Tekst KAP Arjen de Boer
Foto archief Mediacentrum Defensie
Gelaagde counter-drone staat hoog op de ‘groene’ agenda
Als het gaat om drones is er een wedloop gaande. Dat geldt ook voor het uitschakelen ervan: het zogeheten Counter Unmanned Aircraft Systems (C-UAS). De landmacht maakt hier serieus werk van. “Met C-UAS heeft een eenheid meer bewegingsvrijheid.”
Verkenningsdrones. Transportdrones. Onderscheppingsdrones. Aanvalsdrones. Klein en groot, relatief goedkoop en makkelijk inzetbaar. De afgelopen 10 jaar hebben deze onbemande systemen het slagveld ingrijpend veranderd. Tegelijkertijd heeft ook de dronebestrijding, Counter Unmanned Aircraft Systems (C-UAS), een hoge vlucht genomen.
‘Eigenlijk ben ik in mijn carrière met C-UAS opgegroeid’
En majoor Bob stond er met zijn neus bovenop. Letterlijk en figuurlijk. “In mijn eerste functie was ik al bezig met counter-drone. Dat was in 2016”, toen hij als plaatsvervangend pelotonscommandant aan de slag ging bij het Defensie Grondgebonden Luchtverdedigingscommando.
Bij het DGLC dachten ze toen al na over drone-dreiging en vooral; wat doen we er tegen? Zo kwam er een speciaal testcentrum om (wapen)systemen uit te proberen. Zelf was Bob druk in de weer met het DISCUS-waarnemingssysteem. Dit kon met enige aanpassingen ook kleine vliegende objecten onderkennen. “Eigenlijk ben ik in mijn carrière met C-UAS opgegroeid”, blikt de majoor terug.
Reële dreiging
Destijds was het pionieren. Sindsdien, en zeker vanwege de oorlog in Oekraïne, is counter-drone steeds belangrijker. “Niet gek, want drones vormen een reële dreiging, dat is wel duidelijk”, zegt de majoor. “Zonder C-UAS heeft een eenheid geen bewegingsvrijheid en dan kunnen wij als landmacht niet effectief optreden.”
‘Daar moesten we een antwoord op hebben’
Dus is het alle hens aan dek. Niet alleen boven het slagveld, ook elders. Denk aan de recente incidenten bij luchthavens in Denemarken, België en Noorwegen. Daar verstoorden verdachte, onbekende drones het luchtverkeer. Maar ook in Polen waren er onlangs onbemande pottenkijkers bij een oefening van 11 Luchtmobiele Brigade. En zo zijn er veel meer voorbeelden te noemen, weet ook de majoor.
Mooie testcase
De NAVO-top van afgelopen juni in Den Haag was een mooie testcase als het gaat om counter-drone. Majoor Bob was lead planner voor deze operatie. “Met zoveel hoogwaardigheidsbekleders op één plek konden we de dreiging van drones natuurlijk niet negeren.” Dus werd er naar een hogere versnelling geschakeld. Het nieuwe counterdronesysteem dat al was aangekocht, werd versneld ingevoerd. Hiermee is het mogelijk drones tijdig te onderkennen en uit te schakelen door bijvoorbeeld de besturing over te nemen.
Meerdere drones geneutraliseerd tijdens NAVO-top
Ook kocht het DGLC middelen om drones op relatief korte afstand met een vangnet uit de lucht te schieten. Deze instrumetnen werden gecombineerd met de oudere Squire-radar en extra, draagbare sensoren. “Met enkele van deze middelen hebben we mobiele teams uitgerust. 3 man in een Amarok met een sensor bovenop, die snel op verschillende plekken konden werken”, aldus de majoor. “Afhankelijk van de situatie, konden zij verschillende middelen inzetten.”
Drones neutraliseren
En het werkte. Het luchtruim rond Den Haag was gesloten, maar toch werden er aardig wat drones geneutraliseerd. Niet uit de lucht geschoten, wél onderschept. Het merendeel van hobbyisten die zich van geen kwaad bewust waren.
Maar toch ook enkele meer verdachte actoren, aldus de majoor. “Die zaken zijn verder afgehandeld door de politie. Naast het positieve resultaat was de NAVO-top een katalysator en een proeftuin voor onze C-UAS capaciteit.”
Skyrangers
Voor dit soort operaties in vredestijd, bieden die mobiele pakketten een goede uitkomst. Zo is zo’n ‘NAVO-set’ van DGLC onlangs in Denemarken ingezet tijdens een grote EU-top. Maar voor een grootschalig conflict is toch echt meer nodig. Meer sensorcapaciteit én meer vuurkracht.
Het ultieme middel in gevechtsoperaties is het Skyranger luchtdoelkanon van Rheinmetall waarvan Defensie er minimaal 22 koopt. De Skyranger is een opvolger van de Gepard pantserrups tegen luchtdoelen (PRTL, bijnaam ‘Pruttel’) die het goed doet in Oekraïne. Dit systeem is specifiek ontworpen voor een hoofdtaak 1-scenario, waarbij we Nederland en bondgenoten moeten beschermen.
Elke Skyranger heeft meerdere eigen sensoren en wapens. Zo is het systeem uitgerust met een 30mm snelvuurkanon dat tot 1.250 schoten per minuut kan afvuren. Daarnaast beschikt het systeem over luchtdoelraketten voor doelen op grotere afstand.
Schaars goed
“Maar die Skyrangers zijn dan alsnog schaars”, nuanceert majoor Bob. “Die kunnen echt niet overal zijn waar de landmacht opereert. Daarvoor hebben we er meer nodig. En we kijken ook naar meer oplossingen voor C-UAS.”
Bijvoorbeeld de Remote Controlled Wapensystemen op een Boxer met het .50 machinegeweer. Door die aan te passen, zijn ze beter in staat om drones uit de lucht te schieten en het voertuig en bemanning te beschermen. “En op termijn is het de bedoeling dat iedere bataljonscommandant zijn eigen counter-UAS eenheid met zware wapens krijgt toegwezen.”
Speciale taskforce
De landmacht heeft sinds april dit jaar een speciale Task Force Drones die gedurende 2 jaar de landmachtstaf versterkt:
- Doel – het versneld invoeren en integreren van drone en counter-drone capaciteiten in het optreden van de landmacht.
- Organisatie – team van militair specialisten op gebied van drones, counter-drones, Opleiding en Training, en innovatie, direct onder Commandant Landstrijdkrachten.
- Werkwijze – samenwerking aanjagen van alle partijen die een rol hebben in drones en counter-drones, bijvoorbeeld door oefeningen van operationele eenheden te faciliteren met nieuwe tactieken en technieken
- Einddoel – zorgen dat elke eenheid effectief kan werken met drones en tevens beschermd is tegen drones.
Bescherming groep en enkele vent
Verder krijgen groepen infanterie zogeheten Smart Shooters voor de Colt waarmee ze drones accurater kunnen bevuren. Ook krijgen ze eigen, draagbare sensoren plus een variant van een shotgun die speciale munitie met een netje verschiet. “Zo creëren we een gelaagde verdediging voor onze collega’s”, aldus de majoor.
Bijzonder in het palet aan counter-drone-middelen is de ontwikkeling van een klein, handzaam apparaatje puur voor persoonlijke bescherming. “Deze kan een militair bijvoorbeeld op zijn ops-vest bevestigen en gebruiken als hij direct wordt aangevallen”, zegt de majoor. Het apparaatje verschiet net als de shotgun een klein net, dat een FPV-drone (First Person View) op korte afstand, vlak voor inslag, kan uitschakelen. Al zal het nog even duren voordat dit beschermingsmiddel bij de troepen ligt. “Eerst willen we dat spul goed testen om te zien om het ook daadwerkelijk werkt”, aldus majoor Bob.
Experiment met laser
Maar dat is niet alles. Het is ook belangrijk om vooruit te denken, innovatief te blijven. “Daarom gaan we ook experimenteren met een laserwapen”, schetst de majoor. “Een van de vele uitdagingen daarbij is om te zien of we het apparaat uiteindelijk zo klein kunnen maken zodat het mobiel inzetbaar is. Zo niet, dan kan het altijd nog geschikt zijn om statische objecten te beveiligen.”
‘Een zwerm drones valt zo uit de lucht’
Zie ook dit artikel over laser in een vorige editie van de Landmacht: ‘Bouw een laser om drones uit te schakelen’ | 06 | Landmacht
Doorbranden elektronica
Een andere ontwikkeling is een soort microwave-wapen. Die stuurt sterke energiegolven de lucht in en verbrandt de elektronica van drones. “Een zwerm drones valt zo uit de lucht nadat het apparaat is geactiveerd”, aldus de majoor. “Het voordeel is dat het zo mogelijk is om ook drones uit te schakelen die vliegen met een glasvezelkabel. Die zijn namelijk niet te hacken.”
Innovaties zijn belangrijk om relevant te blijven, benadrukt majoor Bob. Toch ziet hij ook nog altijd een grote rol voor staal op staal. Dus: goede sensoren gecombineerd met een kanon of een raket. “Een radarsysteem ziet bijna altijd alles. Plus een kanonsysteem om fysiek een klap uit te delen, die combinatie werkt altijd. Dat zijn simpele natuurkundige wetten waarmee we onze collega’s veilig kunnen houden.”