Tekst KAP Djenna Perreijn
Foto Herman Zonderland, SLD-1 Hilbert Buter
Gezamenlijke internationale krachtsinspanning
De beelden van de grootschalige evacuatie in Kabul – vorige zomer – staan bij iedereen nog scherp op het netvlies. Naast het Korps Commandotroepen, moet in de toekomst mogelijk ook 11 Luchtmobiele Brigade gereed zijn voor zulke operaties. Tijdens oefening Schneller Adler in Noord-Duitsland deden luchtmobiele infanteristen samen met collega’s van de Divison Schnelle Kräfte voor het eerst ervaring op.
In looppas verlaten militairen van de D-cie van 12 Infanteriebataljon het Duitse vliegtuig. Terwijl de motoren blijven draaien, nemen ze honderd meter verderop hun blocking positions rondom het evacuatiecentrum in. Binnen wachten honderden ontheemden op een reddingsvlucht naar veilig gebied. De situatie in de fictieve, afbrokkelende staat ‘Fromonia’ verslechterde de afgelopen dagen zo snel, dat een Non Combatant Evacuation (NEO) op touw wordt gezet. Een schone taak voor de samenwerkende Duitse en Nederlandse infanteristen.
Meer verantwoordelijkheid
Voor de rode baretten betekent dat een korte notice to move en snel schakelen. “Een evacuatie-operatie is veel onvoorspelbaarder dan air manoeuvre operations”, vertelt compagniescommandant majoor Arie. “We weten vooraf weinig over de veiligheidssituatie in het gebied waar we landen en de sfeer onder evacués. Dat vraagt veel flexibiliteit en meer verantwoordelijk bij lagere commandanten.”
‘Dit vraagt om veel flexibiliteit’
Eén van hen is pelotonscommandant eerste luitenant Niels. “Ter plaatse heb ik het meeste zicht op de situatie en moet ik beslissingen kunnen nemen. Natuurlijk gebeurt dat in overleg met een hoger dek, maar als de verbindingen slecht zijn kan ik zelfstandig knopen doorhakken.”
‘Sommigen raken in paniek’
Toneelspel
Na een uur is de situatie op de luchthaven van Fromonia veilig genoeg bevonden om de Rapid Air Evacuation uit te voeren. De evacuatie per vliegtuig is onderdeel van de NEO. Samen met de Duitse collega’s van de Divison Schnelle Kräfte begeleiden de luchtmobielers de evacués in groepjes naar het transportvliegtuig. Sommigen raken in paniek als ze worden gescheiden van familieleden. Anderen zijn plots moeilijk ter been. De oefenevacués zitten goed in hun rol om de chaotische situatie van een evacuatie-operatie na te bootsen. “Wij gaan verder dan lotuspatiënten”, stelt een figurant trots.
Divison Schnelle Kräfte
11 Luchtmobiele Brigade valt onder de Divison Schnelle Kräfte (DSK). Onder deze Duitse eenheid vallen tevens drie helikopterregimenten met parachutisten en een Special Forces Command. Door hun training en uitrusting kunnen militairen snel en flexibel worden ingezet als lichte infanterie in combinatie met helikopters. Commandant generaal-majoor Andreas Hannemann: “We blijven oefenen om het niveau op peil te houden. Je weet nooit wanneer de volgende evacuatie-operatie eraan komt.”
‘Dit hebben we eerder in Libië ook gedaan’
Afghanistan
Het scenario doet denken aan Kabul, vorig jaar zomer. 2.500 mensen verlieten met Nederlandse vliegtuigen de luchthaven nadat de Taliban de hoofdstad innam. De Duitse Bundeswehr vloog binnen enkele dagen meer dan 5.000 mensen uit. “In Libië hebben we soortgelijke ervaringen, maar door alle aandacht rondom Kabul zijn we anders naar dit soort evacuaties gaan kijken”, vertelt kapitein Jan Volkman van de DSK. “Bijna al mijn Duitse collega’s uit deze oefening waren daarbij aanwezig. De lessen die we hebben meegenomen zijn verwerkt in het scenario. Zoals snel kunnen schakelen van een veilige naar een onveilige omgeving.”
Niveau
Daar plukken ook de Nederlandse partners de vruchten van. De evacuatie-operatie in Afghanistan werd vorig jaar belegd bij het Korps Commandotroepen, maar in plannen voor de toekomst wordt nadrukkelijk ook naar 11 Luchtmobiele Brigade gekeken. Arie: “Omdat het (nog) geen hoofdtaak is, hebben we zo’n operatie nog nooit zo specifiek getraind. We zijn dan ook niet voorbereid de oefening in gegaan, het is voor ons een experiment. Wel merken we dat ons niveau als SOF Support-eenheid dusdanig hoog is dat we het aankunnen. Duitse collega’s zijn niet alleen te spreken over onze infanteristen, maar ook het werk van andere ondersteuning, zoals onze combat medics. Onze mensen hebben vaak meerdere uitzendingen achter de rug en nemen een bak aan kennis en ervaring mee.”
‘Het is voor ons een experiment’
Capaciteit omhoog
Andersom bevalt de samenwerking met de oosterburen ook goed. “We halen lessen uit bijvoorbeeld het samen doorlopen van planningsprocessen. De Duitsers gebruiken hier en daar andere vaktaal. Een kleine taalbarrière ontstaat bijvoorbeeld als ze hun jargon afkorten. In het Nederlands wordt vijand ‘VIJ’, in het Engels ‘ENY’ van enemy; tot zover helder. Maar als er FEKR wordt gebruikt voor FeindKräfte, moeten we om verduidelijking vragen.”
‘Het niveau van de ondersteuning moet omhoog’
“Het grootste voordeel van samen oefenen is dat we meer inzicht krijgen in elkaars werkwijze. Dat is belangrijk met oog op de mogelijke evacuatie-operaties in de toekomst.” Maar, waarschuwt de compagniescommandant, als zulke operaties een prioriteit voor zijn brigade worden, zal het niveau van de ondersteuning omhoog moeten. “We hebben meer combat support en combat service support nodig. Alleen zo kunnen we procedures opzetten om NEO-operaties in de toekomst mogelijk te maken. Tijdens Schneller Adler waren bijvoorbeeld genisten, luchtverdediging en GNK heel wenselijk geweest. Nu moesten we transporttoestellen van de Duitsers gebruiken omdat de Nederlandse vliegtuigen geen capaciteit hadden. Meer en beter inzetbare transportvliegtuigen zijn hard nodig.”