Tekst Arjen de Boer
Foto Gerben van Es
Baanbrekende demonstratie op Bernhardkazerne
Nieuwe, slimme software kan meerdere Defensiesimulatoren aan elkaar koppelen. Het vergroot de realiteitswaarde en kan militairen beter maken. JIVC Systemen, Applicaties, Trainers, Simulatoren (SATS) maakt het mede mogelijk.
Het scenario: snel ingrijpen is nodig, opstandelingen zijn opgerukt en hebben
Marnehuizen ingenomen. Om het dorp te heroveren, stuurt een bataljonscommandant
4 compagnieën voorwaarts. In 1 sector dreigt echter een opstopping omdat 2
compagnieën dezelfde weg gebruiken.
Ondertussen signaleert een Scan Eagle 3 vijandelijke pantserwagens. Om de
dreiging uit te schakelen markeert een forward observer de
voertuigen en vraagt vuur aan. Granaten vallen en 2 vijandelijke voertuigen
blijven brandend achter. De 3e ontsnapt, maar wordt door een CV90
uitgeschakeld.
Het bovenstaande script is verzonnen en tegelijkertijd echt gebeurd. Weliswaar niet tussen de gebouwen van het oefendorp, maar in een digitale replica van Marnehuizen. Bijzonder is dat alle eenheden in deze computersimulatie samenwerkten, ook al konden de verschillende simulatoren tot nu toe niet met elkaar ‘praten’. De systemen zijn daar gewoonweg niet op gebouwd.
Systemen koppelen
Maar de mogelijkheid om totaal verschillende systemen te integreren bestaat nu wel, bleek begin maart tijdens een demonstratie op de Bernhardkazerne. Daar toonden majoor Marco Hulleman, hoofd Research & Development van het Simulatiecentrum Landoptreden, en zijn team de werkbaarheid van software met de naam Informatierotonde. Daarbij zijn simulatoren en systemen als ELIAS, het Mobile Combat Training Centre en AFSIS (artillerie) aan elkaar gekoppeld.
Het grote voordeel is de totale beleving: iedereen kan meedoen, de omgevingen zijn realistisch evenals de actie. “Een plaatje zegt meer dan 1000 woorden”, zei luitenant-kolonel Wycliffe Nieboer (DMO-SATS). Met simulaties als VBS en SB Pro kan een commandant zijn plan in 3D laten zien. Die helderheid is beter dan wijzen op een 2D-landkaart, stelde Nieboer. Vervolgens kan in de toekomst de hele eenheid virtueel oefenen. “In het echt kan dat niet vanwege ruimtegebrek en de kosten”, zei Nieboer.