03

Dit artikel hoort bij: Landmacht 02

‘Met gevaar voor eigen leven’

Tekst Jessica Bode
Foto René Verleg | archief

Van rotsklimmen naar reddingswerk

‘Een eenheid van bijzonder geoefende soldaten voor moeilijke of verrassende operaties’. Een treffende verklaring in de Dikke Van Dale over het Korps Commandotroepen, dat dit jaar 75 jaar bestaat. De komende maanden vertellen 4 (oud-)special forces over hun bijzondere functies. Adjudant b.d. Willem Scheringa (85) trapt af. Hij neemt je mee terug in de tijd.

‘Het gezin moest gered’

“Buiten vroor het. Sneeuwvlokjes dreven op het ijskoude water. Toch dook ik erin. Het gezin moest gered”, vertelt de toen 21-jarige Scheringa over zijn optreden tijdens de Watersnoodramp van 1953. Na de reddingsactie belandde hij onderkoeld in het ziekenhuis. De volgende dag meldde hij zich weer present bij zijn eenheid om te helpen.

Trots man

Nu 64 jaar later zit de oud-commando trots aan tafel. Keurig in pak, schoenen gepoetst en das met precisie geknoopt. Een lange man, duidelijk sportief. “Ik ben alleen een beetje schietdoof, dus hard praten. Dat gehoorapparaat is maar een vervelend ding.”

Militaire precisie

Een rits kleurrijke medailles glimt op zijn borst. “Mensen zeggen vaak dat ze kunnen zien dat ik commando ben geweest. Alles ziet er pico bello uit. Stapeltjes zuiver loodrecht in de kledingkast, kopjes schoon, lakens strak op bed.”

‘Ik ben een beetje schietdoof’

Dode koeien en varkens

De trotse veteraan diende tussen ’52 en ’56 bij het toen kersverse Korps Commandotroepen. De Watersnoodramp, die het zuidwesten van Nederland overviel, stond in die periode centraal. “Ik kan me de vroege ochtend van 1 februari nog goed herinneren. We zouden die dag gaan rotsklimmen, maar werden in het holst van de nacht gewekt. We reden van Roosendaal naar Zeeland. Al snel kwamen onze vrachtwagens in het water terecht. Massa’s dode koeien en varkens dreven voorbij.”

Hulpeloos gezin

Het was nog halfdonker toen Scheringa en z’n collega’s in Nieuw-Vossemeer aankwamen. In de verte zagen ze een man, een vrouw en 2 peuters hulpeloos op een dak zitten. Overvallen door de dijkdoorbraak. Vluchten kon niet meer. “Ik ben direct het intens koude water ingedoken. 4 °C heb ik later gehoord. Geen moment twijfel. De stroming was sterk en alsof dat niet genoeg was, kwam ik vast te zitten in het prikkeldraad. Toch lukte het me om de familie Oostdijk te bereiken.”

‘Ben direct het koude water ingedoken’

Reddingswerkers in actie tijdens de Watersnoodramp.

Onderkoeld

Hij herinnert zich nog hoe hij het gezin met gevaar voor eigen leven veilig in een bootje kreeg. “Ik moest weer terugzwemmen, want er was te weinig plek. Ik ben uiteindelijk onderkoeld naar het ziekenhuis gebracht. Het is onwerkelijk dat ik het heb overleefd. Veel mensen werden al na een paar meter door de kou bevangen. Ik dacht alleen maar aan die 2 arme meisjes, met nog een heel leven voor zich.”

‘Het is onwerkelijk dat ik het heb overleefd’

Bescherming was mijn plicht

Zestig jaar na dato ontmoette Scheringa de 2 vrouwen die hij in Nieuw-Vossemeer redde. Ze hebben nu beiden zelf een prachtig gezin. Voor de oud-commando is dat de grootste beloning die hij ooit gehad heeft. “Weet u, ik heb dit verhaal nooit aan m’n familie verteld. Zelfs niet aan mijn vrouw. Het was mijn plicht om mensen te helpen en beschermen, daar hoef je niet mee te koop te lopen.”

Carnegie Heldenfonds

Voor de dappere reddingsactie werd Scheringa in 2015 geëerd met de medaille van het Carnegie Heldenfonds. Het was de eerste keer dat een groene baret deze heldenonderscheiding kreeg. 

Vlak voor zijn uitzending naar Suriname trad Scheringa in het huwelijksbootje.

Kameraadschap

Na zijn tijd bij de commando’s vervulde de adjudant b.d. nog verschillende functies. Zo werd hij uitgezonden naar de Troepenmacht in Suriname (TRIS) en was hij sportinstructeur. Dertig jaar geleden ging hij met pensioen. “Wat vond ik dat moeilijk”, mijmert hij. “Vooral de kameraadschap mis ik enorm. Nu houd ik me vooral bezig met vissen, fietsen en wandelen. Niet even, maar uren achter elkaar.”

Betrouwbaar, eerlijk en doorzetters

Scheringa heeft het KCT zien opgroeien en maakte mee hoe de eenheid zich de afgelopen decennia ontwikkelde. “Het is niet meer te vergelijken. Missies veranderen en de opleiding wordt steeds beter. Net als de techniek waarmee ze werken. Maar wat hetzelfde blijft, is dat commando’s doorzetters zijn, eerlijk en betrouwbaar. Ik ben er trots op.”

Historie Korps Commandotroepen

De geschiedenis van het Korps Commandotroepen gaat terug tot de Tweede Wereldoorlog. In juni 1940 gaf de Engelse regering opdracht tot de oprichting van kleine, speciaal getrainde eenheden die Duitse doelen op het Europese vasteland moesten aanvallen. Deze elite-eenheden werden commando’s genoemd. Er was plek voor circa 85 Nederlanders.

De meeste werden geworven bij de Koninklijke Nederlandse Brigade ‘Prinses Irene’ in Wolverhampton, waar veel vrijwilligers en dienstplichten naartoe waren gevlucht. Op 22 maart 1942 startte de eerste, zeer zware commando-opleiding. Ruim 3 maanden later waren de eerste militairen inzetgereed. Zij vormden de Nederlandse commando-eenheid (No. 2 Dutch Troop).

Het bleek de voorloper van het huidige Korps Commandotroepen, dat werd opgericht in 1955.