10

Dit artikel hoort bij: Landmacht 05

Mijn Uitrusting – de kraanmachinist

Tekst KAP Djenna Perreijn
Foto Jarno Kraayvanger

Iedereen heeft zijn eigen uitrusting. Enig idee wat collega’s met zich meezeulen? Welke ‘gereedschappen’ voor hen onmisbaar zijn? Maandelijks vertelt een landmachter over de essentiële benodigdheden waarmee hij zijn opdrachten uitvoert. Deze keer kraanmachinist korporaal-1 Wessel.
 

De genisten van 103 Constructiecompagnie ondersteunen altijd en overal. In missiegebied, maar de komende maanden bijvoorbeeld ook bij Veteranendag en de Nijmeegse Vierdaagse. Onmisbaar daarbij is de mobiele hijskraan. De LTM 10/70 (Liebherr Telescopic Mobile, zie hoofdfoto) uit 1997 is intussen vervangen door de moderne LTM 10-55. Die wordt naarmate meer machinisten zijn omgeschoold vaker gebruikt. De oude, maar robuuste beestjes gaan er binnenkort uit.

Hijsbanden

De oranje banden zijn een stuk lichter dan de originele kettingen. Dat scheelt wanneer je ze honderd keer per dag versleept. Ze krijgen ook de voorkeur van genisten omdat ze makkelijk te verlengen zijn en ladingen minder snel beschadigen. Bij loeizware objecten worden de kettingen nog wel gebruikt; die kunnen deze hijsbanden niet tillen.

D-sluitingen

Met dit hijsmiddel koppelen genisten de lading aan de ketting of hijsband, of zoals de experts zelf zeggen: aanslaan. Het gewicht doet denken aan een kettlebell van zo’n acht kilo; na een dagje werken met de kraan is een sportschoolbezoek dus niet meer nodig.

Helm en Peltor

Volgens de veiligheidsvoorschriften is een helm vanzelfsprekend, maar ook oorkappen zijn een must. Het voorkomt gehoorschade – de motor maakt een aardig lawaai – én bevat een verbinding met de rigger, die de hijsbegeleiding op de grond verzorgt. De machinist en rigger staan tijdens het hijsen continu met elkaar in contact.

Veiligheidslaarzen

Zelfs de meest genadeloze spijkers zijn geen partij voor deze stevige stappers. De zool is verstevigd en de neuzen zijn van staal. Ze zijn verplicht voor iedereen die met en rond de kraan werkt.

Hijsblok

Het belangrijkste onderdeel van de kraan, want zonder hijsblok kun je niet ‘kranen’, zoals de genisten zeggen. De weight load capacity is maximaal 32 ton, bij zwaardere ladingen is een ander hijsblok nodig. De vaste, grote haak kan worden verbonden aan allerlei ophangsystemen.

Voorloper

Ook geen lichtgewicht: de voorloper van zo’n 35 kilo wordt gebruikt voor grotere ladingen in combinatie met de grote D-sluiting.

Korporaal-1 Wessel

Kraanmachinist

103 Constructiecompagnie, 101 Geniebataljon, OOCL

“Het leukste aan dit werk vind ik de zelfstandigheid en de verantwoordelijkheid. Op locatie werken we slechts met z’n tweeën: de machinist en de rigger. Tachtig procent van ons werk zit in de voorbereiding. We beslissen of we aan één kraan genoeg hebben, kiezen het juiste gereedschap voor de klus en plannen de route. We wegen zo 48 ton, dus kunnen niet ‘zomaar’ op pad gaan. Een foutje kan grote gevolgen hebben. In de opleiding leren we die verantwoordelijkheid te nemen.

In april maakten we zo’n uitgebreid hijsplan voor de Invictus Games in het Haagse Zuiderpark. Er was weinig ruimte dus dachten we goed na over de veiligheid. Mensen mochten absoluut niet in ons werkgebied komen. Als een generaal opdracht zou geven de lading tien meter verderop te parkeren, hadden we dat geweigerd: wij zijn de specialisten.

Mijn opa en vader waren kraanmachinist bij burgerbedrijven. Zij betalen beter, maar bij Defensie zie je meer van de wereld. Mede met hulp van de kraan bouwden we kamp Kevin in Mazar-e-Sharif. Daarvoor was ik zeven jaar infanterist en werkte ik twee jaar bij transport. Ik wilde altijd al op de kraan, maar mistte de bouwtechnische achtergrond. Toen de compagnie te maken kreeg met leegstroom, greep ik de buitenkans en haalde het benodigde mbo-3 diploma. Het werk is divers, vooral omdat ik naast machinist ook mattenlegger ben. Met een ander voertuig leg ik tijdelijke, verharde wegen aan. Ook heel leuk, maar mijn hart ligt bij de kranen.”