Tekst KAP Saminna van den Bulk
Foto Phil Nijhuis, 13 Lichte Brigade
Unieke trainingslocatie dankzij genie
In vijf weken tijd een loopgravenstelsel van ruim 700 meter bouwen. Ga er maar aan staan! Sergeant-1 Nick Schreurs (OPC bij 412 Pantsergeniecompagnie) en zijn collega’s gingen de uitdaging aan. Met succes! Defensie is inmiddels een unieke trainingslocatie rijker op de Generaal Majoor de Ruyter van Steveninckkazerne in Oirschot.
Een dag na de oplevering loopt Schreurs zichtbaar trots langs het – dan nog – lege gangenstelsel. “Zeven weken geleden kwam deze opdracht binnen bij het bataljon. Direct is gestart met het verwerven van de betonblokken. Ik heb ook meteen gezegd dat we, met die strakke deadline, niet uitgerust waren dit project te doen. We hadden er simpelweg het materieel niet voor”, aldus Schreurs. 101 Geniebataljon schoot te hulp met mens en materieel, waaronder hydraulische graafmachines.
Daarna ging het projectteam van de brigade naar de tekentafel. Eén kleine uitdaging: een handleiding loopgraven bouwen is er niet. Voor het maken van een schets werden de handboeken uit de jaren 60 van de vorige eeuw afgestoft.
Eigen plek om te trainen
Jarenlang werd gedacht dat het klassieke ‘staal op staal’ voltooid verleden tijd was. De oorlog in Oekraïne laat zien dat dit, en daarmee ook het opereren in loopgraven, zomaar weer realiteit kan zijn. Brigadegeneraal Gert-Jan Kooij, commandant 13 Lichte Brigade: “We leren van het conflict in Oekraïne. De focus is verschoven en ligt nu weer op gevechtsklaar zijn. Uit de lessons learned blijkt dat we, als het nodig is, goed moeten zijn in het vechten in de loopgraven. Daarnaast levert 13 Lichte Brigade trainers voor de Operatie Interflex, waarbij Oekraïense strijders in Groot-Brittannië oefenen voor de strijd in eigen land. Met het loopgravenstelsel kunnen de infanteristen tevens hun skills trainen, voor ze naar Engeland vertrekken.”
Geen hout, wel hufterproof
Twee weken later gaan de mannen aan de slag in extended day shifts. Oftewel: bij het eerste licht de handen uit de mouwen, om daarna tot half acht ’s avonds door te buffelen. Eerst graven de mannen de gracht. Daarna volgt het plaatsen van de bijna 2.000 ‘Legio’s’: betonblokken (160x80x80 cm) van 2.200 kilo. Deze worden waar nodig afgewisseld met kleinere varianten (80x80x80).
Beton was een bewuste keuze, legt Schreurs uit. “Loopgraven worden vaak gemaakt van hout. Beton is hufterproof en minder gevoelig voor weersinvloeden.” Nog een voordeel: “Als besloten wordt dat de loopgraven moeten verdwijnen, kun je deze blokken gewoon hergebruiken”.
‘Kruipend voorwaarts met de graafmachine’
Bekijks
Graven, blokken plaatsen, aanvullen met zand waar nodig… en door. Normaliter zou je de werkzaamheden graag met meerdere machines tegelijk op dezelfde plek willen doen, legt Schreurs uit. Maar dat is simpelweg geen optie: de bospaden bieden beperkt de ruimte. “Op zo’n moment kruip je voorwaarts met je graafmachine.” Komt nog bij dat de mannen ongeveer elk weertype voor de kiezen kregen. “We begonnen met zon, daarna sneeuw, hagel en regen. Dat was minder. Dan ben je als machinist blij dat je rupsvoertuigen hebt”, lacht Schreurs.
De mannen werken van zuid, de ‘vijandzijde’ naar het noorden. Daarbij trekken de bouwers flink bekijks. “Er zijn hier aardig wat eenheden komen kijken. Om ook gelijk te vragen: waar kunnen we deze locatie reserveren?”
Materieel
Aan de werkzaamheden kwamen er qua materieel twee hydraulische graafmachines (HGM) Rups te pas, één HGM Wiel werd ingehuurd en bediend door een burger. Ook maakten de mannen gebruik van één Midi Graver Boels, vijf shovels, vier kiepers, een viertonner, een tientonner en een mattenlegger, vanwege de aanvoer van betonblokken.
De laan van Luc
Het eindresultaat mag er zijn. Het stelsel van ruim 700 meter (“maar: ik heb het niet nagemeten”) met een zigzagpatroon heeft naast loopgrachten uitsparingen voor de CP en een afwachtingslocatie voor reservetroepen. Daarbij zijn er aan de uiteinden posten waar bijvoorbeeld MAG-schutters hun vuurpositie kunnen innemen.
De monsterklus werd geklaard door een team van twintig man in wisselende samenstelling. Wie door de loopgraaf beweegt ziet iets typisch; Marcos Blockhut, Mitch Boulevard, Point Marvin, Luc Avenue, Jimmys Corner... Het zijn de namen van leden uit de standaardgroep. Een kleine vereeuwiging voor de bergen werk die zij hebben verzet.
Grijze haren
“Ik ben ontzettend trots op de jongens”, zegt Schreurs dan ook. “Ze hebben ontzettend hard gewerkt aan een mooi trainingsobject, uniek in Nederland. Het is een bijzonder project. Het was voor ons de eerste keer dat we met ons peloton met deze blokken bouwden én de eerste keer dat we een loopgraaf aanlegden. Daarbij werkten we met mensen van buiten Defensie en collega’s uit andere compagnieën.” Lachend: “Ik heb er wel een paar grijze haartjes bijgekregen”.
Niet voor niets, blijkt al snel. Het is slechts een dag na de opening, of de militairen komen Schreurs al tegemoet in de gracht. Het is een peloton van de Alpha-compagnie van 17 Pantserinfanteriebataljon, dat naar Groot-Brittannië gaat om Oekraïners te trainen. Ze zijn zichtbaar enthousiast. Ook de pantsergenisten wacht snel weer een nieuwe klus. Maar wat ze nu eerst gaan doen? Schreurs glimlacht. “Onderhoud.”