Tekst KAP Saminna van den Bulk
Foto SGT Gregory Fréni, Louis Meulstee, Phil Nijhuis, archief MCD
Studie onderstreept noodzaak Optreden Verstedelijkt Gebied
De oorlog in Oekraïne bewijst eens te meer dat conflicten niet enkel worden beslecht in de rurale omgeving, maar vaak plaatsvinden in, rondom en vanuit verstedelijkt gebied. Kúnnen optreden in beide gebieden is dan cruciaal om het gevecht te winnen. Hoog tijd voor meer aandacht voor Optreden in Verstedelijkt Gebied (OVG).
Onderzoeker innovatie Bart Koonen (Directie Training en Operaties) deed een jaar lang onderzoek naar het optreden in verstedelijkt gebied. “Kijk naar de gevechten in bijvoorbeeld Marioepol en Bakhmut. Een van de dingen die we leren uit de oorlog in Oekraïne is dat gevechten vaker plaatsvinden rondom plekken waar mensen leven. Steden en dorpen liggen vaak op belangrijke routes en knooppunten, maar zijn ook van symbolische, economische en sociale waarde.”
Het verstedelijkt gebied omvat bovendien ook industrie, havengebieden, fabrieken en kritieke infrastructuur. “Als we als landmacht war fighting capable willen zijn, moeten we naast het vechten ‘in het groen’ goed kunnen optreden in, vanuit en rondom de steden.” Ook in de tweede hoofdtaak van de krijgsmacht blijft OVG van belang, vertelt Koonen. “Bij stabiliseringsmissies opereren we vanzelf onder de bevolking. De evacuatie van Kaboel is hier een goed voorbeeld van, ook in een hoger geweldsspectrum.”
Samenwerking
Bij een ronde langs de verschillende brigades bleek dat er tot op zekere hoogte al aandacht was voor het verstedelijkt gebied bij de manoeuvre-eenheden. Alhoewel, zegt luitenant-kolonel David Claus, hoofd Afdeling Ontwikkeling: “Mensen denken daarbij vooral aan Close Quarter Battle in een stadskern. Oftewel: huizen zuiveren. Hoewel dit optreden van belang is, benadrukken we dat de hele brigade en alle type eenheden hier moeten kunnen opereren: niet enkel de infanteriegroep of speciale eenheden. Succesvol optreden vraagt een grote mate van integratie en samenwerking.”
Wat verder opviel, was dat ondersteunende eenheden weinig tot geen ervaring met OVG hebben. Claus vervolgt: “Juist daarom is het belangrijk OVG voor alle eenheden mee te nemen in de gereedstelling, opleidingen en training. Van logistieke bevoorrading tot aan de geneeskundige afvoer: verschillende kenmerken van de stad stellen andere eisen aan hun optreden.”
Verticaal, onder de grond en om de hoek
Vechten in de leefomgeving van mensen is met name moeilijk door de nabijheid. “Je wil koste wat kost collateral damage voorkomen”, vertelt luitenant-kolonel Claus. “Daarbij kan de vijand echt om de hoek zijn, wat mentaal enorme invloed heeft op de militair.” Dan de infrastructuur. De verandering in optreden in verstedelijkte gebieden zit in details, zoals draaicirkels die moeilijker worden, maar ook in leren verdedigen of aanvallen vanuit hoge gebouwen en van onder de grond. “Dat alles maakt de urban environment voor militair ingrijpen enorm complex.”
Drietrapsraket
Kortom: op zoek naar meer balans tussen optreden in het groen en in en nabij bewoonde gebieden. De studie OVG doet met name aanbevelingen op gebied van kennis, opleiding en training. De gouden drie-eenheid voor verandering ligt in eerste instantie in kennisontwikkeling op het gebied van OVG. Om beter te worden in vechten in verstedelijkt gebied moet allereerst worden vastgesteld hóé je daar moet optreden. Op dit moment is er namelijk geen Nederlands OVG-handboek voor bataljon- en brigadeniveau, zegt Koonen: “Het Land Warfare Center buigt zich nu over de doctrine voor OVG in deze grotere verbanden.”
‘Bewustwording creëren bij collega’s’
Munitie
Kijkend naar de verschillende type eenheden is de OVG-doctrine bovendien vaak sterk verouderd. Koonen: “Eerst gaan we verzamelen wat OVG met hun optreden doet. Hoeveel diesel gebruik je meer of minder? Hoe zit het met munitie en waterverbruik? En: hoe ziet het samengesteld optreden in een verstedelijkt gebied er überhaupt uit?” Aan de hand daarvan kunnen de eigen voorschriften op de lagere niveaus worden aangescherpt.
Ook zou OVG integraal in de opleidingen terug moeten komen. “Dat hoeft niet groots te zijn”, onderstreept Koonen, “al is het maar om bewustwording bij collega’s te creëren dat een hedendaags conflict niet altijd in het buitengebied bevochten wordt.”
Na de opleiding is het een kwestie van zoveel mogelijk ervaring in de beroepscontext opdoen. De derde pijler is dan ook training. Want de vraag is natuurlijk hoe OVG in ieders functie-specifieke taak in samenwerking met anderen moet worden uitgevoerd.
Meer ruimte
Belangrijke randvoorwaarde is dat er ruimte voor dit optreden komt, zowel in letterlijke als figuurlijke zin. Claus: “Willen we beter worden in OVG, dan hebben we trainingsfaciliteiten nodig. Het aantal gebieden waar OVG geoefend kan worden in Nederland is schaars.” Daarbij hebben de manoeuvre-eenheden vaak voorrang op het gebruik van bijvoorbeeld de Marnewaard, zegt Koonen. De krijgsmacht zet al in op het inrichten van nieuwe grote oefengebieden, maar: “Ook kleinere decentrale objecten zouden een optie kunnen zijn.” Daarnaast is er in het oefenterrein van de toekomst ook veel ruimte voor simulatie. Claus: “Met slimme manieren van trainen kun je verschillende factoren, zoals aanwezige bevolking en andere lokale partijen, of de impact van social media opnemen. Daarbij biedt simulatie ook mooie mogelijkheden om het optreden te evalueren.”
Vanuit Staf CLAS worden er randvoorwaarden en sturing geleverd, maar uiteindelijk blijft het aan de eenheden en de opleiding- en trainingscentra om hier invulling aan te geven. De studie biedt dan ook niet enkel een visie en ambitie, maar ook aanbevelingen. Het onderzoek is daarmee allesbehalve een gevalletje ‘fire and forget’, benadrukt Koonen. “De OVG Stuurgroep bij Staf CLAS houdt een vinger aan de pols.”