Tekst Vanessa Strijbosch

'Het begin is er'

Innoveren staat tegenwoordig met stip bovenaan in elk operationeel manifest. Defensie start het ene na het andere innovatieproject. Het Commando Landstrijdkrachten heeft er zelfs een speciale afdeling voor in het leven geroepen: Concept Development & Experimentation (CD&E). In deze rubriek belicht Landmacht bijzondere trajecten die deze sectie initieert. Ditmaal: blast monitoring, het meten van de invloed van trillingen als gevolg van het afvuren van een wapen.

Wanneer een militair een wapen afvuurt, veroorzaakt dit vaak drukgolven in de lucht, zogeheten blasts. Ook bij incidenten met Improvised Explosive Devices (IED’s), mijnen of andere ontploffingen kan er sprake zijn van deze effecten. Een overmatige blootstelling aan deze drukgolven (blast overdruk), kan lichamelijke klachten en zelfs hersenletsel veroorzaken.

‘Er zijn eenheden die zich zorgen maken over de mogelijke gevolgen van blast overdruk’

Grootschalige oefening

Er zijn eenheden die zich zorgen maken over de mogelijke gevolgen van blast overdruk. Vanzelfsprekend wil Defensie het personeel zo goed mogelijk beschermen tegen eventuele gezondheidsrisico’s. Het Coördinatiecentrum Expertise Arbeidsomstandigheden en Gezondheid (CEAG) en CD&E sloegen de handen ineen en startten een onderzoek.

3 sensoren

Meten is weten. En dus ging CD&E op zoek naar een methode om erachter te komen in welke mate de militair wordt blootgesteld aan de trillingen. En: welk effect dit heeft op het lichaam. De interesse ging al snel uit naar een bestaande technologie uit Amerika, die in Nederland nog redelijk in de kinderschoenen staat: de blast gauges, een set van 3 sensoren die deze trillingen meten.

Een van de blast gauges. De sensoren zijn niet groter dan een vuist en kunnen makkelijk bevestigd worden aan helmen, kleding, gebouwen of voertuigen. (Foto: TNO)
Robin Meijer, trajectbegeleider bij het CD&E.

Robin Meijer, trajectbegeleider bij het CD&E, vertelt hoe de techniek werkt. “Het systeem is niet groter dan een vuist. Het kan makkelijk bevestigd worden aan helmen, kleding, gebouwen of voertuigen. De sensoren meten de blast overdruk en waarschuwen de gebruiker via een LED-indicator wanneer de impact te hoog wordt. Na afloop van de meting worden de opgeslagen data gedownload en analyseert medisch personeel de gegevens.

‘Er is onduidelijkheid over hoe we blast gauges het beste kunnen gebruiken’

Verkeerde conclusies

Het lijkt een helder verhaal. Toch zijn er onzekerheden die het beeld vertroebelen. Meijer: “Er is onduidelijkheid over hoe we blast gauges het beste kunnen gebruiken en hoe we de data moeten interpreteren. Dit komt omdat nog niet bekend is hoe de blootstelling de schadelijke effecten op de hersenen veroorzaakt en hoeveel blootstelling te hoog is.”
Het daadwerkelijk schadelijk effect is volgens Meijer lastig te bepalen. “Is de blast pas bij 100 keer schieten schadelijk? Of al na 50 keer? In welke mate en op welke termijn? Onjuist gebruik van de sensoren en onduidelijkheid over de resultaten leveren de verkeerde conclusies op.” Volgens het CEAG is ‘deskundige begeleiding noodzakelijk om de metingen goed uit te kunnen voeren en te weten wat de resultaten betekenen’.

Mede daarom is onderzoeksorganisatie TNO ingeschakeld, die met andere apparatuur een soortgelijke meting uitvoerde. De resultaten worden vergeleken met de metingen van de blast gauges. TNO presenteert de onderzoeksresultaten eind deze maand. Hierna beslist Defensie of de blast gauges geschikt zijn.

Met andere apparatuur testte TNO onlangs de overdruk van een .50 kaliber Barrett in de nabijheid en op het lichaam van de schutter. (Foto: TNO)

Juiste maatregelen

Maar het begin is er, stelt Meijer. “Het huidige onderzoek naar de meerwaarde van de blast gauges is een goede 1e stap. Wanneer we beschikken over de juiste informatie, kunnen we de juiste maatregelen nemen om situaties met veel blootstelling aan overdruk zoveel mogelijk te vermijden. Met als doel de veiligheid en gezondheid van de militair te waarborgen.”

Wat is CD&E?

Concept Development & Experimentation; een hele mond vol. Simpel gezegd komt het erop neer dat deze afdeling snel innovaties ontwikkelt voor CLAS-eenheden. Dit doet ze onder meer samen met de kennisindustrie en -partners buiten Defensie. Innovaties worden versneld waargenomen en de organisatie ingebracht. Geen lange lijnen en niet dood experimenteren. Dat is CD&E!