Tekst Jack Oosthoek
Foto SM Maartje Roos | video: Pieter Visser & Jeroen Los
Pantserinfanteristen op luchtmobiele toer
Geroezemoes in een vervallen gebouw op het Amerikaanse oefenterrein Hohenfels in Duitsland. Militairen van de Bravocompagnie van 17 Pantserinfanteriebataljon buigen zich gebarend over een maquette van een oefendorp. In de nabijheid daarvan worden ze komende nacht gedropt door een Chinook van het Defensie Helikopter Commando (DHC). Hun eerste air assault, want pantserinfanteristen ondernemen normaliter geen luchtmobiele acties.
Specialisten van de Air Manoeuvre Task Force en heli-handlers brengen de Bravo Eagle-compagnie de grondbeginselen van het air assault-optreden bij. Concurrentie voor de rode baretten? Nee. Het gaat om een eenmalige oefening, benadrukt waarnemend compagniescommandant eerste luitenant Dirk Neefs. “Gemotoriseerd optreden is en blijft onze kracht.”
De heli-training speelt zich af in de zijlijn van Swift Response, de massale NAVO-oefening waarvoor Hohenfels die dagen het zenuwcentrum is. Swift Response staat in het teken van trainen in een grootschalig conflict en air assault-operaties horen daar bij. Op de deelnemerslijst 11 landen en 7.000 militairen, onder wie 750 uit ons land. Het DHC komt met 15 machines over de brug.
‘Het is vooral wennen aan die brullende motoren’
Trappelen
Oorspronkelijk zou een Duitse paracompagnie met 11 Luchtmobiele Brigade oefenen. Wanneer die afzegt, haakt als vervanger de Eagle-compagnie aan. Dit onderdeel van 13 Lichte Brigade staat te trappelen. Neefs: “Als lichte infanterie-eenheid werken wij ‘gemotoriseerd’. Dat wil zeggen dat wij veelal ‘te voet’ vechten, met steun van pantserwielvoertuigen en zware wapens. Door mee te doen aan een luchtmobiele operatie – een vak apart – verbreden we onze kennis. Hoe plan je een helikopteroperatie? Hoeveel lading en personeel kunnen mee? Hoe gooi je een plan om als een kist niet kan opstijgen? Hoe stijg je in en uit? Dat gaat overigens niet veel anders dan bij een voertuig. Het is vooral wennen aan die brullende motoren en de downwash van de rotorbladen.”
Wat vindt ‘luchtmobiel’?
Kapitein Rob Steehouwer, commandant van de Charlie Tijger-compagnie van 11 Luchtmobiele Brigade, was in het begin terughoudend over de training voor de Eagle-compagnie. Een air assault is werk voor specialisten en vergt een gedegen voorbereiding. Toch zijn de bewoners van de De Ruyter van Steveninckkazerne in Oirschot met een rugzak vol nuttige tips en tools huiswaarts gekeerd, constateert hij. Op zijn beurt benutte de Tijger-compagnie de oefening om in de keuken van de Eagle-compagnie te snuffelen. Steehouwer: “Het was leuk om met een andere ‘garde’ te strijden.”
Derde dimensie
Ook leert de Eagle-compagnie om een helikopter op zijn doel te ‘praten’, en welke taal een piloot spreekt. “Hoog in de lucht werkt hij in een derde dimensie waar de wereld er anders uitziet dan op de grond”, weet compagnies sergeant-majoor Peter Bakkes.
Is omschakelen van ‘gemotoriseerd’ naar ‘luchtmobiel’ optreden moeilijk? Valt mee, vindt kolonel Harm van der Have, chef-staf van 11 Luchtmobiele Brigade. Een beetje militair weet wat er bij een air assault komt kijken en de begeleiding is goed. Maar vanzelfsprekend is alle begin moeilijk, beseft ook Van der Have. “Daar sta je dan in het pikkedonker met een zware rugzak in het motorlawaai van een helikopter.”
Andere bloedgroep
Neefs en CSM Bakkes zijn het eens: nuttig, dit ‘één-tweetje’ met Luchtmobiel. Al werd de compagnie in het begin met argusogen bekeken, omdat die toch tot een andere militaire bloedgroep behoort. “Maar wij willen ons niet in air assault specialiseren”, beklemtoont Neefs. “Onze kennis uitbouwen en onze collega’s van 11 Luchtmobiel uit de brand helpen wanneer dat nodig is: dáár gaat het om. De kennismaking met de Luchtmobiele Brigade was een eenmalig exercitie.”