Tekst KAP Jessica Bode
Foto KPL-1 Brian Vonk
Bijzondere oefening voor monteurs 43 Mechbrig
Een deel van de brigade waarvan gepantserde (rups)voertuigen de ruggengraat vormen moest het de afgelopen weken zonder Fennek, Leopard en CV90 doen. 150 militairen van 43 Gemechaniseerde Brigade waren de afgelopen weken op Curaçao voor de oefening Carribean Poacher, waarbij de focus lag op coping, individuele en groepsvorming. Bijzonder voor een grote groep kersverse infanteristen, maar zeker voor 434 Herstelpeloton. De monteurs deden nooit eerder zo’n training zonder hun vertrouwde materieel.
Voor de 28 mannen en 1 vrouw (de helft van het peloton) was het even schakelen. Van onderhoud in de werkplaats tot grensverleggende activiteiten op een tropisch eiland. De club kreeg hier allerlei fysieke en mentale niveau 1 en 2 uitdagingen voor de kiezen. Van boot- en contactdrills, klifjumpen en een amfibische mars tot commandovoering, tot schieten en verplaatsingen in de duisternis.
Fysieke en mentale uitdagingen goed voor individu en team
Zweten
En dat is best pittig. CV90 onderstelmonteur korporaal-1 Dylan duwt met z’n handen op z’n helm. Het zweet gutst over z’n voorhoofd. “We hebben hier normaal geen tijd voor”, zegt hij hijgend na een twee kilometer lange speedmars in ruim 30 graden en een luchtvochtigheid van liefst 83 procent. “We gaan normaal met oefeningen mee om deelnemende voertuigen operationeel te houden.”
En precies daarom vindt pelotonscommandant kapitein Patrick van der Maas het belangrijk dat ze nu toch groene dingen doen. “Het uitdagende programma in grote hitte doet iets met het individu, maar het is ook goed voor de teambuilding. Normaliter werken deze lui zelfstandig of in duo’s, maar er kunnen ook situaties ontstaan waarbij ze op elkaar zijn aangewezen.”
Het 45e
Carribean Poacher is initieel een oefening voor 45 Pantserinfanteriebataljon Regiment Infanterie Oranje Gelderland, maar omdat ze niet gevuld zijn waren er plekken over voor Herstel. De infanteristen van de Charlie ‘Hanen’-compagnie draaiden hun eigen, verzwaarde programma. Omdat deze eenheid gevuld is met veel jonge militairen, vers van de AMO, waren de doelstelling vorming en coping hetzelfde als bij 43 Herstelpeloton.
Wacao
In twee weken tijd werkte Herstel op naar de Field Training Exercise (FTX) op oefenterrein Wacao. Het hoogtepunt van de Curaçaose tropenweken, waar al de trainingsfacetten samenkomen. Dylan is enthousiast en kan niet wachten. Zijn collega korporaal Tyrisa zit er wat meer doorheen. Ze is dolblij dat ze mee mocht naar de Carib, het eiland van haar voorouders. De oefening valt haar echter zwaar. “Mijn lijf doet zeer. Ik zit er een beetje doorheen”, erkent ze. “Maar...ik ga door!”
Bivak
En dan om 06:30 uur rijdt de Iveco voor en stappen de militairen in de Antilliaanse viertonner. Op naar 48 uur uitdaging, zonder dat ze weten wat hen te wachten staat. “Gelijk een stukje MENTEX”, benadrukt de pelotonscommandant.
‘Hoe warmer het wordt, hoe moeilijker je dingen onthoudt’
Op de aangewezen locatie krijgen de groepen Alpha, Bravo en Charlie hun gebiedsdeel toegewezen voor hun schuilbivak. Ook krijgen de herstellers het advies om met hun groep nog eens goed naar commandovoering en contactdrills te kijken. “Niet zonder reden”, knipoogt kapitein Van der Maas.
Zeezicht
Bravo, uiterst tevreden met hun aangewezen sector met zeezicht, heeft in mum van tijd een onderkomen ingericht. Charlie heeft wat meer moeite met het vinden van een geschikte plek, omdat hun zone bij een heuveltje ligt. Waar de twee groepen direct aan de slag gaan met veldbedden, klamboes, tarp en munitie optoppen, neemt Alpha eerst uitgebreid de tijd voor het theoretische gedeelte. Er wordt stevig voorgesproken en geschreven in boekje Pienter. Iets dat Van der Maas slim vindt. “Het is nu nog niet zo heet. Hoe warmer het wordt, hoe moeilijker je dingen onthoudt.”
Bevelsuitgifte
Als de klok half 11 slaat verzamelen de drie groepscommandanten zich voor de bevelsuitgifte. Daarna nemen de kaderleden de drie scenario’s – die in het teken staan van verkenning, hinderlaag en aanval in vijandelijk gebied – nog een keer door. De pc benadrukt nog eens waar z’n collega’s op moeten letten.
‘Het klinkt logisch, maar deze mensen beoefenen dit amper’
Hoe schakelen de lui als iemand gewond raakt? Hoe pakken ze een objectverkenning aan? Wanneer kiezen ze voor een enkele of dubbelcolonne en hoe handelen de herstellers bij kruispunten en zijwegen? “Het klinkt logisch, maar nogmaals… deze mensen beoefenen dit amper”, benadrukt de kapitein. “Ze leren dit in de AMO, maar voor sommigen is dat al járen geleden. En eens per jaar de MBV. Dat is het.”
Al zou de compagnie het graag vaker willen doen. “Ook wij kunnen in een oorlogssituatie terechtkomen, waarbij we niet kunnen terugvallen op de voertuigen”, vertelt torenmonteur korporaal Olaf, slurpend aan z’n camelbak. Anderhalve liter water per uur is het devies. “Je zweet zoveel, het is amper bij te houden. Maar natuurlijk is dit mooi om te doen. Een keer iets anders dan de SOB.”
Maribomba
Een paar uur later lopen de drie groepen over het bloedhete, ‘vijandelijke’ terrein vol afgestorven koraal, stenen, stekelvormige planten, salamanders en maribomba’s (grote Antilliaanse wespen, red.). Alpha verkent op een pittig hoge bergkam de logistieke routes en een vijandelijk materieeldepot, waar toevallig net een busje vol munitie wegrijdt.
De verkenners geven intel door aan de Bravogroep, die verderop een hinderlaag moet leggen. De bestuurder moet uitgeschakeld en de buit in beslag worden genomen. Bij dit onderdeel zit het venijn hem in de staart. Na de actie is het 300 meter rennen voor je leven en nog eens 700 meter uitscheuren om uit handen van de vijand te blijven.
Idyllisch
Ondertussen stapt Charlie richting een open vlakte met heldergroene en paarse vetplanten. Op de achtergrond de Caribische Zee met golven die metershoog tegen de kliffen omhoogschieten. Een idyllisch plaatje, maar tevens de locatie waar straks nog een aanval plaatsvindt. De schoten van de Colt zullen de vijand hier dodelijk treffen, maar niet voordat de groepscommandant ernstig gewond raakt. Aan de groep de taak om orde op zaken te stellen en hun leider met een gewondenzeil zo snel mogelijk naar de ‘zau’ te brengen. Het zijn scenario’s die bij alledrie de groepen een keer de revue passeren.
Gas
Na twee intensieve dagen, maar eigenlijk na de gehele oefening, blikt pelotonscommandant Van der Maas tevreden terug. “Iedereen bleef overeind. Nul uitvallers. Nee, het zijn nog geen doorgewinterde infanteristen, maar we zien een grote stijgende lijn. Ze gingen aan het gas om het te halen. Een hele prestatie.”