Tekst KAP Jaap Wolting
Foto Hans Roggen, Erik Morren, SLD-1 Gregory Fréni
Samen springen verbindt
Honderden para’s uit de airborne community beleefden ook dit jaar weer onvergetelijke momenten tijdens Falcon Leap. Rode baretten uit Duitsland, Engeland, Frankrijk, België, Amerika, Polen en Nederland sprongen gezamenlijk boven de Ginkelse Heide. Iets wat alleen maar mogelijk was dankzij de inspanningen van tientallen collega’s aan de zijlijn – of letterlijk in het hart van de operatie. Nog voor de eerste bolletjes richting de heide dwarrelden sprak Landmacht er een aantal.
Paracoördinator adjudant Guus
“De ‘losse eindjes’ zijn het meest uitdagend. Buitenlandse para’s die willen springen maar niet op de lijst staan, parachutes die we hard nodig hebben maar later komen, een Hercules die kapot gaat. Gebeurde gisteren nog. Moeten we ineens 120 para’s verdelen over andere kisten.”
Werkzaam voor G3 Air is Guus noodzakelijkerwijs op de hoogte van alle airborne zaken binnen 11 Luchtmobiele Brigade. Springbivakken, het aansturen van opleidingen, herhalingen, currencies. Tijdens de herdenking van Market Garden op 22 september springt de adjudant zelf ook mee: “Het is geweldig om samen met honderden para’s gedropt te worden en goed om na de sprong de gevallenen van Market Garden te herdenken.”
“Ieder land heeft zijn eigen regels”, vertelt hij over Falcon Leap. “Als Nederland mogen wij bijvoorbeeld de static-line para’s droppen op 1.000 feet. Voor de Duitsers is dat ongewoon omdat hun limiet 300 feet hoger ligt. En dat is nog maar 1 detail. Plan dan met een begrensde dropzone maar eens een pakket van 7 kisten met honderden para’s.”
“Gisteren hebben we voor het eerst ‘gemanifest’. Honderden para’s stonden in 20 chalks te wachten. Zijn er toch weer kerels die niet in het juiste vak staan, of niet eens geregistreerd zijn. Dan ga je leidinggeven vanuit het zadel, zodat alles toch op z’n pootjes terecht komt. De dagen erna zijn alle para’s gewend aan de Nederlandse methode van manifesten. We schrijven 600 para’s in in slechts 18 minuten.
Het spannendste moment van Falcon Leap? Wanneer ik wacht op het telefoontje van de commandant dropzone, die me vertelt dat alle para’s veilig zijn geland. Bij een mass-drop met wisselende weersomstandigheden is het noodzakelijk dat iedereen, zoals de vliegtuigbemanning, de jumpmasters, de mensen op de dropzone en de para’s geconcentreerd de airdrop uitvoeren.”
Pathfinders kapitein Björn (pc) en sergeant-majoor René (opc)
“Het pakket vliegt letterlijk boven ons hoofd. We staan op de mooiste locatie: midden op de dropzone. Wij maken de emoties mee van de jongens die springen, want we horen alles als ze naar beneden komen. Het is natuurlijk ook bijzonder dat de voormalige tegenstander nu aan onze zijde staat. Als die para’s uit verschillende landen met hun chutes op de rug over de Ginkelse Heide lopen, geeft ons dat een heel mooi gevoel.”
De pathfinders staan tijdens Falcon Leap al bij het ochtendgloren op de dropzone. Daarvóór zijn ze al weken bezig geweest het gebied in kaart te brengen: “Wat is de totale lengte die de kisten kunnen gebruiken om para’s te droppen, zitten we niet te dicht bij grote wegen?”
Op de dag zelf rijden de verkenners bij zonsopkomst naar de Ginkelse Heide om met markers de locatie aan te geven. “Elk uur geven we de actuele meteo door aan Eindhoven, vanwaar de kisten opstijgen. Daarnaast beginnen we met de laatste afstemming met de civiele autoriteiten, de KMar en de Nationale Reserve. Zij zetten wegen af en zorgen er samen met ons voor dat er niemand op de dropzone is en er geen drones boven de heide hangen.”
“Als het echt dan zover is zitten we in de comms met het pakket dat onze kant op vliegt. Alle essentiële gegevens die de vliegers nodig hebben om de para’s veilig te kunnen droppen, komt van ons. Wanneer hun computersystemen niet meewerken, gooien ze op onze call de para’s eruit. Moet je dat met 7 kisten in 1 minuut doen, wordt het lastig. En dan hebben we het nog niet eens over wind en wolken gehad. We zijn heel scherp op de limieten. Het zou niet de eerste keer zijn dat we een drop afkeuren…”
Projectofficier EOS, kapitein Edwin
“Hoeveel mensen, parachutes en vliegtuigen neem je mee? Allemaal vragen waar we als organisatie zo snel mogelijk een antwoord op willen. Neem Duitsland. Eerst zouden ze 400 man en 2 vliegtuigen leveren. ‘We nemen toch geen kisten mee en komen maar met 180 para’s’, werd dat later. En nu, vlak voor de oefening, informeren ze of ze niet toch nog 40 lui extra mogen meenemen.”
Van onverwachte zaken schrikt Edwin niet. “Falcon Autumn (die volgt op Falcon Leap, red.) groeide qua aantallen ineens enorm. Dus waar ik eerst voor Falcon Leap nog veel lui op Schaarsbergen kwijt kon, was daar plotsklaps niets meer beschikbaar. En omdat ze op de Harskamp asbest saneren, waren hier mijn ‘VIP-kamers’ ook ineens onbruikbaar. Generaals wil je harde infra bieden. Daarmee jaag je dus wel de manschappen uit de barakken. Dan kom je dus bij – dure – huurtenten uit. Zo ging er dus ineens een logistieke aanvraag uit met een kostenplaatje waar je ‘u’ tegen zegt. Gelukkig werkten Staf CLAS en 11 Stafstafcie prima samen, waardoor iedereen nu een plekkie heeft.”
Edwin was vorig jaar 2IC van bovengenoemde compagnie, maar werkt nu bij het KCT. Waarom loopt hij zich dan voor Falcon Leap – immers een typisch evenement voor rode baretten – de longen uit het lijf? “Ik heb ooit EOS (essentieel registratiesysteem voor onder meer het opmaken van manifesten, red.) gebouwd. En als ik dan toch op de Harskamp ben, kruipt het bloed waar het niet gaan kan. Pak je toch weer extra dingen op waardoor je de nacht nodig hebt om je normale werk af te krijgen”, zegt hij met een stalen gezicht.