08

Dit artikel hoort bij: Landmacht 02

Mijn Uitrusting: de mortierist

Tekst Djenna Perreijn
Foto Louis Meulstee

Elke specialist heeft zijn eigen uitrusting. Weet jij wat je collega draagt in het veld? Welke ‘gereedschappen’ zijn onmisbaar? Maandelijks vertelt een landmachter over zijn vak, drijfveren en de materialen die hij tijdens het werk nodig heeft. Aflevering 18: de mortierist van 13 Lichte Brigade. 

Nauwkeurig, verantwoordelijkheidsbewust en geconcentreerd samenwerken. Alleen dán lukt het om granaten in de perfecte baan te lanceren. De kleinste fout maakt een paar meter verschil.

Mortieristen ondersteunen de troepen in het voorterrein. 9 mannen staan op ruime afstand achter hun collega’s tactisch opgesteld. De grondplaat wordt ingegraven. Licht-, scherf- of rookgranaten worden in de buis geplaatst. Zodra eentje er de slagpin raakt, ontsteken de kruitzakjes onderin en lanceert het projectiel. Om voltreffers te boeken, kan de mortierist niet zonder meet- en rekenapparatuur.

Hieronder zijn 8 belangrijkste hulpmiddelen. 

Schoottafels, boeken

Een computer kan uitvallen en een kompas afwijkingen vertonen, maar boeken falen nooit. Elk hoofdstuk behandelt een munitiesoort. Want elk projectiel legt zijn baan anders af. Zo moet een mortierist rekening houden met weerstand; een lichtgranaat is veel groter en zwaarder dan een brisantgranaat.

Justeerapparaat

De plaat van het mortier staat stevig in de grond, maar door de klappen bij de lanceringen kan langzaam een minimaal verschil optreden in de schaalverdeling van het opzetje. Het justeerapparaat werkt als een waterpas. Aan het luchtbelletje is de afwijking eenvoudig te zien. Met een schroevendraaier wordt het opzetje weer gelijkgesteld aan de as van de schietbuis.

Computer

Als mortieristen de coördinaten uit het voorterrein hebben gekregen, rekent de computer snel de richting en elevatie uit om de granaat in een perfecte baan te leiden. Bij koude weersomstandigheden raken de batterijen van de computer sneller leeg. De boeken gaan daarom altijd mee als back-up.

Pompstok

Na elk schot wordt de schietbuis schoongemaakt om achtergebleven kruitresten en olie weg te halen. De pompstok is één van de belangrijkste stukken van een mortier. Als er resten achterblijven, wordt de druk op een verkeerde manier opgebouwd en kan de granaat er verkeerd, of niet uitkomen. Als de buis heel vies is, gebruiken mortieristen een dop van staalharen.

Periscoop

Met de periscoop met 2 spiegeltjes kan de kijker over een verdediging de bakens zien. Als mortieristen een post meerdere dagen innemen, bouwen zij ter bescherming een muur van zandzakken of graven ze een mortierput.

GPS

Hiermee kun je de locatie van het trefpunt minutieus bepalen. De GPS wordt ook gebruikt om de kaarthoeken te bepalen. Met die gegevens wordt de andere meetapparatuur scherp afgesteld.

Opzetkijker

Deze wordt vastgezet aan het mortier. De opzetkijker werkt met een schaalverdeling van mils. Als je erdoorheen kijkt, zie je de verticale haarlijn waarmee de richter op de bakens kan richten. Aan de hand daarvan wordt het mortier afgesteld op de juiste richting en elevatie.

Bakens

Hiermee creëren mortieristen richtpunten. De bakens worden op minimaal 100 meter van de mortieren geplaatst. Aan de kant van de richters is de baken oranje gekleurd, aan de andere kant groen.

‘De succesbeleving blijft’

Sergeant 1 Robert van den Hoff

Mortierist

Groepscommandant

‘Als ik uit het voorterrein hoor dat ze op tijd onze steun krijgen en de bommen spot on vallen, is dat prachtig’

“Toen ik op mijn 17e bij Defensie begon, was alles nieuw voor me. Ik wilde graag fysiek werk doen en buiten zijn. Ik zoog alles op, en het heeft me gemaakt tot wie ik nu ben. In de opleiding mag je je voorkeur aangeven. Mortierist worden was geen jongensdroom, dus het was niet mijn eerste keuze. Toch ben ik verliefd geworden op mortieren. In het begin werkte ik met een mortier van 120 mm, nu gebruiken we alleen nog mortieren van 81 mm. Maar evengoed is het een gaaf apparaat. Ieder schot blijft een grandioze ervaring. Vooral als er meerdere naast elkaar staan opgesteld en ze tegelijk vuren. Dat geeft een enorme knal.

Ik ben 3 keer op uitzending geweest. De laatste keer was naar Afghanistan, in 2010. Daar beleefde ik de mooiste momenten uit mijn carrière. Waar we op de kazerne keihard voor trainden, voerden we daar in de praktijk uit. We leverden directe steun door bijvoorbeeld een rookscherm op te trekken om de vijand het zicht te ontnemen. We gebruikten scherf- en lichtgranaten om eigen troepen te beschermen.

Op de kazerne oefenen we niet met munitie, maar wel met dummies. Dat is vooral voor de lader, die de granaten in de buis plaatst, nuttig. Maar ook voor de munitiewerker die de granaat aangeeft.

Ons werk luistert heel nauw. Goed resultaat is er alleen als iedereen geconcentreerd is en goed samenwerkt. Als 1 soldaat een fout maakt, heeft dat effect op de hele groep. Daarom checken we elkaar 2 keer en moeten we verantwoordelijkheidsbewust zijn.

Nu ben ik groepscommandant, maar ik heb binnen het mortieristenvak alle functies vervuld; van chauffeur tot vuurregelaar. Ik wil nieuwe collega's  ook zo breed mogelijk opleiden. Zo kunnen ze elkaar goed controleren en eenvoudig vervangen waar nodig.

We werken met mils, die 18 keer nauwkeuriger zijn dan graden. Een foutje van 1 mil is op een kilometer een hele meter. Zo kan de bom meters van ons doel terechtkomen. Maar als alle gereedschappen goed worden gebruikt, is de kans op fouten 0.

En als ik dan uit het voorterrein hoor dat ze op tijd onze steun krijgen en de bommen spot on vallen, is dat prachtig. Die succesbeleving blijft.”