Tekst Vanessa Strijbosch
Foto SM Maartje Roos

Flexibele capaciteit voor 101 Geniebataljon

Wie niet beter weet, denkt bij het betreden van het gebied rondom de kazerne van Cincu (Roemenië) dat hij een standaard bouwterrein bezoekt. Focus je echter, zie je een interessant schouwspel: militaire bouwmachines werken naadloos samen met hun civiele gelijken. 101 Geniebataljon integreert civiele capaciteit in oefening Resolute Engineer. Een gedurfde pilot op weg naar een adaptieve krijgsmacht. 

Het is opletten geblazen op de weg nabij de kazerne in de gemeente Cincu, gelegen aan de voet van de Transsylvanische Alpen. Zeker wanneer er een imposante Caterpillar dumptruck passeert. Het landelijke weggetje zucht onder het hoge gewicht. De metershoge truck komt uit het naastgelegen militaire terrein en wordt ontvangen door militairen van ‘101’. De groene uniformen steken af tegen het felle geel van de truck. Een tegenstelling of juist een symbiose?

1 van de militairen verspreidt het grind voor de civiele graafmachine. De 2 lijken goed op elkaar ingewerkt.

Blauwe bevers in plaats van camo

Opvallende kleurencombinaties

Opvallende kleurencombinaties zijn verderop in het heuvelachtige terrein vaker zichtbaar. Een gele bulldozer werkt vloeiend samen met militairen in het veld. Groot militair materieel rijdt er tussendoor. Even verderop – naast de zojuist geprepareerde UAV-landingsbaan – verspreidt een genist met een hark het grind voor de graafmachine. In plaats van camo-kleuren een blauwe bever op het staal, hèt embleem van de civiele firma Snijder B.V. uit Hoorn.

De dumptrucks van Snijder B.V. blijken van toegevoegde waarde tijdens de oefening. De trucks kunnen bijna 4 keer zoveel lading per keer vervoeren dan de militaire tegenhanger.

Aanvulling

In Resolute Engineer creëert de oefenleiding meer werk dan de eenheid aankan. In korte tijd moeten er diverse grote infrastructuurprojecten worden afgerond. Dat lukt de basiseenheid niet en daarom wordt die aangevuld met flexibele capaciteit: 4 reservisten en 5 medewerkers, plus 6 machines van Snijder B.V..

v.l.n.r: Van Eeuwijk, Blanken en Bakker. "Ik merk dat we elkaar aanvullen en versterken."

Geen geklaag

Onder hen Matthijs Blanken, een door de wol geverfde graafmachinemachinist. “Als je dit niet leuk vindt, weet ik het niet hoor”, is de spontane reactie van Blanken terwijl hij in de boogtent van zijn lunchpakket geniet. “Het is echt indrukwekkend wat we hier in korte tijd doen. Hier heb je alles tot je beschikking. In de commerciële wereld is dat wel anders. We zijn hier met veel mensen en moeten het met elkaar klaarmaken. Ik merk dat we elkaar aanvullen en versterken. In het burgerbedrijf is het soms lastig om de mannen aan de hark of schep te krijgen. Hier wordt een opdracht gegeven en ze doen het direct, zonder klagen”, aldus de burger die tijdens de oefening zelfs een keer de wacht meeliep.

De firma Snijder kijkt op een positieve manier terug op de samenwerking in Roemenië maar geeft ook aan dat een partnerschap voor lange termijn goed onderzocht moet worden.

‘Vanaf het begin hoor ik er helemaal bij’

60 uur op de machine

Bulldozermachinist korporaal Tim Bakker ziet de civiel-militaire samenwerking wel zitten. “Ik vind het verfrissend. Ze hebben veel ervaring en dat merk je. Zij draaien 60 uur per week op de graafmachine, wij mogen blij zijn als we die uren in een half jaar halen.” 

Michel van Eeuwijk is in het dagelijks leven uitvoerder. Als reservist verruilt hij af en toe zijn burgertenue voor een militair uniform. Tijdens deze oefening draait hij mee als korporaal der eerste klasse: “Vanaf de start hoor ik er helemaal bij. Er is veel interactie. Het scheelt wel enorm als je al een groene achtergrond hebt. Anders is het wel erg aftasten in het begin.”

In het kleine dorpje Cincu aan de voet van de Transsylvanische Alpen zagen ze de militairen graag komen. De infrastructuur in het onherbergzame terrein kreeg een goede facelift.

Total Force Concept

Defensie wil intensiever samenwerken met bedrijven en organisaties. De krijgsmacht heeft zelf niet meer alles op de plank liggen, maar wil wel over mens en materieel beschikken waar en wanneer dat nodig is. Daarom is het Total Force Concept in het leven geroepen, oftewel ‘de Adaptieve Krijgsmacht’. De insteek is om de capaciteit tijdelijk en flexibel op te hogen, naar gelang de behoefte. Naast samenwerking in de bouwwereld is de landmacht onder meer ook bezig met adaptieve projecten in de logistieke, transport-, geneeskundige, en IT-sector.

Ruud Moeskops is projectmanager van de projectgroep Adaptieve Genie en legt uit: “Snijder B.V. werkte al langer samen met Defensie en leverde eerder een bulldozer tijdens een oefening. De firma heeft een expeditionair karakter én er werkt een aantal oud-militairen. Er was een klik. Om die klik in de praktijk uit te proberen hebben we deze bataljonsoefening gekozen.” Mark Vreeburg is manager technische dienst bij Snijder en 1 van de initiators van de pilot. “We kijken er positief op terug. Het is interessant om nu verder te onderzoeken of dit voor beide kanten een verrijking is.” De vraag rijst hoe ver dit concept kan gaan. Is helemaal tot de frontlinie mogelijk? Moeskops: “Dat moet blijken. Nu weten we dat nog niet zo goed omdat dat scenario ontbrak tijdens deze oefening. De risicobereidheid van bedrijven is in ieder geval erg groot. Groter dan we verwachten.” Ook Vreeburg zegt daar voor open te staan. “Het mooiste zou het zijn als zo’n bedrijf reservisten in dienst heeft”, oppert Moeskops. “Dan kun je ze volop inzetten. Dan pakken ze de ene keer de oranje en de andere keer de groene jas.”