Iedereen heeft zijn eigen uitrusting. Enig idee wat collega’s met zich meezeulen? Welke ‘gereedschappen’ voor hen onmisbaar zijn? Maandelijks vertelt een landmachter over de essentiële benodigdheden waarmee hij zijn opdrachten uitvoert. Ditmaal sergeant-1 Patrick Oudt, hersteller Remotely Piloted Autonomous Systems.
107 Aerial Systems Battery van het Joint Intelligence, Surveillance, Target Acquisition & Reconnaissance Commando (JISTARC) vliegt al enkele jaren met de X-300 Integrator, de opvolger van de welbekende ScanEagle die zijn sporen verdiende in onder meer Mali. Om dit peperdure onbemande vliegtuig up & running te houden zijn gekwalificeerde onderhoudsmonteurs nodig. In deze editie laten we je zien wat deze ‘herstellers Remotely Piloted Autonomous Systems’ allemaal tot hun beschikking hebben.
Sergeant-1 Patrick Oudt
Hersteller Remotely Piloted Autonomous Systems
107 ASBT, JISTARC, Operationeel Ondersteuningscommando Land
“Dat ik hier in ’t Harde landde, was puur toeval. Mijn functie bij 43 Gemechaniseerde Brigade zat er nog niet op, maar mijn opvolger was al wel binnen. Een bekende van me werkte op de Tonnet en nodigde me uit eens langs te komen. En nu zijn we alweer drie jaar verder. Onze club is slecht bekend is binnen het ‘herstelwereldje’, omdat we niet zijn aangesloten bij een herstelcompagnie. Gelukkig zijn we nu wel een samenwerking gestart met 43 Herstelcie. Die hebben hier in ’t Harde ook twee pelotons zitten dus die verbinding was snel gemaakt.
In mijn vorige functie sleutelde ik vooral aan verbindingsmiddelen zoals de FM9000 en Battle Management Systems. De overstap hier naartoe was enorm. In Wezep was ik louter bezig met verbindingen of elektrotechniek maar hier duik ik ook vaak in de techniek van de motor, de avionica, hydrauliek, pneumatiek. Qua mentaliteit is er ook een groot verschil. Werkelijk alles is hier gecertificeerd. Je kunt ook niet zomaar even de werkplaats inlopen. Eten op de werkvloer is verboden. In Havelte was het houtje-touwtje; je probeerde gewoon iets en als het werkte was dat prima. Als je dat hier doet, gaat nog dezelfde dag je hoofd op het hakblok.
Het meest uitdagend? Het denkniveau in combinatie met de wetgeving – wat mag ik wel, wat mag ik niet? – en de verschillende expertises die je moet beheersen. Als je bij een reguliere eenheid met je viertonner een rare storing hebt, gaat ‘ie naar Utrecht of Soesterberg. Wij zitten bij zoiets dan al bijna meteen bij Boeing in Amerika. Het is ook niet voor niets dat wij zelf onderhoudsinstructies mogen maken. Dat brengt een grote verantwoordelijkheid met zich mee, want je stuurt wél een vliegtuig de lucht in. Is dat niet goed gerepareerd, valt hij ergens naar beneden. Maar ach, daar maak ik me niet te druk om want dan durf ik nergens meer aan te zitten. Alleen zo’n vleugel kost al twintig ruggen...”