08

Dit artikel hoort bij: Materieelgezien 06

Grote schoonmaak

Tekst Evert Brouwer
Foto Korporaal Jasper Verolme

Munitiebedrijf zoekt en vindt op Bergen-Hohne

Als een kind in een snoepwinkel loopt sergeant-majoor Berthold Pilat - uiterst behoedzaam - van de ene naar de andere kant over de zwartgeblakerde schietbaan 5A op Bergen-Hohne. “Kijk hier”, zegt hij met een 7.92 patroonhuls in de hand. “Deze is afgevuurd door een Mauser K98k, het geweer van de Wehrmacht. Zal rond 1936 zijn geweest.” Met zijn 5 collega's van het Defensie Munitiebedrijf (DMunB) en de Duitse Fuerwerkers zoekt hij het oefenterrein af naar blindgangers en restanten van munitie.

Het is er eerlijk gezegd niet de beste dag voor. Om zeven uur begint het Duits-Nederlandse ‘zoekteam’ in lichte motregen met de werkzaamheden, om 10 uur komt de neerslag horizontaal voorbij en dat duurt de rest van de dag. Het veld verandert in een zwarte brij. Enkele weken daarvoor heeft er brand gewoed, maar dat bevalt de technici juist wel. “Het is heel gemakkelijk vinden zo”, bevestigt sergeant-majoor Peter Karmelk van onder zijn capuchon. Met 6 Nederlandse en een peloton Duitse (burger)medewerkers is het zoeken naar iets bijzonders. “Het is net vissen”, vindt adjudant Wim Nederhoff, “je weet nooit wat je omhoog haalt. Dat maakt het spannend, zeker hier.”

“Scherpe of oefenmunitie?”, vraagt Tim van de Coevering aan zijn ‘leerling’ sergeant 1 Dennis Kok

In een mum van tijd ligt de achterbak van de vrachtwagen vol met de resten van (oefen)munitie. Blindgangers – veelal 20 en 35 millimetermunitie – krijgen een rode vlag. “Die gaan we later springen”, aldus de Duitse leidinggevende, eerste luitenant Claudius, “zodat het terrein weer veilig is te betreden.”

Binnen een uur ligt de achterbak van de vrachtwagen vol met resten van ongevaarlijke oefenmunitie.

Kennis en kunde

De Kommandatur des Trüppenübungsplatz Bergen heeft de opdracht elke 5 jaar de schietbanen schoon te maken. Er ligt niet alleen moderne munitie, maar uit de grond komen regelmatig restanten tevoorschijn uit de ruim 80-jarige geschiedenis van het terrein. Zoals hulzen van de K98k en das Maschinengewehr 34 die Berthold Pilat vond. Maar ook (102x27) 20cm van de Marder - de naoorlogse versie van de Duitse tankjager -, een 106mm afkomstig van de terugstootloze vuurmond M40A1 of 76mm Britse HE munitie van het Scorpion pantser-verkenningsvoertuig. Daar komt sinds kort nog munitie van oefenende troepen uit niet-Navoland Singapore bij. “Voor de lading hoef je niet zo bang te zijn, de vaak instabiele ontsteking vormt het probleem. Als die er nog opzit, moet je oppassen”, legt adjudant Jan Lanting uit.

Meten is weten, ook voor de munitietechnicus.

Schoonmaak

Het is onmogelijk om alle, soms heel kleine, wegen naar de Lüneburgerheide af te zetten voor publiek. ”Dus in de zomermaanden is er gerede kans dat natuurliefhebbers het terrein betreden”, zegt luitenant Claudius. “Zo’n 3 jaar geleden hebben we 1 en 1 opgeteld”, stelt sergeant-majoor Tim van de Coevering. “Als onderofficieren kregen we het idee om de schoonmaak hier, maar ook op het Artillerieschietkamp en Infanterieschietkamp in Nederland, gezamenlijk met onze Duitse collega’s uit te voeren. Het biedt een geweldige mogelijkheid onze kennis en kunde op te vijzelen en bij te houden. Tegelijkertijd halen we de toch al goede banden met de Duitsers verder aan en dragen we ook nog eens bij aan de veiligheid hier en in Nederland.”

De samenwerking met de Duitse collega’s verloopt soepel op Bergen-Hohne.

Nauwkeurig

De hechte club vormt een beetje de Dirty Dozen van het Defensie Munitiebedrijf. Net als in die legendarische film uit 1967 treden de in totaal 12 muntechers bijna onafhankelijk op en zijn ze vreemde eenden in hun zilvergrijze Volkswagen Amarok. “We zijn in feite het enige operationele onderdeel van DMO, de ogen en oren voor de directeur”, zegt Van de Coevering. Er gaat evenzeer een nauwkeurige selectie aan vooraf voor ze het stempel ‘geschikt’ krijgen. “Ik ben als korporaal naar de Koninklijke Militaire School gegaan, toen daar nog een opleiding munitietechniek was.”Mijmerend: “Toen hadden we ook nog heel wat meer werkplekken dan Veenhuizen: Tilburg, Ruinen, Bruineveld, Coevorden…”, somt hij op. Met 15 jaar ervaring als munitietechnicus is hij een van de oude rotten bij het Munitiebedrijf.

Sergeant-majoor Tim van de Coevering heeft het naar zijn zin tijdens de ruimingen. Op de achtergrond sergeant 1 Dennis Kok.

Taken

Even voor de duidelijkheid: er zijn zowel verschillen als overeenkomsten met de collega's van de Koninklijke Luchtmacht, het Kenniscentrum Wapens en Munitie en de veel bekendere en grotere Explosieven Opruimingsdienst Defensie. Van de Coevering: “Wij zijn verantwoordelijk voor het ruimen van conventionele explosieven op (militaire)oefenterreinen, de EOD daarbuiten. Wij hebben meer taken dan het ruimen van blindgangers of restanten: bij schietseries en ook missies in het buitenland controleren we de munitie die wordt ingeleverd. De munitietechnicus bepaalt ter plekke of ongebruikte munitie kan worden heruitgegeven, hersteld (bruikbaar beschadigd) of moet worden vernietigd”, vertelt sergeant 1 Dennis Kok. “Ook adviseren we commandanten en de Schiet Instructie Controle Teams (SICT) bij de schietseries.”

Adjudanten Wim Nederhoff en Jan Lanting hebben iets gevonden.

De meeste blindgangers liggen vlak onder de oppervlakte. Het is dus voorzichtig lopen.

Voorzichtigheid is geboden. De Duitse luitenant Claudius, adjudant Wim Nederhoff en sergeant-majoor Berthold Pilat bekijken de vondst.

“Wat hebben we hier”? Goed vaststellen wat er in de grond ligt met een naslagwerk.

Vervolgens voorzichtig uitgraven.

Is it safe?

Als er geen ontsteking in blijkt te zitten, kan er wat ruwer mee worden omgesprongen.

Gevaarlijke blindgangers krijgen een rode vlag. Met GPS wordt de plaats vastgelegd om later te worden vernietigd. Dit (ongevaarlijke) projectiel is al herkend en kan dus worden ingezet voor de opleiding en training voor de munitietechnici.

Springstof

Uitwisseling met de Duitse collega’s vormt een belangrijk aspect.  En er zijn wel degelijk verschillen in aanpak. “Over veiligheid kan natuurlijk geen enkel misverstand bestaan”, onderstrepen luitenant Claudius en sergeant-majoor Van de Coevering. “Er zijn echter wel verschillen in procedures. Waar plak je de explosieven om een blindganger te vernietigen en vooral hoeveel”, verklaart sergeant Kok. “Onze Duitse collega’s gebruiken veel meer springstof dan wij. Daarmee kun je een projectiel wegblazen, zonder ‘m te vernietigen.”

De munitietechnici werken ook in Mali. Controle van munitie en vernietiging van restanten behoren tot de werkzaamheden.

Het is dus zonder meer nuttig dat er opnieuw snel een delegatie Duitse collega’s naar Nederland komt. “Opleiding en training, daar gaat het ons om”, benadrukt Tim van de Coevering. “Het is toch prachtig dat wij dat als club van onderofficieren zo hebben kunnen regelen. We zijn hier toch 12 weken voor de schietseries. We moeten alle vaardigheden bijhouden, maar krijgen daar door alle uitzendingen en reguliere werkzaamheden nauwelijks kans voor. Deze combinatie van opleiding, training en internationale samenwerking is dus bijna perfect.”