Tekst Patrick Regan en Evert Brouwer
Foto korporaal 1 Zadrach Salampessy en sergeant-majoor Arnoud Schoor (video)

KPU-bedrijf zorgt voor perfecte pakken

Of ze nu meelopen of wacht staan, de 650 militairen die op Prinsjesdag in hun ceremonieel tenue verschijnen, zien er gelikt uit. Van mariniers, grenadiers en jagers tot fuseliers, met busladingen komen ze naar het ADO-stadion om zich om te kleden. Al die tenues klaarmaken is een gigantische operatie. Aan het roer staat een 5-koppig team van het Kleding en Persoonsgebonden Uitrustingsbedrijf (KPU) uit Soesterberg.

Links: Het 17e bataljon Garderegiment Fuseliers Prinses Irene arrvieert bij het stadion. Rechtsboven: Uit de bus marcherend naar binnen. Rechtsonder: De hoofddeksels worden zorgvuldig in een emmer getransporteerd.

Korps Mariniers, Tamboers en Pijpers, de Koningscompagnie van 11 Infanterie Bataljon Luchtmobiel, Garderegiment Fuseliers Prinses Irene, de Kapel Koninklijke Luchtmacht, Koninklijke Militaire Kapel Johan Willem Friso, Trompettenkorps der Koninklijke Marechaussee en ga zo maar door. Allemaal bereiden ze zich in het Kyocera Stadion in Den Haag voor op Prinsjesdag. Nog even de laatste knopen aanzetten, schoenen poetsen en de pluim op de muts, helm of hoed. Tussendoor verzorgt een kapitein in een antieke spiegel in het ADO museum zijn haar. Op de overloop helpen 3 dames de grenadiers om alle decoraties op de juiste manier om te knopen.

Zenuwen?

Eén van de KPU’ers verantwoordelijk voor de ceremoniële tenues is Roel Vermeulen (grote foto boven). 1,4 miljoen tv-kijkende Nederlanders krijgen over een aantal uur zijn werk te zien. Dat zal wel stressen zijn? “Nee  hoor. We zijn fantastisch voorbereid en het zijn alleen onvoorziene kleine dingetjes die we moeten oplossen. Militairen die een te kleine koppel hebben of weer eens wat zijn vergeten bijvoorbeeld. Stel: soldaat Jansen breekt zijn been en soldaat Pieters vervangt hem. Al heeft hij compleet andere maten, soldaat Pieters moet er toch piekfijn bijlopen. In 99,9 procent van de gevallen weten we er wel een mouw aan te passen.” 

Aandacht voor de details.

Nationale veiligheid

Terwijl de laatste crisissituaties worden opgelost, blijft het team opvallend kalm. Als een lid van de studentenweerbaarheid een nieuwe knoop aangezet krijgt, biedt Willem Koudijs zijn hulp aan. Zijn collega reageert pseudo-ernstig: “Voor de nationale veiligheid lijkt het me beter als je uit de buurt van het schaartje blijft en vooral afstand houdt.”

Ceremoniële tenues waren er in alle soorten en maten: van links naar rechts de 11e Afdeling Rijdende Artillerie (Gele Rijders), Garderegiment Fuseliers Prinses Irene, het Korps Mariniers en de Koninklijke Luchtmacht.

10 jaar werkt Koudijs nu bij het KPU-bedrijf. Van Brussel tot Zuid-Korea, hij heeft er de tenues van muzikanten en militairen verzorgd. “Er zijn zoveel verschillende onderdelen aan een ceremonieel tenue, dat sommige militairen bij het aankleden geholpen willen worden. Daar kan ik niet aan beginnen. Dan vraag ik gewoon ‘doet je vrouw dat thuis ook voor je?’ Meer hoef je niet te zeggen. Maar als die gasten straks netjes buiten rondlopen en het staat er gelikt bij: daar doe je het voor.”

Links: Plaatsvervangend Commandant der Strijdkrachten viceadmiraal Rob Bauer in gesprek met sergeant 1 Marco Venema van het KPU-bedrijf. Rechts: mariniers helpen elkaar met het in orde brengen van het CT.

Bloemkolen

Als de laatste militair het stadion verlaat, begint de groep aan de koffie. Klaar zijn ze nog lang niet. Vanavond wordt alles uitgehangen om te drogen. Een hoed bijvoorbeeld, kan in de regen 1,5 kilo water opnemen. Koudijs: “Halen we die niet vanavond uit de emmers om te drogen, hebben we volgende week geen hoeden maar bloemkolen.” 

De 11e Afdeling Rijdende Artillerie verzorgt de saluutschoten. De miltairen zaten er piekfijn bij op Prinsjesdag, mede door het goede werk van het KPU-bedrijf.