08

Dit artikel hoort bij: Materieelgezien 05

TITAAN goed bekend in den vreemde

Tekst Pearl Holdinga-Sporkslede
Foto archief ministerie van Defensie

Netwerk moet blijven voldoen

Collega’s van DMO/JIVC zorgen ervoor dat het netwerk voor de operationele eenheden in de missiegebieden, TITAAN, in de lucht blijft. “Want”, zo vertelt luitenant-kolonel Martin Hol van de keten Land, “wij moeten ervoor zorgen dat TITAAN voortdurend voldoet aan de laatste technische ontwikkelingen. Daarmee waarborgen we de continuïteit en veiligheid van het systeem.”  

De bouw van TITAAN gebeurt namelijk met hardware- en software-componenten die aangepast moeten worden als bijvoorbeeld de leverancier verouderde versies niet meer levert of ondersteunt. Zo is met de migratie van TITAAN versie 4.2 een deel van de hardware vervangen en gelijktijdig voorzien van nieuwe platformsoftware. Hiermee maakte TITAAN 4.2. de stap naar Windows-server 2012, Exchange 2013, zijn er bugs (storingen) opgelost en structurele verbeteringen doorgevoerd. Hiermee voldoet het netwerk aan de actuele stand van zaken op netwerk- en softwaregebied.

Leidend

Na voorbereiding en afstemming heeft JIVC over deze migratie TITAAN 4.2 in een vroeg stadium met de eenheden planningsafspraken gemaakt. Het opleidings- en trainingsprogramma (O&T) van de operationele commando’s (opco’s) is hierbij leidend geweest. Luitenant-kolonel Hol: “Netwerkbeheerders zijn speciaal voor deze migratie 14 weken lang bijgeschoold. Sinds de migratie zijn de gebruikers beurtelings overgegaan naar de nieuwe versie. Alle mobiele servers, ook voertuigen, zijn op de werkplaats in Amersfoort voorzien van de nieuwe hardware. Daarnaast zijn diverse statische locaties, zoals opleidingsgebouwen of commandoposten, omgebouwd. Ook de centrale omgeving in Stroe is geleidelijk gemigreerd naar TITAAN 4.2 en voorzien van nieuwe hardware en software.” 

Migratieteam

Het materieel was in Stroe tijdig gereed gemaakt voor transport, zodat het migratieteam bij aankomst in het missiegebied direct kon starten met de ombouw. Het migratieteam is samengesteld uit collega’s van de JIVC keten GIT & Infra aangevuld met netwerkbeheerders en materieelbeheerders van de opco’s. Dit migratieteam heeft sinds september 2017 achtereenvolgens de migratie voor de missie CBMI (Irak) en de migratie voor de missie RSM/FSE (Afghanistan en Verenigde Arabische Emiraten) afgerond. In mei is de laatste werkplek van de missie Minusma (Mali) gemigreerd naar TITAAN 4.2. Hiermee heeft het migratieteam dus een flinke klus geklaard.

Uitdaging

Migratie TITAAN 4.2 in missiegebieden is zowel een technische als een organisatorische uitdaging. In een missiegebied zijn beperkte middelen en weinig mankracht voorhanden. Het om te bouwen materieel staat verspreid over meerdere locaties die niet allemaal makkelijk bereikbaar zijn. Het materiaal is veelal verouderd en lijdt onder verslechterende omstandigheden, zoals warmte en stof. De operaties lopen ook gewoon door tijdens een migratie. De druk op onze collega’s is dus groot om deze operaties zo min mogelijk te verstoren. Hiervoor is menig nacht doorgehaald en zijn er lange dagen gemaakt.

Hoe nu verder?

Luitenant-kolonel Hol blikt vooruit: “Nu versie 4.2 is uitgerold, kijken we al weer verder naar de migratie TITAAN 4.3. Die activiteiten lopen al, want de oplevering daarvan staat gepland voor het eind van dit jaar. Gelukkig kunnen we nu meer mensen aantrekken, maar helaas zijn technici schaars. Dus moet je soms improviseren: eerst in de eigen vijver vissen of mensen laten rouleren. Ieder heeft zijn eigen taken en verantwoordelijkheden. Vertrouwen en samenwerking, daar gaat het om.”