03

Dit artikel hoort bij: Landmacht 10

‘Train hard, fight light’

Tekst KAP Jaap Wolting
Foto SM Cinthia Nijssen, KPL-1 Harm Mooibroek

Veel vertrouwen binnen binationaal bataljon

Op 31 maart 2022 kreeg luitenant-kolonel Bas Schillemans als allereerste Nederlander de leiding over het Duits-Nederlandse 414 Tankbataljon. Inmiddels zijn we ruim een half jaar verder. Hoog tijd voor een interview met de vanuit Bergen-Lohheide opererende cavalerist.

Eerst aantallen. Hoeveel tanks zitten er nou eigenlijk in die binationale eenheid? 

“Nu ongeveer dertig en dat bouwen we uit naar 48. Dan de bemensing: een derde Nederlands, twee derde Duits.”

Voortdurend samenwerken met onze oosterburen, wat levert dat op?

“Door de oprichting van dit bataljon voelden we de druk om na te denken over interoperabiliteit tot op het laagste niveau. Dankzij deze eenheid ging er van alles lopen, zoals het erkennen van elkaars opleidingen, het afstemmen van verbindingsmiddelen en logistieke processen. Hadden we allemaal niet gedaan als dit bataljon niet bestaan had. Ik denk dat ‘414’ een katalysator is voor de binationale samenwerking tussen Nederland en Duitsland. Al kost dit bataljon veel energie omdat het een broodje speciaal is, op de lange termijn levert het pure winst op voor die samenwerking.”

Luitenant-kolonel Bas Schillemans, commandant 414 Tankbataljon, op de Niedersachsen-kazerne te Bergen-Lohheide, Duitsland.

Is het voor Defensie echt zo belangrijk dat de tank weer terug is?

"Het uitfaseren van de tank was een van de minst briljante beslissingen ooit, nota bene genomen door onze eigen organisatie. Net alsof je als brandweerman de brandweerspuit van je wagen haalt; dan wordt het lastig een brand te blussen. De krijgsmacht had een uniek wapensysteem dat zich kenmerkte door zowel manoeuvre, bescherming als vuurkracht. En bijna waren we die echt helemaal kwijt. Gelukkig hebben we met de oprichting van 414 de laatste strohalm gegrepen en nog een klein stukje kennis kunnen borgen." 

Wat is het moeilijkste aan binationaal samenwerken?

“Verwachtingsmanagement toepassen. Communicatie ligt daaraan ten grondslag, waarbij het essentieel is dat je elkaar ook echt begrijpt. Dat kost tijd… én capaciteit. Ik propageer intern voortdurend dat we helemaal niet zo verschillend zijn. Met dien verstande, dat als wij een groen pak dragen ons doel altijd hetzelfde is. Wij hanteren dezelfde normen en waarden en hebben dezelfde instelling. Slechts de weg er naartoe, de methode die we hanteren, is anders. De kracht zit ‘m erin om het beste van twee werelden om te zetten in daadkracht. Dat kan alleen als je intensief met elkaar samenwerkt, zowel in de vredesbedrijfsvoering als in oefeningen en tijdens inzet. Idealiter willen we bij 414 heel graag de structuur van de Duitsers terugzien – want daar kan Nederland echt nog wat van leren – samen met het wellicht meer mensgerichte van het Nederlandse systeem.”

“Wij hanteren dezelfde normen en waarden en hebben dezelfde instelling.”

Zijn er zaken die juist gemákkelijker gaan omdat je een binationale eenheid bent?

"Soms helpt het dat we twee ouders hebben. Krijgen we iets bij vader niet gedaan, kunnen we het altijd moeder nog even vragen. Kijk ik bijvoorbeeld naar financiële middelen, krijg ik die aan de Nederlandse kant iets makkelijker losgepeuterd dan aan de Duitse zijde. Maar uiteindelijk gaat het niet om gemak. Wat belangrijker is, is dat je tijdens operationele inzet de vruchten plukt van samenwerking in vredestijd. Wij weten inmiddels waar cultureel, procedureel en technisch de scherpe randjes zitten bij elkaar. En daar is deze hele exercitie natuurlijk ook uiteindelijk voor bedoeld. Train hard, fight light. Of zoals men zegt: ‘alleen ga je sneller, samen kom je verder’.”

De tank is de afgelopen maanden herhaaldelijk negatief in het nieuws geweest. Zorgwekkend voor de toekomst van het wapen?

“Bedoel je die kapotgeschoten Russische tanks? Je merkt nu dat er voorbarige conclusies worden getrokken door mensen die niet de inhoudelijke kennis hebben om daarover te kunnen oordelen. Dat leidt helaas wel tot een bepaalde tendens; dat men meent dat de tank met pensioen moet. Intussen proberen overigens zowel militairen als wetenschappers om dat geluid tegen te gaan. Je kunt namelijk niet op basis van beelden uit Oekraïne directe conclusies trekken over hoe wíj de tank inzetten. Een heel simpel voorbeeld: de Russische T72 is echt een ander wapensysteem dan de geavanceerde Leopard 2A6A3 die wij hebben. Daar zitten lichtjaren tussen en dan kijk ik alleen nog maar puur naar het wapensysteem. Dan heb ik het nog niet eens gehad over opleiding en training, laat staan het gemechaniseerde optreden waarbij je geïntegreerd – dus samen met onder meer pantserinfanterie, joint fires, genie – het gevecht van de verbonden wapens voert.”

“Je kunt niet op basis van beelden uit Oekraïne directe conclusies trekken over hoe wíj de tank inzetten.” Op de foto tanks van 414 Tankbataljon.

Klaar om met 414 Tankbataljon de strijd aan te gaan, mochten jullie gevraagd worden?

“Te allen tijde. Daar hoef ik niet eens over na te denken. We zijn nu zes jaar verder en weten precies wat we aan elkaar hebben. De basis voor alles is vertrouwen en dat zorgt ervoor dat we elke opdracht kunnen uitvoeren. Een van mijn speerpunten voor volgend jaar is natuurlijk de voorbereiding om in 2024 weer naar Litouwen te gaan. Ik vind dat we beter en sneller gevechtsgereed moeten worden, zonder te kijken naar het vlaggetje op de schouder. Hoe? De drieslag personele gereedheid, materiele gereedheid, geoefendheid. En we moeten ons door de oorlog in Oekraïne nog beter gereedmaken voor de verdediging van ons bondgenootschappelijk grondgebied. Warfighting, die kreet hanteren we hier in Bergen-Lohheide.”