Tekst KAP Jaap Wolting
Foto SM Hille Hillinga, ELNT Ruben Verbunt
Aftellen in Irak
Acht jaar lang hebben Nederlandse troepen zich in Iraaks-Koerdistan ingezet voor de Capacity Building Mission Iraq. Op 1 mei kwam daar een einde aan toen het stokje werd overgedragen aan Estland. Tot het laatste moment deed de Alpha-‘Madju’compagnie van 13 Infanteriebataljon Regiment Stoottroepen Prins Bernhard uit Assen er alles aan om een belangrijke bijdrage te leveren aan de veiligheid en de economische groei in de regio.
Qua taken is er de afgelopen jaren enorm veel veranderd. Toen de terreurgroep ISIS nog verslagen moest worden, leidden Nederlandse instructeurs Iraakse en Koerdische strijdkrachten op. Niet alleen in Erbil, maar ook bijvoorbeeld in het noordelijk gelegen Atrush of in Suleimaniya, meer richting Iran.
Later kwam het moment dat ISIS geen vuist meer kon maken. Nederland haalde alle trainers terug – bleef overigens wel militaire adviseurs sturen – maar pakte een andere taak op: de beveiliging van het vliegveld van Erbil.
“Gelukkig kwam daar het een en ander bij”, verklaart kapitein Jeffrey op Camp Bulldog boven het gebulder van twee landende Blackhawks uit. Naast de beveiliging van Erbil Air Base staan we standby als Quick Reaction Force (QRF) en – wat mijn ‘Demonen’ het mooiste vinden – brengen we militaire adviseurs veilig naar hun afspraken in de regio.” (zie repo onderaan, red.)
Nederlandse steun aan Irak blijft bestaan
Onze krijgsmacht draagt nog steeds bij om Irak veiliger te maken. Nederland neemt deel aan de capaciteitsopbouwmissie NATO Mission Iraq, er zijn stafofficieren in Bagdad en Koeweit en ons land leidt een operationeel adviesteam in Erbil. Zo helpt Defensie de Irakezen bij het verder professionaliseren van de veiligheidssector.
‘De taal is geen barrière’
Afhankelijk
Terwijl de commandant Force Protection (FP) naar het Tactical Operation Centre (TOC) loopt, vertelt hij: “Buitenlandse partners kunnen hun werk pas goed doen als wij onze beveiliging op orde hebben. Daardoor wordt onze aanwezigheid op prijs gesteld. En daarnaast ben je natuurlijk van elkaar afhankelijk; onze FP is bijvoorbeeld verweven in een Amerikaans bataljon. Ons voordeel is dat we ons makkelijk bewegen in een internationale gemeenschap. Wat bij deze missie helpt is dat de taal geen barrière is omdat alle partners vrij goed Engels spreken.”
‘Ik heb de kerels altijd tot mijn beschikking’
Altijd aanwezig
“Waar voor ons de grootste uitdaging ligt? Sleur vermijden. Wij blijven de pelotons dus voeden met nieuwe activiteiten. Als commandant heb ik hier het grote voordeel dat ik de kerels altijd 24/7 tot mijn beschikking heb, waar in Nederland het personeel op cursus gaat, verlof kan pakken, of steunverlening doet. We schieten met Glock, Colt, MAG en Minimi, en hebben zelfs munitie voor de 40mm underslung en onze snipers.
Ook liggen er kansen voor OVG-en, werken de Amerikanen mee als we medevacs willen uitvoeren bij medische casussen en kunnen we trooping (door de lucht vervoeren van luchtmobiele infanterie, red.) trainen. Daarnaast geeft ons Fire Support Team les in het aanvragen van mortieren, artillerie of luchtsteun.”