06

Dit artikel hoort bij: Landmacht 03

Para’s en Peshmerga

Tekst KAP Arjen de Boer
Foto SM Gerben van Es | video AOO Richard Frigge

De trainingsmissie in Noord-Irak is flink uitgedund. Maar in Atrush gaan luchtmobiele grenadiers van 11 Alfa-Koningscompagnie (para) onverstoord door met de training van Koerdische Peshmergastrijders.

Stel, een gevangengenomen ISIS-strijder werkt niet mee. Wat dan? Diverse Peshmerga in het leslokaal steken hun hand op. Tweede luitenant Thom kijkt en kiest iemand. “Dan sla ik hem”, is het antwoord tijdens de opfrisles humanitair oorlogsrecht.

Dat is dus niét de bedoeling, reageert Thom. “Mishandelen is verboden. Ook in een oorlog gelden regels en verdienen krijgsgevangenen een menswaardige behandeling. Uiteindelijk levert goed gedrag meer op.”

Zo’n les is vaste prik tijdens de lessencyclus voor de Peshmergastrijders. Dus naast schieten en opereren als een groep of peloton, ook een stukje oorlogsrecht. Niet zo’n gekke keuze, want tijdens een oorlog kunnen emoties hoog oplopen en kan een menswaardige behandeling naar de achtergrond verdwijnen.

Koerdische strijders laten in de klas graag hun mening horen. Velen hebben gevechtservaring en kunnen dus vertellen over praktijkvoorbeelden.

Mindset

“Het belangrijkste wat ze leren is een stukje mindset”, vertelt hoofdinstructeur korporaal-1 Armando over de lessen. “Ze hoeven niet tot in detail te doen wat wij ze leren. Als ze de strekking maar oppikken.” Bijvoorbeeld informatievergaring tijdens een sociale patrouille. “Voorheen dachten ze: ‘Als we maar druk zetten op iemand dan praat hij wel’. Maar zo werkt het niet. Als je vriendelijk bent, is de kans op een mes in je rug minder groot. Hoe ze dat precies aanpakken, is aan hen.”

De ochtendsport is aan de gezichten te zien niet ieders favoriet, maar de meeste Peshmerga laten zich niet kennen.

Wide Area Security

De rode baretten, ondersteund door 4 collega’s van 43 Medcoy, maken deel uit van de 10e rotatie van de Capacity Building Mission Iraq (CBMI). In het noordelijk gelegen Atrush geven zij voornamelijk de Wide Area Security-cursus. Deze WAS bestaat uit een basiscursus van 6 weken, met daarin onder meer schietlessen, patrouilles lopen, IED-dreiging en optreden in verstedelijkt gebied.
Na afloop gaan de Peshmerga naar hun inzetgebied en keren later terug voor de voortgezette WAS. In opnieuw 6 weken worden ze ingewijd in zaken als de bescherming van een basis en bemanning van een checkpoint. 

Check hier de clip!

ISIS vecht ondergronds verder

Afbouwen

Het hoofddoel, het verslaan van terreurgroep ISIS, is bereikt. Daarom bouwde Nederland eerder al de CBMI-missie af; van de 4 teams bleven er 2 over, ondersteund door een staf in Erbil.
De hoofdvraag is nu: hoe verder? ISIS is militair verslagen en kan geen grote offensieven optuigen, dus waarom nog Koerden en Iraakse militairen trainen? Luitenant-kolonel Karel van Dreumel, tot voorkort commandant van de Nederlandse militairen in Noord-Irak, weet het wel. Nu ISIS ondergronds doorvecht, is er een noodzaak dat Koerdisch-Iraakse troepen een gebied kunnen controleren en beveiligen. Hier draagt de WAS-cursus aan bij. Maar eigenlijk wil de internationale coalitie af van deze basistrainingen. “Dat moeten de Koerden weer zelf doen”, zegt Van Dreumel. “De coalitie wil zich richten op de opleiding van instructeurs en leiderschap.”

Rezkar Mohammed is groepscommandant en één van de gretigere leerlingen in de ‘klas’.

‘Het is beter een schoon hart te houden’

Gewetensvragen

Terug naar het klaslokaal in Atrush. “Of ze deze lessen straks daadwerkelijk toepassen, kunnen we niet checken. Dan zijn we er niet bij”, zegt Thom na afloop. Maar volgens groepscommandant Rezkar Mohammed hebben deze lessen zeker zin.
Houden hij en zijn mannen zich aan de regels? “Natuurlijk”, zegt hij. Ook als zijn beste vriend naast hem wordt neergeschoten en hij kort daarna een vijand gevangen maakt? Als hij vol adrenaline en woede zit? Staat hij dan voor zichzelf in?
“Ik heb meegemaakt dat een zoon van mijn kapitein werd doodgeschoten. 2 dagen later hadden we een ISIS-terrorist te pakken en eerlijk gezegd, er brandde veel woede in me”, vertelt Rezkar. “Maar ik hield me in. Het is beter een schoon hart te houden.”