjuist. De medewerkers bij Inkoop - inkopers, ondersteuners, adviseurs, contractmanagers en toezichthouders - hebben een groot defensiehart en doen er echt alles aan de best mogelijke spullen voor onze militairen beschikbaar te krijgen.”
Zoals je zelf zegt: niet alles gaat altijd goed. Waar kan Inkoop nog verbeteren?
“Onze medewerkers kunnen de ruimte benutten die ze krijgen en liever niet vanuit beperkingen redeneren. Als we nauw en goed samenwerken met onze klanten – meestal de operationele commando’s – komt er altijd een oplossing waarmee iedereen tevreden is. Natuurlijk, er zijn nu eenmaal obstakels bij de inkoop van defensiematerieel, maar dat is een gegeven. Deal ermee, het is niet anders en laat je dus niet meeslepen in negatief denken, want dat straalt uit naar de klant.”
Kunnen we elk jaar een nieuw boekje verwachten?
“Nee, je moet niet voorspelbaar worden. Er gebeurt op dit moment heel veel bij Inkoop. We hadden 50 vacatures en er stroomt jong personeel binnen. Het heeft mij verrast dat een deel op maatschappelijke gronden voor Defensie kiest. Als je het goed beschouwt is het eigenlijk niet zo gek. Vrede en veiligheid is natuurlijk de grootste maatschappelijke waarde. We kopen maatschappelijk verantwoorde spullen; er komt meer aandacht voor duurzaamheid. Kijk naar de kleding die we aanschaffen en steeds beter hergebruiken. Geloof me, ook de elektrische tank komt eraan. En waarom zou de investering in een nieuw schip niet duurder mogen zijn als je jaarlijks 10% minder exploitatiekosten hebt en milieuvoordeel. Daaraan zullen we verder moeten sleutelen met de krijgsmachtdelen, want dat kan Inkoop niet alleen. Het biedt wel uitdagingen de komende jaren. Die we aankunnen met een positieve grondhouding. En een beetje meer trots mag dan best.”