08

Dit artikel hoort bij: Landmacht 08

Rode baret in Israël

Tekst KAP Jaap Wolting
Foto Evert-Jan Daniels & Israel Defense Force

‘In dat soort werelden komen wij niet’

Twee maanden trainen in een land dat non-stop in conflict is met de buren, verrijkt je zowel fysiek als mentaal. Eerste luitenant Stefan schreef deze zomer geschiedenis in Israël, waar steekincidenten en zelfmoordaanslagen schering en inslag zijn. De rode baret werd best man van de prestigieuze internationale officierencursus van de Israel Defense Forces. De plaatsvervangend compagniescommandant van de Charlie-compagnie ‘Red Devils’ van 12 Infanteriebataljon vertelt hoe hij dat voor elkaar bokste.

ELNT Stefan, plaatsvervangend compagniescommandant Charlie-compagnie 12 Infanteriebataljon Air Assault Regiment Van Heutsz.

“Tijdens mijn verblijf werd in Libanon een leider die gelinkt was aan een terroristische organisatie uitgeschakeld. Plotsklaps nam de spanning op het speelveld toe.” Luitenant Stefan draait er op de Oranjekazerne in Schaarsbergen niet omheen. Het ís ook bijzonder deel te nemen aan een internationale cursus in het ‘Heilige Land’ met collega’s uit onder meer Canada, Italië en Chili. Doel: snuffelen aan het zijn van een Israëlische commandant.

“Israël heeft een soort KMA, met de naam BAHAD1. Daar ligt een oefenterrein van ongeveer 30 km2 naast, waar je onder meer je drills op compagniesniveau doet. Natuurlijk hebben we ook verschillende ‘knelpunten’ in het land gezien en hebben we veel gepraat met de militairen die daar opereren. Zo zijn we op de grens met Libië, Egypte en Syrië geweest. We liepen vaak in gevechtspak, maar zeker niet altijd. Neem nou Jeruzalem. Als ik daar met mijn GVT op een plek gefotografeerd zou zijn waar niet iedereen van vindt dat het bij de Joodse Staat Israël hoort, had dat grote gevolgen kunnen hebben.” 

“We hadden veel colleges, afgewisseld met fysieke testen en velddienst. In Israël combineren ze alles.”

Altijd volle bak

Hoe die 8-weekse cursus er nu eigenlijk uitzag? Stefan neemt een slok koffie, leunt naar voren en vertelt: “We hadden veel colleges, afgewisseld met fysieke testen en velddienst. In Israël combineren ze alles. Soms had ik dus een fysiek zwaar programma te velde en moest ik daarna ineens tentamens maken die ik weken daarvoor had voorbereid. Pittig, mede vanwege de temperaturen die regelmatig 50 graden Celsius aantikten. Sowieso was alles wat je op BAHAD1 deed een toets, of het nu navigeren, sporten of tentamens betrof. Ik deed nooit rustig aan, ging altijd volle bak.”

‘Alles wat je deed, was een toets’

Junior leiderschap

Het niveau in de klas was verschillend, aldus Stefan. “Een Zuid-Koreaanse officier, werkzaam in de gedemilitariseerde zone tussen de beide Korea’s, heeft bijvoorbeeld weinig ervaring met optreden in verstedelijkt gebied.

Ik vond het mooi te zien dat wij als Nederlandse officieren – er zat ook een marinier in de groep – allround zijn. We kunnen goed relativeren en zijn rustig alvorens we beslissingen nemen. Niets gebeurt overhaast. Dat is wellicht terug te voeren naar onze lessen junior leadership. Het is ook de manier waarop momenteel officieren op de KMA worden opgeleid.

Of neem nu het onderwerp motiveren, bij ons ook een hot issue. Als officier draag je verschillende petten. Tegenwoordig lijkt ‘motivator’ er daar een van te zijn. Niet elk land staat daar hetzelfde in. Een Poolse collega vond dat hij zijn mannen niet hoefde te motiveren, want ‘militairen moeten toch gewoon dienen en hun ding doen?’ Nederlanders passen veel meer people management toe. Dat komt overeen met de Israëliërs. In mijn ogen is dat ook de taak van een junior leader, een manager.” 

“Ik vond het mooi te zien dat wij als Nederlandse officieren – er zat ook een marinier in de groep – allround zijn.”

‘We zijn rustig alvorens we beslissingen nemen’

Een aparte gewaarwording voor de luchtmobiele infanterist was het bezoek aan de Libanese grens. “We stonden op een post, keken naar Libanon, en hoorden van Israëliërs die het radioverkeer in de gaten hielden dat we vanaf de andere kant bekeken werden. Als je je dan realiseert dat er vanaf die kant ieder moment raketten kunnen worden afgevuurd, bekruipt je een raar gevoel.”

“Op een gegeven moment stond ik in een war room”, vervolgt Stefan. “Een soort computerkamer waar vrouwen continue naar een beeldscherm kijken. Ze bedienen een camera die aan de grens staat. Maar er is meer. Er zit namelijk ook een zoomfunctie op en er is een .50 aan gelinkt. Als die vrouwen dus op die muisknop drukken, vliegen er patronen het voorterrein in. In dat soort werelden komen wij niet. Heftig om te zien.

Wat heel goed is, is dat ze recente incidenten zoals steekpartijen en aanslagen meteen verwerken in realistische oefenscenario’s inclusief tunnels, flatgebouwen, explosies en oefenvijand.”

“Israël steekt veel tijd in grondanalyses. De kaartstudies zijn zó goed dat ze altijd weten waar ze zijn en vele kilometers kunnen afleggen zonder op de kaart te kijken.”

‘Als ze op de muisknop drukken, vliegen er patronen het voorterrein in’

Gouden officiersspeld

Ook heftig was de eindoefening. Volgens de luitenant zelfs ‘het allerzwaarst’. “We kregen 72 uur de tijd om een veelvoud aan tentamens te maken, een navigatieoefening te lopen met wapen en kompas, en vervolgens een aantal kilometers over een hindernisbaan te rennen, inclusief stress-schieten. Dat was pittig vanwege de combinatie van onwetendheid, stress en fysieke inspanning. Ik eindigde als eerste en kreeg tijdens een appèl met 7.000 man de gouden officiersspeld uitgereikt.”

Israëlische terreinanalyse

“Wat behalve die eer het belangrijkste is wat ik heb meegenomen naar Nederland?” De luchtmobiele infanterist denkt lang na, kiest zijn woorden zorgvuldig. “Israël steekt veel tijd in grondanalyses. De kaartstudies zijn zó goed dat ze altijd weten waar ze zijn en vele kilometers kunnen afleggen zonder op de kaart te kijken. Uniek om te zien, en ik heb me daar ook in verdiept. Binnen de compagnie heb ik mijn ervaringen gedeeld. Onze snipers gaan meer inzoomen op hoe ik naar het terrein heb gekeken. Dat deden ze al, maar op de Nederlandse manier. Dus bij het eerstvolgende commandovoeringsproces zit ik erbij en doen we dat gezamenlijk. Eens kijken of het hier óók werkt.”