Tekst RITM Hanna Gillissen
Foto Hans Roggen, Jarno Kraayvanger en SGT Jan Dijkstra

'Een landmacht waar je wil blijven'

Leuk, een uurtje theater, maar Vuurdoop is veel meer dan dat. De voorstelling waar alle landmachters een uitnodiging voor krijgen, legt nietsontziend de pijnpunten binnen de landmacht bloot. Met als doel: dat collega’s met elkaar in gesprek gaan.  

Ongewenst gedrag, uitgestelde beloftes en stroperige procedures. Iedere ‘landmachter’ herkent wel iets in de voorstelling. Om een eerlijk beeld te krijgen van wat er speelt binnen de landmacht, verdiepte het kernteam van Productiehuis Plezant zich erin. Zakelijk directeur Daphne Goudsmit: “We zijn naar kazernes gegaan, liepen mee in oefeningen en zijn zelfs in Afghanistan geweest. Wat steeds terugkwam in interviews: ‘alsjeblieft, geen bullshit, kom niet weer met een opgepoetst verhaal.’ Daarom is dat de ondertitel van de voorstelling geworden.”

De voorstelling Vuurdoop: ‘Geen bullshit maar het eerlijke verhaal’.

‘Kom niet weer met een opgepoetst verhaal’

Sociale veiligheid

De landmacht is niet de eerste organisatie die een theatervoorstelling aangrijpt om verandering teweeg te brengen. Productiehuis Plezant ging eerder in zee met het Openbaar Ministerie, de politie en zorginstelling Philadelphia. Steeds in samenwerking met organisatiefilosoof Erica Meijerman die met haar collega’s van ‘Organisatieluisteraars’ het programma achter Vuurdoop aanstuurt. 

“In juni 2017 hadden we de eerste gesprekken met Defensie”, blikt Meijerman terug. "Bij de voorstelling DNA die we over het Openbaar Ministerie hebben gemaakt, was de Centrale Organisatie Integriteit Defensie aanwezig. Die was geïnteresseerd, er waren veel overeenkomsten tussen het OM en Defensie. De vraag was: ‘We willen werken aan sociale veiligheid. Kunnen jullie daar een voorstelling over maken zodat we er gesprekken over kunnen voeren?’”

Defensie zocht contact met Meijerman (links) en Goudsmit naar aanleiding van een voorstelling over het Openbaar Ministerie.

‘De pijn zit ‘m vooral in beloftes die niet worden waargemaakt’

Het moet ‘schuren’

In de voorbereidende interviews kwam echter veel meer boven water, vertelt Meijerman: “Wat mij raakte, was dat zoveel werknemers twijfelen of ze bij de landmacht willen blijven of niet. De pijn zit ‘m vooral in beloftes die niet worden waargemaakt. Wat ook veel naar voren kwam in de verhalen: veel mensen weten niet meer goed waarvoor ze het doen.”

Het komt allemaal terug in de voorstelling, die Goudsmit vergelijkt met een ‘snelkookpan’. “Een organisatie kan nieuwe beleidsstukken maken, maar onze theatervoorstellingen hebben als belangrijkste kracht dat ze iets losmaken bij mensen. Bezoekers gaan anders de zaal uit. Een voorstelling moet raken en ‘schuren’. Vanuit die basis kan er een eerlijk gesprek worden gevoerd.”

Goudsmit vergelijkt de voorstelling met een ‘snelkookpan’.

Luisteren

En dat gebeurt al direct na de voorstelling, wanneer eenheden in groepjes met elkaar napraten. Meijerman: “Wat uit nagesprekken komt, analyseren we en bespreken we met de eenheid. Zo horen de eenheden wat hun mensen bezighoudt, waar zij vernieuwing en verandering wensen. Luisteren naar de eigen mensen, weten wij, levert vaak de beste input op voor vooruitgang van een organisatie. De eenheid gaat hiermee verder, onder begeleiding van een organisatiecoach van de landmacht. Het programma wordt 2 jaar ondersteund vanuit Vuurdoop met het idee dat de eenheden dan voldoende op stoom zijn om zelfstandig verder te gaan. Wij zijn niet de club die het wel even gaat veranderen en dat alles weer instort zodra we weggaan.” 

‘Wij zijn niet de club die het wel even gaat veranderen’

Luisteren naar de eigen mensen, daar gaat het om, weet Meijerman.

Gezien en gehoord

Weet de landmacht dan zelf niet haarfijn wat er misgaat? “Wij pretenderen niet iets boven tafel te halen wat mensen zelf nog niet wisten of dachten”, benadrukt Meijerman. “We kunnen wel vertellen over de oorzaken van wat er gebeurt. Zo leggen we verschillende verbanden, bijvoorbeeld tussen wel of geen visie hebben en de motivatie van mensen, of tussen verveling en de kans op pestgedrag. We willen vooral energie losmaken: dat we wat gaan bereiken met elkaar. Dat zie je al ontstaan, er worden dingen uitgeprobeerd. Het is belangrijk dat iedereen die bij de landmacht werkt, besluit dat het ‘ons’ ding is geworden; dat ‘we’ er samen aan gaan werken.” 

Daar is het nu echt de tijd voor, denkt Goudsmit. “Dit is het moment om te blijven en mee te bouwen aan een landmacht waar je je wél gezien en gehoord voelt; aan een organisatie waarvoor je je met liefde blijft inzetten.”

We moeten er samen aan werken, vinden Meijerman en Goudsmit.

Partneravonden

Landmachtcollega’s kunnen ook samen met hun partners naar de voorstelling Vuurdoop. Er zijn nog partneravonden op 26 september, 10 oktober, 5 november, 22 november en 20 december. Defensiecollega’s van andere krijgsmachtonderdelen kunnen tickets aanvragen via vuurdoop@mindef.nl Meer informatie op www.plezant.nl.

De eenheid van kapitein Joost kijkt anders naar vrouwen.

'Vrouwen passen niet bij ons stoere imago'

Kapitein Joost, sectiehoofd bij 44 Pantserinfanteriebataljon

"Onder collega’s is er veel locker room talk. Daar kwamen we in het nagesprek van Vuurdoop eerlijk voor uit. Iedereen is van mening dat je naar passende voorzieningen voor vrouwen moet kijken - apart toilet, gescheiden slaapkamers -, maar dat er verder geen verschil zou mogen zijn. Toch kijken we anders naar ze. Dat komt, denk ik, deels door het imago dat wij zelf creëren van ‘stoere, sterke mannen’. Daar passen vrouwen niet bij. Ons bataljon bestaat voor slechts 1% uit vrouwen. En de vrouwen die het dan niet redden, bevestigen dat beeld. Defensie moet zeker doorgaan met vrouwen werven, maar ik denk niet dat het genoeg is. Wat er dan wel nodig is, vind ik lastig te zeggen. Herkenning dat het gebeurt, is een eerste stap.” 

De keerzijde van de ‘can do-mentaliteit’ in Vuurdoop vond ik ook herkenbaar. We accepteren bijvoorbeeld de stapeling van taken. Wij blijven maar doorgaan met minder mensen en minder materiaal. Terwijl we ook eenheden kunnen bundelen, zodat gezamenlijk wél alle benodigde functies gevuld zijn en het materiaal er is. Als afdelingshoofd heb ik dat een aantal keer geopperd, maar er is weinig animo voor omdat mensen bang zijn hun eigen eenheid te verliezen. Toch denk ik dat dat niet opweegt tegen de dagelijkse druk die veel collega’s ervaren. Uit het nagesprek bleek ook dat we geneigd zijn problemen buiten onszelf te leggen. De organisatie veroorzaakt ze, dus de hogere leiding moet ze maar oplossen. Ik ben ervan overtuigd dat we een deel zelf kunnen veranderen. Daar wil ik nog meer naar zoeken.”

‘Wij blijven maar doorgaan met minder mensen en minder materiaal’

Korporaal-1 Mark vraagt zich af of hij wel in dat gecamoufleerde pak hoort.

‘Ik hoop dat er echt iets met de gesprekken en feedback wordt gedaan’

“Ik twijfel of ik nog op de juiste plek zit” 

Korporaal-1 Mark van het Stafberichtenkantoor van 11 Luchtmobiele Brigade 

“Net als 1 van de hoofdrolspelers in Vuurdoop ben ik bezig met de grote vraagstukken. Ben ik wie ik wil zijn? Hoor ik wel in dat gecamoufleerde pak? Ik draai ruim 16 jaar mee en voel me soms vastgeroest; twijfel of ik nog wel op de juiste plek zit. Wil ik voor deze werkgever blijven werken of zoek ik liever een baan in de burgermaatschappij? Zonder uitzenddruk, met minder risico’s en misschien een hoger salaris. Of zou ik in dan de uitdaging, afwisseling en kameraadschap te veel missen?

Ik ben lange tijd Stingerschutter en ploegcommandant geweest. Op een gegeven moment kreeg ik een brief op de mat met een negatief bevorderingsbesluit. Ik ben korporaal en als je dan niet naar de KMS of KMA gaat, houdt het na je 35e op. Ik wilde wel naar de KMA, maar het was toen niet het juiste moment; door bezuinigingen werden er nauwelijks mensen aangenomen. Nu werk ik als stafmedewerker bij mijn eenheid en studeer daarnaast voor leraar Nederlands. Het einde van mijn contract komt dichterbij. Ik ben nog steeds in tweestrijd.

Tijdens mijn opleiding was er een verplicht onderdeel bij Vormingscentrum Landgoed Beukbergen. Daarbij werden kritische vragen gesteld over wat ‘militair zijn’ betekende. Mooie discussies, maar later hoorde je er niemand meer over. Sportlessen worden bij onze eenheid volop gegeven, maar af en toe een lesje ethiek of bezinning zou heel goed zijn, denk ik. Ik hoop dat Vuurdoop niet doodbloedt, maar dat er echt iets met de gesprekken en feedback wordt gedaan. Na al die jaren van veranderingen en reorganisaties is dit hopelijk het begin van een duidelijke koers.”