07

Dit artikel hoort bij: Landmacht 06

Mijn Uitrusting – de forensic operator

Tekst KAP Jaap Wolting
Foto René Verleg

Iedereen heeft zijn eigen uitrusting. Enig idee wat collega’s met zich meezeulen? Welke ‘gereedschappen’ voor hen onmisbaar zijn? Maandelijks vertelt een landmachter over de essentiële benodigdheden waarmee hij zijn opdrachten uitvoert. Ditmaal sergeant-majoor Hans, forensic operator bij de jongste inlichtingeneenheid van het JISTARC: 108 Technical Exploitation Intelligence Compagnie.

De voornaamste middelen waarmee de forensic operator strijdt, kennen de meeste collega’s waarschijnlijk vooral van series als Crime Scene Investigation. Ook al draagt hij een Glock en een Colt C8, zijn hoofdwapensysteem is een… fototoestel. En al bestaat zijn combat service support onder meer uit poeder en papier, de operationeel commandant haalt een belangrijk deel van z’n situational understanding uit de intell van 108 TEXINT-cie.

Fototoestel

Het hoofdwapen van de forensic operator. In eerste instantie fotografeert hij alles precies in de positie waarin hij het aantreft. Vervolgens zet hij kenmerkende details op de foto: serienummers, wapennummers, een merk of beschadigingen. De specialist heeft ook altijd een liniaal op zak, dat hij bij elke detailfoto gebruikt voor de maatvoering, maar ook om eventuele vervorming in de foto te onderkennen en te corrigeren.

Faraday bags

Alle apparatuur die kan zenden of ontvangen, gaat zo snel mogelijk in een Faraday bag. Wacht de forensic operator daar (te) lang mee, dan kan het zo zijn dat op afstand toch nog bestanden worden gewist of dat door een verplaatsing de laatste GPS-posities zijn veranderd. De papieren zakken zitten in het arsenaal omdat DNA-sporen intact gehouden moeten worden en papier daar uitermate geschikt voor is.

Cilinder voor slagpijpjes

De enige manier om slagpijpjes veilig richting een laboratorium te vervoeren is met dit robuuste stuk staal. Aan de binnenkant zit een speciale foam, met uitsparingen voor een klein dozijn slagpijpjes. Voor de forensic operator is het relevant om te bezien welke hij telkens aantreft in een missiegebied. In het meest ideale geval kunnen de collega’s er na analyse in het lab later achterkomen wie de maker is.

Wangslijmvliesset

Setje om van 1 persoon wangslijm af te nemen. Bevat meerdere swabs, een kartonnen houder om de swabs in te zetten en documenten om persoonsgegevens te noteren. Om cross-contaminatie te voorkomen en altijd forensisch juist te werken draagt de forensic operator te allen tijde zowel plastic handschoenen als balaclava of mondkapje.

Multimeter en schuifmaat

De multimeter is vooral IED-gerelateerd. Vindt ‘108’ zulke explosieven, kan de multimeter soms aantonen of de bom überhaupt gewerkt had. Soms blijkt na het doormeten van een batterij of accu namelijk dat er toch al geen spanning meer op zat. De schuifmaat wordt gebruikt om bijvoorbeeld de maatvoering van een slagpijpje op te meten.

Finger print powder

Soms treft de forensic operator vingerafdrukken aan op objecten die simpelweg niet mee te nemen zijn. Hij kan dan met behulp van dit poeder en een speciale gel lifter vingerafdrukken afnemen van bijvoorbeeld een deur of raamkozijn. De afdruk die zichtbaar is op de gel wordt later in het lab gedigitaliseerd. Als hij een plek precies zo wil achterlaten zoals ‘ie was toen hij binnenkwam, gebruikt hij alleen een gel lifter omdat poeder ook sporen achterlaat.

Tassen

108 is de enige eenheid binnen de landmacht die met deze tassen loopt. Propvol items die nodig zijn voor het specialistische werk van de inlichtingenmannen. Van loep tot schuifmaat, en van swabs tot liniaal.

Evidence tape

Een speciaal plakband voor de verzegeling van ingepakte sporen of sporendragers. Waar je een normaal stuk plakband vrij makkelijk kunt losmaken en vastplakken zonder dat dat zichtbaar is, is dat bij evidence tape onmogelijk. Het scheurt namelijk, en dat zorgt er dus voor dat de kans dat er geknoeid wordt met sporen, enorm afneemt.

Sergeant-majoor Hans

Forensic operator/tactical questioner

108 TEXINT-cie

“Forensische sporen veiligstellen onder totaal uiteenlopende omstandigheden, dát maakt mijn werk zo interessant. Als team moet je perfect op elkaar zijn ingespeeld.  Mijn eenheid is ontstaan uit het WIT (Weapons Intelligence Team, red), dat forensische sporen en sporendragers veiligstelt na bijvoorbeeld de vondst van een IED. Het onderkennen van zowel de daders als een (terroristisch) netwerk is effectiever om IED’s tegen te gaan, vandaar 108.  

Er bleef dus een inlichtingenbehoefte om dieper in een vijandelijk netwerk te kunnen doordringen, dit bloot te leggen en individuen te identificeren. En dat is dus precies wat wij doen, samen met andere eenheden van het JISTARC. Het Field Exploitation Team (FET) waar ik deel van uitmaak stelt forensische sporen en sporendragers veilig, uiteraard pas nadat de locatie eerst is veiliggesteld. Alle sporen(dragers) worden op de eerste plaats gefotografeerd. Het is een breed spectrum van biometrie (vingerafdrukken, DNA, irisscan), telefoons, computers, GPS-systemen, paspoorten, documenten, wapens, IED-componenten, samples van explosieven, drugs etc. Daarnaast kan het tactisch ondervragen van detainees ook door het FET gebeuren, al is dat eigenlijk vooral een taak voor de collega’s van 105 Field HUMINT-cie.

Indien nodig zijn we in staat extracties van smartphones en laptops op locatie uit te voeren. Als het FET z’n werk gedaan heeft, ligt er nog een schone taak voor zowel het laboratorium als de analyse-cel. Pas daar wordt alle informatie geanalyseerd, in context geplaatst en worden onderlinge verbanden inzichtelijk gemaakt. Als het zover is, ben ik allang weer bezig met een volgende operatie.”