08

Dit artikel hoort bij: Materieelgezien 02

'Fabrikant' te velde

Tekst André Twigt
Foto Sergeant Hille Hillinga

SATS verleent op en top dienstverlening

De officiële evaluatie moet nog komen, maar in de wandelgangen ving majoor Harry van de Kraats positieve geluiden op over hoe de Command & Control (C2) ondersteunende applicaties tijdens Bison Drawsko hebben gefunctioneerd. Zegge en schrijve deed zich tijdens de recent in Polen gehouden oefening één noemenswaardig incident met de programmatuur voor. Om de reactietijd te bekorten, waren medewerkers van Systemen Applicaties Trainers Simulatoren (SATS) reeds ter plaatse.

Dat systemen als Titaan, de Command & Control-applicatie ELIAS en het vuurleidingssysteem voor de artillerie AFSIS naar behoren werkten, is zondermeer te danken aan de kwaliteit ervan. Én aan de onaflatende toewijding van het CIS-personeel (Communication Information Systems). Toch kan soms letterlijk een kink in de kabel zelfs het beste systeem treffen. In voorkomend geval kon hoofdrolspeler 43 Gemechaniseerde Brigade nabij de oostgrens terugvallen op een wel heel uitgebreide escalatie-organisatie.

De apparatuur bleef in de lucht, mede door de JIVC'ers.

Overlapping

Behalve het eigen verbindingspersoneel, onder leiding van de Sectie 6 (Verbindingen), het Mobile CIS Control Center van 101 CIS-bataljon én de Opsroom JIVC in Stroe, vaardigde SATS 3 teams van 4 man af naar Polen. Onder leiding van trainer/docent luitenant-kolonel Ruud Veldman legden zij zich in het quasi crisisgebied toe op ondersteuning bij het opstarten van de applicaties en systemen. “Zodra alles overeind stond, gingen de teams met enige overlapping weer terug naar Nederland”, licht trainer/docent Commandovoeringsondersteuning Van de Kraats toe. En was de ondersteuning ‘op afstand’ weer in handen van de Opsroom JIVC. Leggen de 3 eerste escalatieniveaus zich toe op het oplossen van storingen in de soft- en hardware, SATS is gebrand op onvolkomenheden in de programmatuur en gebruikersfouten. “Als dé fabrikant van bijna alle applicaties moet er heel wat aan de hand zijn, wil men een beroep op ons doen. Toch gebeurde dat.” 

Op en top dienstverlening

Van de Kraats vertelt dat SATS in oktober vorig jaar al druk doende was met de ondersteuning en begeleiding bij de opbouw en installatie. De omvang en complexiteit van de systemen is enorm. Iedere eenheid heeft minstens één viertonner aan servers. Daarbij moeten er kilometers kabels gelegd en honderden computers aangesloten worden. Dan zijn er ook nog de straalzenders en beveiligde verbindingen, waarmee de commandoposten onderling verbonden zijn. “Aan grote oefeningen als Bison Drawsko kleven enorme belangen”, gaat Van de Kraats verder. “Daarom wilden we de gehele opbouw zoveel mogelijk beheersen.”

De aanwezigheid van SATS op de werkvloer had naast op en top dienstverlening ook als doel het functioneren van de geautomatiseerde systemen in brede zin te bekijken. Op dat gebied is er nog iets nieuws te melden: Titaan 4.2 is afgelopen jaar al bij 2 oefeningen gebruikt, maar tijdens Bison Drawsko is voor de eerste keer ook gebruik gemaakt van een koppeling met het Departementaal Vertrouwelijke netwerk (Mulan) in Nederland. Dit was met name van belang voor het gebruik van logistieke applicaties, waaronder SAP.

De medewerkers van JIVC/SATS konden nu zelf ervaren hoe een en ander werkt in een grote oefening.

Niet de laatste keer

Heeft Bison Drawsko voor SATS nog aandachtspunten opgeleverd? Van de Kraats weet zeker dat er aanhoudende uitdagingen zijn op het gebied van opleiding en training van CIS-personeel. “Wat je nu ziet, is dat mensen een korte periode intensief met de systemen werken en daarna weer terugkeren naar het kazerneleven. De kennis zakt dan in rap tempo weg. Kijk je naar de complexiteit van de materie, dan is dat ronduit onwenselijk. In Polen deed personeel zijn uiterste best. Maar op een zeker moment kent kennis en kunde zijn beperkingen. Daarbij heeft ook de Verbindingsdienst een beperkte opleidingscapaciteit. Valt iemand weg, dan is overnemen geen vanzelfsprekendheid. Als SATS zullen we er ook morgen rekening mee moeten houden dat we vaker oefeningen met een groter belang ondersteunen. In dat licht dienen we serieus te kijken naar verbetering van onze rol als intermediair tussen de operationele eenheid en de ontwikkelaars van de systemen. Van het type Bison Drawsko volgen er meer. Dat weet ik voor een volle 100 procent zeker.”