05

Dit artikel hoort bij: Landmacht 04

Keep cool in de jungle

Tekst KAP Arjen de Boer
Foto SM Aaron Zwaal

Rode baretten worden jungle warfare instructor

Het Surinaamse regenwoud is een uitdagend terrein om te vechten. Soms keert ook de jungle zich tegen je. Altijd een nat pak, bijtende insecten. Hier kan iemand niet zomaar overleven en knokken, dat moet je leren.

‘Het is een kwestie van accepteren’

Gerommel in de duisternis. Vannacht geen sterren boven de Surinaamse jungle. Een dik wolkendek licht op door bliksemschichten. Gestaag komt er een muur van ruis deze kant op. Het is de regen op het bladerdak van de jungle en de bui schuift langzaam op. Geen ontkomen aan. Kleine druppels op het bovenste bladerdak glijden verder en vallen op het groen eronder. De druppels worden zo steeds dikker. Kletsnat word je ervan, en zo’n bui kan uren duren. 

Op de grond liggen sergeant Danny (35) en luitenant-1 Niels (27). Ze moeten stil zijn, verdacht op de vijand die misschien vlakbij is. Om de beurt houden de mannen van hun groep de wacht. Maar ze zien niets in het pikkedonker. Zelfs hun hand niet als ze die voor hun ogen houden. Terwijl ze worden gebeten door muggen en andere beestjes zijn ze binnen no time doorweekt. Niks aan te doen, weer een nat pak. Is het niet van het zweet dan van de regen. “Het is een kwestie van accepteren, dit is de jungle”, zegt Niels.

In het dichtbegroeide tropische regenwoud zijn de rivieren vergelijkbaar met snelwegen. Bootjes zijn de beste manier om te verplaatsen richting inzetgebied. Helikopteroperaties zijn lastig in de jungle.

Jungle Warfare Instructors Course

Beide mannen dienen in de Delta-compagnie van het 12 Infanteriebataljon van 11 Luchtmobiele Brigade. Momenteel volgen ze de Jungle Warfare Instructors Course (JWIC), dit jaar georganiseerd door het Korps Mariniers, in de Surinaamse jungle. Zo’n dertig mariniers, rode baretten, Surinaamse militairen en Amerikaanse mariniers moeten straks toetreden tot het gilde der jungle-instructeurs. Belangrijk, omdat er een tekort is aan zulke collega’s. Zonder gekwalificeerde instructeurs is het onmogelijk om andere militairen de basisbeginselen bij te brengen van overleven en vechten in de jungle.

De Surinaamse jungle zit vol leven. Meer dan honderd soorten amfibieën en meer dan honderd soorten slangen, waarvan twaalf giftig. Plus de nodige tarantula’s en andere spinnen.

“Op vakantie ben ik wel in de jungle geweest. Costa Rica, Belize”, vertelt Danny. “Maar de training in Suriname is een ander verhaal. Hier hebben we niet elke avond een warme douche. Hier zitten we tussen de spinnen.” Het optreden verschilt van dat in Nederland of in de bergen, zegt Danny. “We kunnen onze procedures in de basis wel toepassen. Maar de jungle doet iets met je verplaatsingssnelheid, navigatie en schootsvelden. Vaak onderken je de vijand pas het laatste moment en dan is het meteen actie.”

Goed en zorgvuldig navigeren in de jungle is lastig. Er zijn weinig herkenningspunten, dus is een kompas onmisbaar. Evenals gezichtscamouflage, want een ‘wit koppie’ valt op tussen al dat groen.

Niet zweten onmogelijk

De beginfase van de training kende wat problemen waardoor niet het hele peloton van Niels en Danny de JWIC kon doen. Alleen de kaderleden konden doorgaan, om toch zoveel mogelijk nieuwe instructeurs op te leiden. “Als we het halen, is het de bedoeling dat we volgend jaar terugkomen om andere collega’s op te leiden”, zegt Danny.

11 Luchtmobiele Brigade is wereldwijd inzetbaar. Dus ook in de jungle als dat nodig is. Trainen is noodzakelijk, veel militairen vinden de jungle het zwaarste terrein om in te vechten en overleven.

Maar eerst volgen er nog een live firing exercise en lessen in het optreden met vaartuigen op de rivier. Zolang ze in de jungle oefenen, moeten ze goed op zichzelf letten. Genoeg water meenemen, acht liter. Droge kleding, eten voor enkele dagen, wapens, munitie. De bepakking weegt dan al snel meer dan veertig kilo, weten de mannen. Niet zweten is onmogelijk in de klamme hitte van het oerwoud.

De Ayoko-kazerne waar de Nederlandse militairen zijn gelegerd bevindt zich aan de rand van de jungle. Daar in de buurt is ook een schietterrein. Verderop in de jungle, aan de rivier Saramacca, is nog een kamp om operaties met bootjes te oefenen.

Wachten op de ochtend

De lessen die ze nu leren, moeten Danny en Niels in de toekomst aan anderen doorgeven. Daarom moeten ze nu soms letterlijk door het slijk. Anders is die ervaring niet goed over te brengen, is het idee. “In Nederland of elders kunnen we nachtzichtapparatuur gebruiken. Daar heb je hier niks aan. Dus ’s nachts lig je te wachten tot het weer licht wordt”, zegt Danny. “Hier maken we meer gebruik van andere zintuigen. Goed luisteren en ruiken”, vult Niels aan. Iemand kan zich al verraden door anti-insectspray of deodorant te gebruiken.”

‘Anders straft de jungle je af’

“Eerst is het onwennig; het ongedierte, de geluiden ’s nachts”, zegt Niels. “Als je op de bodem ligt, heb je overal jeuk en zijn beestjes constant bezig. Zoals ik eerder zei, dat moet je accepteren. Ook dat je altijd nat bent. De enkele vent moet continu discipline aanhouden”, zegt Niels. “Goed voor onszelf zorgen is essentieel. Anders straft de jungle je af.”

Sergeant-1 Rico de Beer

Jungle-instructeur

Groepscommandant 3e peloton Alpha-compagnie

11 Luchtmobiele Brigade

“Ik vind de jungle fantastisch, uitdagend. Vorig jaar kwam een plek vrij voor de opleiding tot jungle-instructeur in Brunei. Ik heb mij toen meteen aangemeld. De Engelsen geven die cursus, maar hij verschilt weinig van wat wij nu in Suriname doen.
Wij zijn hier met zeventien instructeurs, zowel mariniers als luchtmobielers. Veiligheid staat hoog in het vaandel. We leren jongens vechten in de jungle. Veel tactieken zijn in de basis hetzelfde. Maar er zijn andere dieren, planten, veel regen en dichte begroeiing. Dan moet je die basis goed op orde hebben.
Instructeurs geven op groepsniveau lessen in bijvoorbeeld navigatie, survival en dat soort zaken. De teachers staan boven de instructeurs. Zij geven lessen op pelotonsniveau. Elke groep heeft drie instructeurs dus we kunnen ze veel aandacht geven. Cursisten van het Korps en luchtmobiel zijn gemengd, ze leren zo ook van elkaar.
Ik val met mijn neus in de boter om nu al hier te zijn als instructeur. Hopelijk volgend jaar weer, want dan organiseert luchtmobiel de jungleopleiding.”