Tekst TLNT Patrick Regan
Foto 1 GNC
Vital Sword graaft vergane kennis op
Het Duits-Nederlandse Legerkorps (1 GNC) traint in Wildflecken de hoofdkwartieren van de Duitse 1. Panzerdivision en Division Schnelle Kräfte en 8 Duitse, Nederlandse, Tsjechische en Poolse brigades. Voor het eerst sinds lange tijd oefenen deze eenheden een artikel 5 scenario. “Vital Sword brengt uitdagingen met zich mee die wij al decennia niet meer hebben gekregen”, zegt de Duitse luitenant-kolonel Belde van 1. Panzerdivision.
1 GNC fungeert tijdens Vital Sword niet slechts als korpshoofdkwartier, maar traint ook de divisies. Belde: “Wij hebben genoeg ervaring met stabilisatie-operaties, maar artikel 5 warfighting zijn we de afgelopen decennia zo goed als verleerd. De huidige veiligheidssituatie eist van ons, hierin weer bedreven te raken. Deze oefening is een goede eerste stap. Aangezien het legerkorps op alle vakgebieden specialisten heeft, is het voor ons de perfecte training.”
Tijdens Vital Sword opereert de divisie in Estland en Letland, waarop het fictieve Bothnia een aanval uitvoert en flink terrein wint. En zoals artikel 5 van het NAVO-verdrag omschrijft, is een aanval op 1 bondgenoot een aanval op allen. Daarom trekken de 2 Duitse divisies naar Letland om de vijand terug te dringen en de Baltische staten te bevrijden.
24/7
Hier wordt direct de moeilijkheid van een dergelijke operatie duidelijk. De oorlog wordt gevoerd met formaties van brigade-, divisie- en zelfs legerkorpsgrootte (alles bij elkaar zo’n 35.000 man) die zich over honderden kilometers moeten verplaatsen. Hoeveel marsroutes zijn daarvoor beschikbaar? En hoeveel tijd kost dan een rivieroversteek? Deze logistieke uitdagingen vereisen een gecompliceerde, dynamische planning. Het gevecht gaat ondertussen 24/7 door.
Hierbij moet de troepenmacht bovendien rekening houden met een tegenstander van gelijk niveau, waardoor bijvoorbeeld luchtoverwicht niet meer vanzelfsprekend is – in tegenstelling tot recente gevechtsoperaties. En dan zijn er nog de civiele actoren zoals internationale organisaties, non-gouvernementele organisaties, overheden en media die een grote rol spelen.
Een moderne artikel 5 operatie kent uitdagingen die vroeger niet bestonden. Als de Baltische brigades bijvoorbeeld een vertragende operatie uitvoeren, vallen hun pantservoertuigen langzaam naar achteren. In de ogen van de bevolking trekken de eenheden zich echter terug. Dit delen de locals natuurlijk naarstig op sociale media. Laat de NAVO hen in de steek? Dergelijke situaties bieden een nieuwe uitdaging voor Public Affairs Officers en strategisch communicatiespecialisten. Hoe kunnen zij het publiek informeren zonder de tactiek prijs te geven?
‘Het moet beter’
“Met dank aan simulatiesystemen kunnen we de consequenties van de gemaakte keuzes laten zien”, zegt luitenant-generaal Michiel van der Laan, commandant 1 GNC. “Bijvoorbeeld wat het betekent wanneer de commandant besluit een rivier met behulp van veerboten over te steken. Dat duurt wel even. Om dit allemaal onder de knie te krijgen is er maar 1 oplossing: trainen, trainen en nog eens trainen.”
“Ook maakt deze oefening duidelijk dat we nog eens moeten kijken of we wel voldoende middelen hebben om dit soort operaties goed te ondersteunen. Hebben we bijvoorbeeld de medische afvoer goed op orde? En we hebben gezien dat wanneer meerdere landen samenwerken, communicatie niet altijd even soepel verloopt. Op sommige bureaus staan 3 computers om met de verschillende eenheden te communiceren”, besluit Van der Laan. “Dat moet beter!”
Wat is het eigenlijk?
Het Duits-Nederlandse Legerkorps uit Münster is een snel inzetbaar hoofdkwartier. In de multinationale staf werken 12 NAVO-landen samen. 1 GNC kan waar ook ter wereld tot 60.000 militairen aansturen. Sinds juli 2017 staat het paraat als Joint Task Force HQ (Land). In die hoedanigheid leidt het legerkorps landoperaties waarbij ook luchtmacht, marine en special operations forces een rol spelen.