Tekst Evert Brouwer
Foto Foto| Mediacentrum Defensie en anderen
A-team bezorgt zieke kinderen topdag
Hannibal Smith of B.A. doken dan niet op, maar het A-team van de enhanced Forward Presence (eFP) Battle Group heeft patiëntjes van het kinderziekenhuis in Vilnius minstens zo goed weten te vermaken als de acteurs uit de aloude tv-serie. Het werd een onvergetelijke dag voor de kinderen én de Nederlandse militairen.
Tijdens de zogenoemde Kids Army Day kwam in alle vroegte een militaire colonne aan op de parkeerplaats bij het hospitaal. Onder meer een aantal Boxer pantserwielvoertuigen, een open Mercedes-Benz terreinvoertuig (CDI), een Fennek verkenningsvoertuig en het imposante YBZ-bergingsvoertuig trokken de aandacht.
Het A-team, bestaand uit militairen van de Alpha-compagnie 42 Bataljon Limburgse Jagers, aangevuld met een peloton van 412 Pantsergeniecompagnie en 13 Geneeskundige Compagnie, rolde daarna een aantal activiteiten voor de kinderen uit. Zo waren er een zogenoemde nerf schietbaan, een schminktent, een springkussen, militaire onderkomens, een plek waar je gevechtsrantsoenen kunt proeven en een echte hindernisbaan.
Speciaal voor zieke knuffels was een hospitaaltent opgebouwd waar een echte arts het speelgoed kon behandelen aan een gebroken been of arm. De kinderen die te ziek waren om naar buiten te komen, kregen militaire patrouille op bezoek.
Meer instructeurs voor Oekraïne
Onder Europese vlag is vorige maand een nieuwe trainingsmissie van start gegaan voor Oekraïense militairen. Het is de bedoeling dat in twee jaar tijd 15.000 rekruten worden opgeleid. Nederland levert al stafofficieren en biedt verschillende trainingen aan.
De trainingen vallen onder de European Union Assistance Mission Ukraine (EUMAM) en gaan vooral in Duitsland en Polen plaatsvinden. Defensie ziet onder meer mogelijkheden in het oefenen van brigade- en bataljonsstaven, lessen in het gebruik en onderhoud van geleverde wapensystemen en trainingen op medisch gebied.
Het geschatte aantal Nederlandse trainers voor deze missie ligt tussen de vijftig en honderd man. Dat hangt onder meer af van het totaalaanbod van de lidstaten. Wanneer de Nederlandse militairen starten is nog niet bekend. Inmiddels zijn wel Nederlandse militairen begonnen met hun werk in de hoofdkwartieren van de missie in Brussel, Duitsland en Polen.
Nederlandse militairen trainen al Oekraïense collega’s in het Verenigd Koninkrijk. Deze missie gaat ook in 2023 verder. Samen met Duitsland oefent Nederland al Oekraïners in het ruimen van explosieven en hoe om te gaan met geleverde pantserhouwitsers.
Band met Duitsland nog verder versterkt
De Duitse en Nederlandse landmacht gaan verder met de integratie. Om hieraan richting te geven tekenden beide commandanten een gezamenlijke visie.
Het plan gaat onder meer om de gezamenlijke aansturing van de geïntegreerde eenheden. Ook moeten er een gemeenschappelijke doctrine en tactische procedures komen. In de visie staat ook dat beide landmachten, waar mogelijk, samen nieuw materieel aanschaffen.
Deze visie vraagt om veel werk, toewijding, vertrouwen en vriendschap, denkt luitenant-generaal Alfons Mais, commandant van het Duitse Heer. “Integreren is een werkwoord”, sprak hij. Een opmerking die Commandant Landstrijdkrachten luitenant-generaal Martin Wijnen alleen maar kan onderschrijven. “De visie is actie- en resultaatgericht. Zo behouden we momentum. Maar bovenal versterken we voor beide landen het vermogen binnen het landdomein.”
De integratie, onder de projectnaam Griffin, is al duidelijk zichtbaar binnen de landmacht. Het 1 Duits-Nederlands Legerkorps in Münster bestaat al meer dan 25 jaar. Verder zijn twee Nederlandse gevechtsbrigades en het luchtverdedigingscommando inmiddels geïntegreerd met Duitse verbanden.
Aanpak ‘drones’ beoefend
Nederlandse militairen hebben in Duitsland voor het eerst geëxperimenteerd met het neerhalen van onbemande vliegtuigjes. Zij gebruikten tijdens een oefening in Bergen-Hohne diverse wapens vanuit verschillende posities.
Aanvallen door drones zijn door de oorlog in Oekraïne actueler dan ooit. Recept voor succes bleek om de vliegende toestellen aan te pakken met alle wapens: het standaardgeweer Colt, de machinegeweren Minimi en MAG of met voertuigbewapening. Dit heet All Arms Air Defense (AAAD). Gemiddeld werd op de schietbaan van Bergen-Hohne een drone binnen dertig seconden uitgeschakeld.
Het blijft zeker niet bij deze oefening. Het AAAD-project van de Directie Training en Operaties gaat over meer dan alleen het schieten op drones. Kapitein Jan: ”Met de kennis- en opleidingscentra zijn we ook bezig om luchtdreiging in bestaande simulatiemiddelen te voegen. Ook ontwikkelen we digitale lessen over dit onderwerp. En drone-dreigingen zullen de militairen vaker tegenkomen in de grote oefeningen.”
Koning heropent Kasteel
Koning Willem-Alexander heeft vorige maand het gerenoveerde Kasteel van Breda ceremonieel heropend.
De thuisbasis van de Koninklijke Militaire Academie (KMA) kreeg de afgelopen 3 jaar een flinke opknapbeurt. Het kasteel, anno 1353, is nu onder meer duurzamer en brandveiliger.
De koning werd op het kasteel onthaald met een erewacht. Bij de openingsceremonie onthulde hij vervolgens samen met de voorzitter van de Senaat van het Cadettencorps een nieuw schilderij. Volgens traditie hing de cadet het schilderij daarna scheef.
De band tussen de KMA en de koninklijke familie gaat ver terug. Koning Willem I schonk het kasteel in 1828 aan de KMA, dat onderdeel is van de Nederlandse Defensie Academie. Sindsdien worden cadetten van de landmacht, luchtmacht en marechaussee hier opgeleid. Jaarlijks studeren ongeveer 350 officieren af.
Speuren naar onbemande vliegtuigen
Het Counter Unmanned Aircraft Systems (C-UAS) peloton van Defensie wordt voor het eerst ingezet buiten Nederland.
In november reisden de militairen van het Defensie Grondgebonden Luchtverdedigingscommando (DGLC) af naar Roemenië om zich daar te voegen bij een eenheid van 11 Luchtmobiele Brigade. De uitzending naar Roemenië biedt de kans om concepten van optreden in de praktijk te oefenen. De eenheid blijft 4 maanden in Roemenië blijven om alle concepten te beoefenen, samen met manoeuvre-eenheden.
Het Counter Drone peloton van Defensie wordt in Nederland regelmatig ingezet bij grootschalige evenementen. De eenheid werkt dan samen met plaatselijke autoriteiten om onbemande toestellen op te sporen, te identificeren, te classificeren én te bestrijden als dat nodig is.
C-UAS capaciteit kan een enorme meerwaarde bieden voor manoeuvre-eenheden. Drones worden steeds vaker ingezet voor verkenningen om informatie te verzamelen of als wapen met een explosieve lading. Als een manoeuvre-eenheid beschikt over C-UAS capaciteit dan kunnen ze vroegtijdig drones opsporen. Dat kan leiden tot bijvoorbeeld een alternatieve route te kiezen, zich heimelijk op te stellen of door een drone uit te schakelen.
Logistiek op de proef gesteld
Niet het gevecht zelf, maar de ondersteuning van die strijd. Dat was de afgelopen twee weken het belangrijkst tijdens oefening Bison Sustain.
Op en rond het oefenterrein van het Duitse Bergen-Hohne trainden zo’n 2.000 militairen hoe ze een operatie van de landmacht in stand kunnen houden. Dat was lang niet gebeurd, omdat de aandacht de afgelopen jaren vooral lag op de steun aan vredesoperaties en niet op een grootschalig conflict.
Brandstof, munitie, voedsel en water zijn onontbeerlijk, maar hoe krijg je die middelen veilig aan het front tijdens de strijd? Andersom moeten gewonden en gesneuvelden weer naar het gebied achter de voorste linies. Beide verplaatsingen zijn tijdens Bison Sustain uitvoerig getraind. Dat zorgde voor de nodige uitdagingen voor de militairen van met name 43 Gemechaniseerde Brigade en het Operationeel Ondersteuningscommando Land (OOCL).
“We hebben bewust voor deze aanpak gekozen”, vertelt de commandant van 43 Gemechaniseerde Brigade, brigadegeneraal Roland de Jong. “Het belang van logistiek is nog eens onderstreept tijdens de oorlog in Oekraïne. Daar liepen de Russen op een zeker moment vast omdat hun aan- en afvoer niet op orde was.”
Mini-Raven breder inzetbaar
De Militaire Luchtvaart Autoriteit (MLA) heeft een Militair Type Certificaat (MTC) uitgegeven voor het onbemande luchtvaartuigsysteem Raven DDL Mini Unmanned Aerial System (MUAS).
Dat gebeurde met een officiële overhandiging van het MTC aan de afdeling Luchtvaartsystemen (LVS). Met het MTC is aangetoond dat het toestel voldoet aan een set van minimale geaccepteerde luchtwaardigheids- en andere noodzakelijke eisen. Het onbemande verkenningssysteem mag nu ingezet worden om op een grotere schaal inlichtingen te verzamelen. Het systeem wordt onder meer gebruikt door 107 Aerial Systems Battery van het JISTARC.
Het Raven mini-UAS bestaat uit 3 handzame vliegtuigjes, die op afstand worden bestuurd vanaf een grondstation. Met dit systeem wordt vanuit de lucht informatie ingewonnen over een situatie en omgeving. Dit kan tot een afstand van tien kilometer.