Tekst Jack Oosthoek
Foto sergeant Jan Dijkstra
Eerste ‘raket-drone’ sist luchtruim in
Het Artillerieschietkamp is voor even een soort mini Cape Canaveral. Technici van Delft Dynamics en T-Minus Engineering ‘verpakken’ een drone in de kop van een oranje-zilveren raket. Sissend in een wolk van witte rook verlaat het projectiel het lanceerplatform en verdwijnt uit zicht. Meetapparatuur, laptops, camera’s en antennes verzamelen vluchtdata. Lukt het om een drone voor het eerst zó te transporteren? Ja en nee. Defensie kijkt geïnteresseerd mee.
De Rocket-Drone is het geesteskind van Mark Uitendaal, projectmanager van het Delftse bedrijf T-Minus Engineering. Hij is vooral geïnteresseerd in de transportmogelijkheden van een raket. “Normaal gesproken staat een drone op de grond en vliegt weg. Waarom zou dit niet in een ‘luchtcontainer’ kunnen?”, stelt hij.
Batterijen half op
Onder het motto ‘fast eyes on target’ stelt Uitendaal Arnout de Jong 3 jaar geleden voor om samen een exemplaar te ontwerpen dat een drone kan vervoeren. De Jong ziet er wel brood in. Hij is chief executive officer (ceo) van het in hetzelfde complex gehuisveste bedrijf Delft Dynamics.
‘Met dit project maken we een stap voorwaarts in de technologie’
Het kost altijd veel tijd voordat een drone in een operatiegebied aankomt, legt De Jong uit. Tegen die tijd zijn de batterijen bij wijze van spreken al half op. Vervoer per raket voorkomt dit en gaat veel sneller. “We maken met dit project een stap voorwaarts in de technologie. Welke krachten komen er op het systeem te staan? Kan de drone die aan? Doen de verbindingen het?”
Er hangt een sluier van teleurstelling over het Artillerieschietkamp
Weigerende parachute
Tijdens de test komt er een kink in de kabel. Na een vlucht van circa 3 kilometer in de azuurblauwe hemel komt het voorste deel met daarin de drone los van de 2 meter lange raket. Dat is nog volgens plan. Maar dan weigert de hoofdparachute die de neuskegel met daarin de drone moet afremmen. De drone kan niet ontvouwen en op eigen kracht - met draaiende propellertjes - wegvliegen. Net als de raket, dwarrelt hij in de neuskegel aan een kleine parachute in de hei. Experiment mislukt? Niet helemaal. In een test mag iets misgaan.
‘We moesten door veel regels en procedures heen’
“We moesten door vele regels en procedures heen”
Aangezien die in zijn ogen geschikt is voor militaire doeleinden, besloot Mark Uitendaal Defensie op de Rocket-Drone te attenderen. Misschien een welkome aanvulling op de vloot onbemande defensie-vliegtuigjes? Een greep uit de mogelijkheden: de met bijvoorbeeld camera’s uit te rusten drone is in staat om vanuit een missiegebied snel beelden te sturen naar een operatiecentrum. Misschien kan de artillerie hem voor observaties gebruiken? Hij is geschikt voor geheime operaties en om strategische plekken als bruggen en kruispunten te observeren. Als klap op de vuurpijl gebeurt alles op afstand (actieradius raket circa 12 kilometer). Daardoor lopen militairen die met de Rocket-Drone werken weinig risico. Vooral de snelheid van het projectiel intrigeert Defensie, weet Uitendaal. De belangstelling mondde uit in het experiment op het Artillerieschietkamp. Uitendaal en De Jong: “Hoewel Defensie ons ter wille was, moesten we door veel regels en procedures heen. Dat kwam onder meer omdat het een operatie buiten de bestaande defensieregels betrof. Die schrijven voor dat je op het ASK maximaal 500 meter mag vliegen. Wij wilden 3 kilometer. Toch kregen we toestemming.”
Prangende vragen
Volgens De Jong loopt er veel goed. De lancering verloopt vlekkeloos, de raket ‘separeert’ in 2 delen. Toch hangt er een sluier van teleurstelling over het Artillerieschietkamp. Zoals gezegd werken de parachutes niet goed. De hoofdparachute is te vroeg naar buiten gekomen en stukgescheurd. Oorzaak: een te hoge snelheid van de raket dan berekend. Vervolgens ‘klapte’ de drone niet uit zijn omhulsel, zucht De Jong. In de evaluatie hopen T-Minus Engineering en Delft Dynamics een antwoord te vinden op prangende vragen als: ‘wat ging er nou mis?’; ‘wat toont de data-analyse aan?’; ‘hoe verder?’; ‘wat is onze strategie’? Ook komt er overleg met de Defensie Materieel Organisatie, door de Delftse bedrijven geïnformeerd over hun uitvinding. Projectleider en medeoprichter van Delft Dynamics Gerwin Voorsluijs: “DMO weet wat wij kunnen. Het project kan eigenlijk alleen maar concreter worden.”
‘Het is best lastig om een drone werkend uit een raket te laten komen’
Wat vindt Defensie?
Hoewel nog maar een experiment, volgt Defensie de ontwikkelingen rond de Rocket-Drone met belangstelling, vertelt majoor Laurens. Laurens, stafofficier Luchtoptreden van de directie Plannen van de Defensiestaf, toont zich onder de indruk van het concept. “Knap, hoor. Het is best lastig om een drone werkend uit een raket te laten komen. Delft Dynamics en T-Minus Engineering zijn goed in staat om de problemen te lijf te gaan.” Volgens Laurens is de raket-drone inderdaad mogelijk geschikt voor defensie-operaties. “Maar op dit moment is het nog geen volledig bruikbaar technologisch product.” Laurens is benieuwd hoe het project zich verder ontwikkelt. “Defensie kijkt reikhalzend mee over de schouders van de projectleiders van Delft Dynamics en T-Minus Engineering.”