‘Ongemak is relatief’

In deze editie geen videocolumn van C-LAS, maar een geschreven versie van Landmachtadjudant Cees Bielander. Op 8 maart treedt generaal-majoor Jan Swillens aan als Commandant Landstrijdkrachten. Dat gebeurt onder gelijktijdige bevordering tot luitenant-generaal. Tot die tijd zorgt adjudant Bielander voor vulling van deze pagina.

“De landmacht groeit. We krijgen meer functies. Tegelijkertijd moet het aantal vacatures omlaag. We hebben snel meer en beter gevulde eenheden nodig. De urgentie en het geld zijn er, maar niet alle randvoorwaarden zijn even snel geregeld. En als we alles stap voor stap doen, staan we niet op tijd klaar om in 2030 100% gevuld te zijn zoals C-LAS gesteld heeft. Om zo snel mogelijk over veel mensen te beschikken, lopen we sporen parallel aan.

Terwijl we nog hard werken aan de uitbreiding van opleidingscapaciteit en kazernefaciliteiten, moeten we al nieuwe collega’s binnenhalen. Dat knelt en schuurt. Maar dit ongemak is relatief als je beseft waar we op voorbereid moeten zijn. Iedereen kent de beelden uit Oekraïne.

Voor veel randvoorwaarden zijn we afhankelijk van anderen. In de tijd dat de spullen bij leveranciers op de plank lagen, was er geen geld... nu ís er geld, maar liggen de spullen niet meer op de plank. Ook hebben we te maken met vergunningen en concurreren we met andere maatschappelijke belangen voor de benodigde ruimte. Woningbouw, natuurbeheer, asielopvang en economische ontwikkeling raken veel Nederlanders directer dan een oorlogsdreiging van 1.500 kilometer verderop. Voorlopig betekent dit dat we oplossingen vooral intern moeten vinden.

Om de grotere instroom van personeel te kunnen verwerken, is besloten de Algemene Militaire Opleiding anders in te richten. Onze opleidingsdeskundigen hebben een 10-weekse Basisopleiding Koninklijke Landmacht samengesteld, die nieuwe collega’s van voldoende kennis en vaardigheden voorziet om veilig als basismilitair aan de slag te kunnen. Verdere opleiding en training gebeurt daarna bij de eenheid zelf. Dat kost extra tijd en aandacht, maar hierdoor beschikt de eenheid wel eerder over meer mensen. Daarnaast creëert deze 10-weekse stoomcursus ruimte voor meer opkomstlichtingen en zo spelen we extra capaciteit vrij voor het opleiden van onderofficieren.

Bij zo’n ingrijpende maatregel ben je misschien bezorgd of het werk wel goed uitvoerbaar blijft. De landmacht heeft echter geen keus. De veiligheidssituatie vraagt om snel gevulde eenheden. Het blijft daarom nog wel even behelpen, maar het alternatief – afwachten tot alles geregeld is – kan onze vrijheid in gevaar brengen. We zullen met zijn allen onze schouders eronder moeten zetten. Ik daag je uit om deze maatregel om te zetten in een kans voor je eigen eenheid, je eigen bataljon, je eigen brigade of je eigen korps/regiment. Ga met elkaar in gesprek over het hoe.”

Adjudant Cees Bielander

Landmachtadjudant