Tekst Julian Heijtbrink en Evert Brouwer
Foto Jeroen Liebers (Studio 38c) ׀ video: John van Lent en Edsart Baarsma
Duikobject bij Beers opgeknapt en uitgebreid
Met een bescheiden plons springt korporaal-1 Kevin van het duikerpeloton 105 Geniecompagnie Waterbouw de Kraaijenbergse Plassen in. Het voormalige zandwingebied bij Beers (Noord-Brabant) is een van de plekken in ons land waar oefening Engineer Victory gestalte krijgt.
5 pontons van een vouwbrug vormen op deze zonnige dag in een relatief rustig deel van de plas het platform voor de duikers. Ondanks een waarschuwingsteken op een van de containers dat zich duikers onder het wateroppervlak bevinden, komt de pleziervaart regelmatig een kijkje nemen. Een jolig viertal (“wij hebben ook in dienst gezeten bij de landmacht”) op een zeilboot maakt zich snel uit de voeten als sergeant-1 Maik ze vriendelijk vraagt hun uitbundigheid elders te uiten. “Je kunt het ze niet echt kwalijk nemen”, zegt hij. “Voor zulke bootjes heb je nu eenmaal geen vaarbewijs nodig en men kent blijkbaar de borden niet.”
Neem een kijkje onder water!
De specialisten knappen een populair duikobject op
Belachelijk helder
Op een diepte van een kleine 8 meter zijn 2 duikers ondertussen bezig met het vastlassen van een frame en het schuren of verwijderen van scherpe metalen randen. De specialisten knappen een populair duikobject op: een stelling, de Kiekuut genaamd, waarop de Daisy (een afgezonken boot) wordt gelast. Daarbij komt ook nog een autowrak, geschonken door de Brabantse brandweer die hier ook regelmatig oefent. Het onderwaterspektakel moet tevens een oase worden voor sportduikers.
Korporaal Kevin staat nog uit te druipen van een uurtje hard werken en zegt gelijk wat iedere duiker direct opmerkt: “Het water is hier werkelijk belachelijk helder. Dat maakt het lassen en schuren wel een stuk gemakkelijker”, bekent hij, met onderwaterfakkels nog in de hand. En wat hebben hij en zijn ‘bud' gedaan? “Het luik opgemeten voor de doorgang naar de boot. Vervolgens checken we ook nog wat er op het wrak staat en meten we verschillende platen op”, vertelt hij, terwijl het volgende duo zich alweer klaarmaakt om in vol ornaat te water te gaan.
‘We wilden ze prikkelen om over het water te gaan’
Over het water
Die werkzaamheden konden trouwens pas beginnen na een uitgebreid ‘voorprogramma’ in de oefening, waarbij vooral de logistiek het behoorlijk voor de kiezen heeft gekregen. Vanuit de commandopost van 101 Geniebataljon in Ede kreeg de compagnie uit Hedel simpelweg de opdracht op te stomen naar Beers. “Dat lijkt een makkie. Ze wilden net met de voertuigen de poort uitrijden toen bleek dat er een boerenprotest in de oefening was gesleuteld. Alle wegen waren afgesloten. Vooral omdat we de compagnie wilden prikkelen over het water te gaan”, vertelt ‘bedenker’ adjudant Richard, werkzaam bij de sectie 3 (Operaties) van het bataljon.
De uitrusting van de gehele compagnie en pontons gaan uiteindelijk in 5 slagen vanaf Hedel, via de St. Andriessluis, de Waal, het Amsterdam-Rijnkanaal en de Nederrijn naar Renkum om bij de Command Post in Ede te belanden. Daar bereiden ze de Daisy voor op de laatste rustplaats, om het bootje vervolgens weer over het water naar de plassen te vervoeren. Dat kost de waterbouwspecialisten bij elkaar een paar dagen, maar dan heb je ook wat.
‘Het is vooral veel plannen en regelen’
Na die omvangrijke logistieke operatie slaan ze hun tenten op bij een verwaarloosd pand aan de Bungelaar langs het water. Met regelmaat vaart een bootje van 105 af en aan naar het platform in het heldere water. Daar is alles aanwezig wat de duikers nodig hebben: apparatuur om in contact te blijven met de duikers, uitrustingsstukken, een decompressiekamper en ook een koffiezetapparaat.
Geen corona
Dat laatste gaat dan zo’n beetje als enige item niet om de veiligheid van de duikers, want daar draait het om aan boord. Sergeant Roel, sinds kort plaatsvervangend commandant van de duikgroep: “We hebben 3 functies voor onze werkzaamheden: duikleiders, duikers en dekpersoneel. We wisselen onderling regelmatig, zodat iedereen zijn vaardigheden kan bijhouden.” Het is zijn ‘vuurdoop’ bij een oefening van het duikerpeloton.
‘De groepen zitten in een eigen bubbel’
“Het is veel plannen en regelen, maar ook zeker een hele mooie uitdaging. We kunnen eindelijk weer eens goed oefenen. Alles verloopt tot nu toe volgens het boekje, we hebben nog geen tegenslagen gehad.” Hij doelt daarmee ook op mogelijke coronabesmettingen bij de eenheid. “We zijn met ongeveer 10 man op het platform. Het is dan lastig om je aan alle maatregelen te houden, maar we gaan er goed mee om. De groepen zitten in een eigen bubbel. Ook in de privésfeer zijn we op onze hoede, want zeker voor een duiker heeft een besmetting grote gevolgen. Als je het virus oploopt, krijg je sowieso een duikverbod voor een maand en daarna moet je een duikmedische keuring ondergaan. Bij longschade kan je werk als duiker er opzitten en dat wil je natuurlijk niet.”