06

Dit artikel hoort bij: Landmacht 03

Nieuwe communicatiemiddelen voor speciale eenheden

Tekst KAP Arthur van Beveren
Foto SM Aaron Zwaal

Eerste project van programma FOXTROT gepresenteerd

Het programma FOXTROT moet de komende jaren zorgen voor de modernisering en vervanging van tactische landgebonden communicatiemiddelen. Daarbij gaat het om apparatuur in ruim 8.000 voertuigen, schepen en vliegende systemen en nog eens 3.500 soldaatsystemen ‘op de man’. Een enorme klus waarvan begin volgend jaar de eerste leveringen gaan plaatsvinden.

De eerste levering binnen FOXTROT is het Special Operation Force Tactical C4I Network (STCN). De Nederlandse Special Forces krijgen in een aantal mobiele en uitgestegen platformen Combat Net Radio's van L3Harris voor radioverbindingen over korte en lange afstand ingebouwd. Om te laten zien hoe dat eruitziet, werd eind januari op de Bernhardkazerne in Amersfoort een Vector-terreinwagen van het Korps Commandotroepen (KCT) met deze nieuwe radio’s gepresenteerd. Vanuit de Vector legden operators van het Korps Commandotroepen, ondersteund door Special Operations Warfare Center contact met collega’s in Rucphen en op Gilze-Rijen. Deze radio’s zijn slechts een deel van de nieuwe apparatuur waarover onze militairen de beschikking krijgen.

‘Uitgebreid getest met meerdere middelen’

Voorbeeld- en testplatform

Het plaatsen van nieuwe radio’s en andere command & control-apparaten, waaronder een nieuw netwerk-intercomsysteem, is een grote puzzel. De ruimte in bestaande voertuigen is beperkt. In de laatste maanden is daarom uitgebreid getest met diverse communicatiemiddelen, waarbij de Vector diende als voorbeeld- en testplatform voor het FOXTROT-programma. De testperiode gaf de mogelijkheid om een brede groep gebruikers en belanghebbenden te laten zien voor welke ontwikkeling het programma zorgt en wat de impact op het toekomstig landgebonden optreden is.

Man kijkt naar interieur van Vector-voertuig.
Het wegzetten van alle apparatuur in de Vector was een flinke puzzel.
Chris Christodoulatos met koptelefoon in voertuig.
Projectmanager STCN Chris Christodoulatos in een Vector-terreinvoertuig.

Samenwerking

Door goede samenwerking van het projectteam met de operators van het KCT zijn ideeën over de inrichting en plaatsing ter plekke getoetst en aangepast. Want wat op papier is bedacht, blijkt in de praktijk soms niet praktisch. “We hebben letterlijk aan de gebruikers gevraagd: stap eens in. Hoe ga je hier mee werken? En hoe zit het met een uitgestegen militair op vier kilometer afstand die verbinding met het voertuig heeft?”, vertelt projectmanager STCN Chris Christodoulatos. “De reacties daarop hebben we voor zover mogelijk meegenomen. Wanneer iets niet kon, hebben we dat goed kunnen onderbouwen. We moeten voldoen aan bepaalde veiligheidseisen en ook het onderhoud moet uitvoerbaar blijven. Dus onze kabels mogen de onderhoudsjongens bijvoorbeeld niet in de weg zitten.”

Slimme opzet

Door de bijdrage van de gebruiker is veel tijd gewonnen voor het uiteindelijke programma van eisen richting de leveranciers. Dat kwam ook door de opzet van deze trial and error-fase, volgens Christodoulatos: “Het kost tegenwoordig 12 tot 18 maanden voordat het US State Department toestemming geeft voor de export van militaire producten van Amerikaanse bedrijven zoals L3Harris. Daarom hebben we, terwijl de aanvraag loopt, een bruikleenovereenkomst getekend. Daardoor hadden we alsnog alle apparatuur voor de testfase in huis. Het betekende wel dat er vier maanden lang twee Amerikanen over onze schouder meekeken”, grapt de projectmanager.

Ook andere platformen

Het Special Forces Tactical C4I Network richt zich naast de Vector ook op de nieuwe Manticore pantserwagen, de toekomstige FRISC-motorboten, het nieuwe patrouillevoertuig van MARSOF (FLATM-PV) en een aantal andere vormen waaronder een ‘shoebox’, een compact draagbaar C4i-systeem, en de Tactical Connectivity Kit: alles wat een operator uitgestegen ‘op de man’ heeft aan kabels, tablet en radio. Door in een vroeg stadium alle gebruikers te betrekken, wordt voorkomen dat een eenheid in de toekomst onnodig belast wordt met het meermaals onttrekken van het platform uit de operatie.

Tafel met uitgestalde communicatieapparatuur die de operator mee in het veld neemt.
De systemen op de man zijn onder andere de AN/PRC-171 Compact Team Radio (rechts naast de laptop) en de AN/PRC-163 Multi-channel Handheld Radio (rechts) van de Amerikaanse leverancier L3Harris.

‘In een vroeg stadium alle gebruikers betrekken’

Modulair systeem

Het project STCN moet ook een ingerichte IT-beheeromgeving en een modulaire infrastructuur voor uitgestegen en mobiele eenheden en commandoposten realiseren. Daardoor zijn met een verzameling van standaard militaire radio’s, interne voertuignetwerk- en intercomsystemen en commando-applicaties verschillende configuraties op te bouwen, afhankelijk van de functie van het voertuig. Dit maakt ook het stapsgewijs doorgroeien mogelijk. Wanneer een voertuig van functie wisselt, of wanneer nieuwe apparatuur beschikbaar komt, zijn daar de ruimte en de aansluitingen voor.

Keypad en speaker van het intercomsysteem met vaag op de achtergrond militairen in uniform.
Onderdelen van het RF-7800I Tactical Networking Intercom System dat onderdeel uitmaakt van het STCN-project.
Hans van Hees geeft presentatie.
Hans van Hees op de demodag in januari.

Veel meer functionaliteit

Hans van Hees, hoofd Realisatie binnen het overkoepelende programma FOXTROT, ziet vooral de inzet van zowel gebruikers, leverancier als opdrachtgever als grote succesfactor. “De gebruikers hebben eigenaarschap op hun platform, L3Harris heeft als strategisch partner een grote expertise op de combat radio en het netwerk intercom systeem. Ook Land IT van JIVC is leverancier. Al die componenten moeten we samensmelten tot een functioneel werkend C4i-systeem.” Het eindproduct gaat de eenheden veel opleveren. “De nieuwe radio vervangt drie oude exemplaren en combineert functionaliteit binnen een systeem. Er is meer bandbreedte beschikbaar en de functionaliteit tot directe satcom-verbinding. Zo is zowel data als audio te versturen via zowel line of sight als beyond line of sight in het gebied waar men in opereert”, aldus Van Hees.

Randvoorwaarden

Met de apparatuur alleen ben je er nog niet. Er gaat veel tijd zitten in de randvoorwaarden zoals de materieellogistiek, het IT-beheer en opleiding en training. De levering van deze zaken wordt afgestemd op de gereedstellings- en inzetprogramma’s van de eenheden en op de productiemogelijkheden van de industrie. Daarom is het een proces dat tijd kost. Maar na die tijd hebben onze militairen bij hun belangrijke en gevaarlijke werk de beschikking over platformen die altijd veilig verbonden en interoperabel zijn met nationale en internationele partners.

Vanaf 2025 beschikbaar

Afhankelijk van de goedkeuring van de levering van de L3Harris radio’s door het US State Departement, gaat het proces feitelijk van start. Het materiaal uit het deelproject STCN zal als eerste FOXTROT-onderdeel geleverd worden. Naar verwachting is dat in 2025.

Handen van militair met radio.