07

Dit artikel hoort bij: Materieelgezien 08

Militair modestatement: 0% textielafval

Tekst Vanessa Strijbosch
Foto Divers

De nieuwe kleren van de…minister

0% textielafval in 2050, oftewel circulaire duurzaamheid. Als het aan de medewerkers van de Categorie Bedrijfskleding Rijksoverheid ligt, gaat ze dat als eerste binnen Defensie lukken. Dat streven werd onlangs extra bekrachtigd. En wel door een kledingstuk met een boodschap.

Niemand minder dan de minister zelf maakte het opzienbarende modestatement. Tijdens Prinsjesdag droeg ze een stijlvolle jurk gemaakt van stukjes stof van afgeschreven uniformen van de 4 krijgsmachtdelen. Ontworpen en gemaakt door DMO-medewerkster Daisy van Groningen. De ontwerpster en materiedeskundige van de Categorie Bedrijfskleding Rijksoverheid (KPU-bedrijf) maakte er een eyecatcher van die de nodige stof deed opwaaien.

Te gek!

Niet alleen wilde de bewindsvrouw door haar keuze voor deze outfit stil staan bij 75 jaar bevrijding, ook toonde ze aan hoe Defensie zich inzet voor hergebruik van oud-textiel en duurzaamheid in het algemeen. “Te gek! Dit gaan we doen”, was de eerste reactie van de ontwerpster, die nog maar 3 maanden in dienst was toen ze de bijzondere opdracht kreeg. “Ik houd van uitdagingen en zeker op ontwerpgebied. De kans dat je met zoveel verschillende defensiestoffen kan werken, is best uniek. En mogen ontwerpen voor de minister is een voorrecht.”

Niet alleen wilde de bewindsvrouw door haar keuze voor deze outfit stil staan bij 75 jaar bevrijding, ook toonde ze aan hoe Defensie zich inzet voor hergebruik van oud-textiel en duurzaamheid in het algemeen.

Afgeschreven textiel

Samen met KPU-collega Aletta Westra beet ze zich erin vast: een inspiratieboek, diverse schetsen en zelfs een kijkje in de kledingkast van minister Bijleveld gingen vooraf aan het uiteindelijke ontwerp, dat zeer enthousiast werd ontvangen. Van Groningen: “De minister was heel blij met de jurk, tas en hoed. Ze gaat de outfit vaker dragen. En ook binnen het ministerie waren de reacties heel positief. Door dit modestatement tonen we aan dat we ons afgeschreven textiel gebruiken voor iets kwalitatiefs als dit. Èn, geproduceerd in eigen huis.”
 

Waardevolle grondstof

“Binnen Defensie zetten we ontzettend veel textiel om. We zijn in zekere zin een grote vervuiler”, legt materiedeskundige Aletta Westra de vinger op de zere plek. “Het is belangrijk dat we textiel niet meer als afval zien, maar als een waardevolle grondstof. Het is voor ons belangrijk dat het weer terug de keten in gaat om zo de waarde te behouden. We willen een bijdrage leveren om de grote hoop textiel te laten verminderen. En we zijn al aardig goed op weg.”
 

Defensie is voorloper op het gebied van hergebruik en recyclen van kleding. Zo’n 80 mensen met een arbeidsbeperking zamelen jaarlijks 1,8 miljoen kilogram defensiekleding in. (Foto: Robert Koelewijn)

Voorloper

Luitenant-kolonel Rob van Arnhem kan dat alleen maar onderschrijven. “Defensie is voorloper als het gaat om hergebruik van kledingstoffen”, stelt hij zelfs. Grootspraak? Zeer zeker niet. De categoriemanager Bedrijfskleding Rijsoverheid kan dat onderbouwen met cijfers:

  • In totaal wordt per jaar 1,8 miljoen kilogram textiel ingezameld en verwerkt.
  • Daarvan wordt 35% hergebruikt, 60% als grondstof of artikel verkocht en 5% vernietigd.
  • Jaarlijks worden 6.000 boxpallets textiel, 300 kilogram per pallet, ingezameld.
  • Ruim 750.000 uitrustingsstukken per jaar komen voor recycling of hergebruik in aanmerking.
  • Vanaf 2015 gebruikt Defensie steeds meer artikelen bestaande uit een bepaald percentage gerecyclede materialen, zoals handdoeken.

Biga Groep

“Hergebruik legerkleding geen modegril”, kopte de Materieelgezien al in 2016, verwijzend de Biga Groep, een sociale werkplaats waar alle Rijkskleding wordt gesorteerd voor hergebruik of recycling. 3 jaar later neemt diezelfde Biga Groep nog steeds een prominente rol in. Inmiddels werken er zo’n 80 mensen met een arbeidsbeperking die oude defensiekleding inzamelen en selecteren. Zijn er geen slijtsporen? Dan wordt de kleding hergebruikt. Bij te beschadigde kleding wordt de kleding verknipt, worden alle herkenningstekens verwijderd, en wordt het als grondstof verkocht aan de markt.   

Anders denken

Wat er daarna mee gebeurt? Voorbeelden te over: picknicktafels waarin 160 kilogram gevechtskleding is verwerkt, sportvloeren gemaakt van sportschoenen en slippers en zelfs plastic motorkappen van gerecyclede defensiekleding. Toch ligt daar ook een pijnpunt. Want uiteindelijk wordt nog maar 10% van de artikelen weer teruggebracht in echte textielproducten. “Dat is natuurlijk veel te weinig”, geeft Westra toe. “Het is daarom belangrijk dat we al in het voorstadium nadenken over hoe we de aangekochte producten weer terug willen hebben. Er moet anders gedacht worden. Daar is nog wat te winnen.” 

Transitie

Dat realiseert categoriemanager Van Arnhem zich ook. “Je moet concessies willen doen. Zolang er nog geen goede oplossingen zijn om van textiel naar textiel te gaan is er een transitiefase nodig om te voorkomen dat het wordt aangemerkt als afval. Circulair zal nog wel even duren omdat er nog technische beperkingen zijn, maar het gaat er zeker een keer van komen!”

DMO wil verder ontwikkelen op het gebied van recycling en hergebruik van kleding. Daarom investeert he tinnovatiecentrum van DMO - MIND - in een speciaal onderzoek dat afgelopen maand van start ging. Het Saxion college en diverse MKB-bedrijven onderzoeken of er een objectief meetsysteem mogelijk is om gerecyclede stoffen in producten te herkennen, aan te tonen en te meten. Materiedeskundige Aletta Westra begeleidt dit onderzoek namens de Categorie Bedrijfskleding Rijksoverheid.