Tekst André Twigt
Foto Sergeant-majoor Arnoud Schoor en Johan Havelaar

Langverwachte superbeurt PC7 uitbesteed

De Pilatus PC-7 is een formidabel lesvliegtuig. En dat blijft ie voor de rest van zijn leven, als het aan projectleider DMO, Matlog/Projecten luitenant-kolonel Martin Ponk ligt. Na 20 jaar onafgebroken dienst heeft de vloot tot einde levensduur nog zo’n 60.000 vlieguren te gaan. Die wil de luchtmacht natuurlijk wel benutten. Maar dan moet er eerst een ingrijpend modificatieprogramma worden uitgevoerd. Na 9 jaar van uitstel en bijna afstel gaat het er eindelijk van komen. 

In de tweede helft van 2018 moeten de toestellen weer topfit op de flightline van 131 Squadron op vliegbasis Woensdrecht staan. Voorzien van een digitale cockpit en de laatste modificaties. Het zogenoemde Obsolescence Prevention Program (OPP), is een project om letterlijk vertaald de ouderdom van het toestel tegen te gaan. Pas daarna kan het nog aanwezige potentieel van maximaal 12.000 vlieguren of 24.000 landingen per toestel worden verbruikt. Zijn die rond 2027 op, dan is de PC-7 écht verleden tijd en heeft de luchtmacht allang bedacht hoe de elementaire vliegeropleiding gestalte krijgt. 

Luitenant-kolonel Martin Ponk: 'PC-7 blijft hard nodig.'

Luchtvaartwet

Terug naar het OPP, een project dat de KLu niet zelf gaat uitvoeren. Sterker, er komt nagenoeg geen luchtmachttechneut aan te pas. Het omvangrijke karwei uit de categorie turn key (alles moet het bij aflevering doen, red) komt volledig voor rekening van de fabrikant. Dat is goedkoper en minimaliseert het risico op problemen bij de certificering conform de luchtvaartwet. Ponk: “Alle werk zelf doen, houdt in dat onze techneuten zich eerst veel kennis en kunde eigen moeten maken. Die vergaren en vervolgens toepassen pakt sowieso duurder uit en kost meer tijd. Dus uitbesteden.” 

Onderhanden

Eind mei 2016 wordt de eerste PC-7 overgevlogen naar de Pilatus fabrieken in het Zwitserse Stans. De constructeurs gebruiken dit zogenoemde 'Lead The Fleet' toestel om de modificaties verder te ontwerpen en te ontwikkelen, te testen en te certificeren. Dit proces gaat ruim een jaar duren. Daarna worden er telkens twee toestellen ingevlogen om de superbeurt te ondergaan. Dat gebeurt om de 12 weken. Die tijd is benodigd voor het uit elkaar halen, het aanbrengen van verbeteringen, weer in elkaar te zetten en testen. Om de vloot PC-7’s helemaal toekomstbestendig te maken, krijgen alle machines ook een 200-uurs inspectie. Volgens de projectmanager voorziet het contract in het behandelen van 10 exemplaren (aangeschaft in 1989) “Over de revisie van de 3 later aangeschafte PC-7’s (1997) onderhandelen we nog.” 

Instrumentarium

Prominentste karwei is vervanging van het analoge instrumentarium. Metertjes en schakelaars maken plaats voor 3 digitale beeldschermen waarop de vitale vliegtuig- en motorfuncties staan. Beide groepen tegelijk digitaliseren, is volgens Ponk een slimme zet. Pilatus gaf namelijk recent aan op termijn geen analoge apparatuur meer te kunnen ‘servicen’. Voor de luchtmacht reden meteen vrijwel alle functies te doen. “Dat is kosteneffectiever en voorkomt dat je nog een keer langdurig toestellen bij de vliegopleiding mist. Zeker nu de klassen de komende tijd groter worden. Het Commando Luchtstrijdkrachten wil namelijk meer vliegers. Daarvoor heb je iedere PC-7 hard nodig.”