Dit artikel hoort bij: Landmacht 05
Internationaal samenwerken (achtduizend troepen, negen landen) stond centraal tijdens oefening Wettiner Heide. Een deel van de deelnemende eenheden vormt volgend jaar als 17 Multinational Battlegroup een essentieel onderdeel van de flitsmacht van de NAVO. In Duitsland toonden ze aan goed op elkaar te zijn ingespeeld.
Tekst KAP Jaap Wolting
Foto KPL-1 Max Mostert, KPL-1 Roy van Veen, SGT-1 A. Čemerka (Litouwen)
Behalve militairen van 17 Pantserinfanteriebataljon Garderegiment Fuseliers Prinses Irene is tijdens Wettiner Heide ook Nederlandse gemechaniseerde infanterie vertegenwoordigd. Een compagnie van 45 Pantserinfanteriebataljon Regiment Infanterie Oranje Gelderland zorgt met CV-90’s voor extra vuurkracht. De pantserbak neemt zelf actief deel aan gevechtsacties, maar vervoert natuurlijk ook infanteristen zodat zij uitgestegen kunnen optreden.
Tijdens het verdedigende gevecht zorgen pantsergenisten voor contramobiliteit door hindernissen op te werpen. Ze vertragen de vijand door vitale routes te blokkeren. De totale club enablers is tijdens deze exercitie in Duitsland sowieso aanzienlijk en wordt gevormd door genie, geneeskundige dienst, herstel, logistiek en CBRN-specialisten.
Bij een operationele inzet zal 17 Multinational Battlegroup onder bevel komen te staan van de Duitse Panzergrenadierbrigade 37 ‘Freistaat Sachsen’. Daarom is een deel van die staf Nederlands. Ook het Defensie Grondgebonden Luchtverdedigingscommando speelt een belangrijke rol. Vandaar dus ook de aanwezigheid van het pantserwielvoertuig Fennek met het Stinger Weapon Platform, om eigen troepen te beschermen tegen vijandelijke helikopters en vliegtuigen. Als het nodig is schieten de luchtverdedigers de raketten met een snelheid van 2.400 kilometer per uur richting het doel.
Om het multinationale gevecht in goede banen te leiden, moeten onder zware tijdsdruk weloverwogen beslissingen worden genomen. Tijdens fysieke link-ups komt de leiding van de battlegroup tijdens Wettiner Heide regelmatig samen om in goed overleg knopen door te hakken.
110 Transportcompagnie van het Operationeel Ondersteuningscommando Land richt een tactische bevoorradingstraat in voor een compagnie van het Litouwse Algirdo Batalionas. Zonder munitie, brandstof, voedsel en water is het moeilijk knokken, al helemaal als het gevecht langer duurt. Een goede logistieke keten is dus ontzettend belangrijk voor de battlegroup van de Very High Readiness Joint Task Force – in de volksmond bekend als NAVO-flitsmacht.
De militairen van de battlegroup worden in Duitsland tot op het individuele niveau uitgedaagd om de handen ineen te slaan met internationale partners. Het Tsjechische Force Protection Platoon zorgt samen met Nederlandse pantsergenisten voor de beveiliging en verdediging van een bruggenhoofd.
Ook de ondersteunende eenheden trainen hun ketens op internationaal gebied. Het Combat Service Support bestaat uit meerdere nationaliteiten, waaronder Noorse medisch specialisten.
Het sluitstuk van de multinationale oefening is een bataljonsgeleide Live Fire Exercise. Daarbij zet de battlegroup alles in, van antitankwapen Spike en .50 tot persoonlijke wapens en 81mm mortieren.
Tijdens de Live Fire Exercise traint de compagnie van het Litouwse Algirdo Batalionas voor de eerste keer uitgestegen acties op niveau 4. Samen met de Nederlandse infanterie voeren ze het gevecht, waarbij ze gebruik maken van de Vilkas, de Litouwse versie van de Boxer, uitgerust met onder meer een 30mm-kanon.
